Direct naar artikelinhoud

'Kunst heeft voor mij net dezelfde functie als religie'

Elke Andreas Boon is schaamteloos dominant. Haar bijnaam is Jef, afgeleid van 'chef', en daar is ze trots op. Sinds kort signeert ze haar werk niet meer met 'Elke Boon', maar met 'Elke Andreas Boon'. 'Elke Boon klinkt veel te fragiel, ik herken mezelf er niet in. Al gaan kracht en fragiliteit altijd samen.' Een gesprek met de deze zomer alomtegenwoordige Boon.

Al meer dan tien jaar bouwt Elke Andreas Boon ijverig aan een oeuvre. Eerst maakte ze foto's, video's en tekeningen, later ook installaties, muziek en theater. Eind jaren 90 werd ze met haar portretten van - vaak halfnaakte - gekwetste kinderen en adolescenten al snel in de hoek van de softporno geduwd. Maar ze fotografeert ook nachtelijke autosnelwegen, verlaten terreinen en containers. En twee jaar geleden maakte ze voor het eerst zelfportretten. Deze zomer is er in alle hoeken van het land werk van haar te zien: in het Antwerpse FotoMuseum, op het Kunstenfestival Watou en in de expo Zeerotica. En met haar band Mary&Me speelde ze op de Gentse Feesten en in augustus ook op de Paulusfeesten in Oostende.

Toen Mary&Me vorig jaar de debuutplaat Songs for Johnny uitbracht, kreeg de groep veel lof. In de pers werd verwezen naar The Velvet Underground, Tori Amos en Nouvelle Vague. Boon componeert, schrijft en zingt. "Eerst maak ik de muziek, het hele nummer. Gitarist en zanger Pieter-Jan De Waele is mijn klankbord. Er zal niets in komen dat hij niet goed vindt. Daarna presenteer ik het aan de andere fantastische groepsleden en repeteren we het. Voor de teksten loop ik twee dagen rond in mijn huis. Het enige wat ik doe, is overal zinnetjes neerpennen. Meestal neem ik mijn teksten mee naar bed. Soms word ik 's nachts wakker om eraan verder te werken."

"De teksten moeten heel simpel en direct zijn. Ik vind al snel dat er te veel boodschap of intellectualisme inzit. Het is een liedje hé, jongens, geen proefschrift. Liedjes over liefde, dat kan ik niet goed. Ik heb er één, maar dat heet dan ook 'Mad'. Over vriendschap heb ik er wel, over de lente, de Palestijnse kwestie, jaloezie... Onze tweede plaat is nu bijna gemixt. Hij is steviger en vuiler dan de vorige. Wanneer hij uitkomt, ligt nog niet vast, hopelijk in het najaar. Intussen heb ik ook al wat liedjes voor een derde plaat."

Je tweede plaat is nog niet uit en er zijn al nummers voor een derde?

"Ja, ik heb het nodig om steeds van alles uit te proberen. We hebben ook nog nummers die voor de eerste plaat bedoeld waren en die we nu weer niet gebruiken. Als ze niet op het geheel van de plaat passen, laten we ze nog even liggen. Een van die nummers vindt An Pierlé heel goed: 'Tired'. Dat vindt ze ons beste nummer en nu staat het weer niet op de plaat." (lacht)

Voor je beeldend werk gebruik je verschillende media. Hoe kies je waarmee je werkt?

"Het onderwerp bepaalt het medium. Het begint altijd heel impulsief met een kern: een bepaalde blik, geluid, kleur of materie. In Watou toon ik een lelieveld. Die lelies zijn ontstaan vanuit een verlangen naar de zomer, naar rust. Ik ben bladeren beginnen te knippen tot ik een volledig bos had. Maar het gaf een benauwd gevoel om daartussen te staan. Toen ik de bladeren omdraaide, werden het lelies."

Dat lelieveld heb je gemaakt voor je solotentoonstelling in Museum Dhont-Dhaenens. Op hun vraag heb je rond zelfportretten gewerkt.

"Joost De Clercq, de curator van de expo, volgde mijn werk al een paar jaar. Hij zocht naar een uitdaging voor mij. En zelfportretten had ik nog nooit gemaakt. Ik vond het wel fijn om uitgedaagd te worden. Op bepaalde momenten was het confronterend, want ik kwam nogal snel uit bij de zogenaamde mooie, fragiele beelden. En zo zie ik mezelf niet. Het was moeilijk om in die zelfportretten een deel van mezelf te stoppen. Maar ik vind dat het gelukt is."

Je bent gefascineerd door schoonheid. Niet zozeer fysieke, maar mentale schoonheid. Staat de blik van mensen daarom zo vaak centraal?

"Schoonheid is niet puur fysiek, want als er niets meer is, heb je niets, hoe mooi dat kopje of lijfje ook is. In de video Faces toon ik close-ups van turnsters vlak voordat ze een oefening moeten doen in competitie. Als toeschouwer weet je dat het turnsters zijn, weet je wat ze doen en wat ze kunnen. Je voelt ook het traject dat ze afgelegd hebben, die jarenlange training, al die fysieke pijn die ze verbeten hebben en hun wilskracht, de drang om zich te verbeteren. Dat zie je allemaal in hun blik. Dat is schoonheid."

Hoe vind je de modellen voor je foto's?

"Meestal zijn het mensen die ik op straat zie en aanspreek. Onlangs zag ik twee beeldschone vrouwen op de KunstSuperette (markt in Gent voor ontwerpers en kunstenaars, JVB). Ze waren er koffie aan het schenken en hadden iets heel intiems samen. Dat fascineerde me, dus heb ik hen aangesproken.

"Er zijn ook een aantal kinderen die ik volg. Ik hoop dat ik lang genoeg leef om hen te kunnen fotograferen als ze stokoud zijn. Zo zijn er twee zussen, Lotte en Flore. Dat zijn zulke mooie kinderen, jonge vrouwen intussen. Het is boeiend om te zien hoe ze evolueren. Kinderen veranderen heel snel. Maar voor mij gaat het niet noodzakelijk over het kind zijn. De wereld is groots en mooi en overweldigend. Het boeit me om te zien in welke mate de mens het potentieel heeft om dat allemaal in zich op te nemen. Er zijn zo veel mogelijkheden en mensen moeten steeds een weg kiezen die andere opties uitsluit. Door iemand te volgen die opgroeit, zie ik hen daarmee omgaan."

Dat doet me denken aan een werk waarbij je op een zakdoek hebt geborduurd: Je regrette que le temps passe.

"Je regrette is een project waarbij ik mensen vraag naar iets wat hen spijt. Dat borduren we op een zakdoek. Je regrette que le temp passe is de zakdoek van Olga, een meisje dat ik ook vaak fotografeer. Het project heeft te maken met meditatie en bezinning. Het repetitieve van het borduren is een soort van bidden. Het heeft iets helends, als een alternatief voor religie, maar dan zonder het dogmatische ervan."

Volgens mij kan alle kunst een alternatief zijn voor religie.

"Dat is zo. Vorig jaar was er de befaamde kaasschaaf: overal moest een laagje af, dus ook van kunst. Dat snap ik. Maar ik begrijp niet waarom er geen serieuze hap is genomen uit het budget voor godsdienst. Dat is gewoon oneerlijk. Mensen hebben in dit land blijkbaar alleen recht op 'bezinning' als er een God of kerk aan te pas komt. Wat is de functie van religie? Het is een moment van reflectie, van herademing. Als ik daar nood aan heb, lees ik een boek of ga ik naar een film, een concert, theaterstuk of een tentoonstelling. De functie van kunst is minstens even belangrijk als die van religie."

Boon bezichtigen

Het FotoMuseum in Antwerpen toont in de expo Insight onder meer een uitgebreide selectie van Boons recente werk: tekeningen van gekwetste en bebloemde lichamen, foto's van mensen, maar evengoed een verstild interieur en videowerk.

In Zeerotica in Oostduinkerke is een video te zien van een naakte vrouw die met haar voeten in de Noordzee staat en zingt. "De expo gaat over zee en erotiek. Dan kom je al snel uit bij de zeemeermin. De fragiele, feeërieke vrouw contrasteert met het beeld van de grauwe Noordzee met haar containerschepen."

Op kunstfestival Watou presenteert Boon verschillende werken uit haar reeks Rags & Bandages. "Watou gaat over de herinnering. Wondes en littekens zijn ook herinneringen."

Voor de expo I AM HURT in het Entrepot Fictief te Gent brengt Boon op 9 september de performance Wounded Uniforms.

Op 12 augustus speelt Mary&Me op het Boudewijnplein in Oostende tijdens de Paulusfeesten.

www.maryandme.be