Tour lijkt ver weg voor Vanendert
Het gaat van kwaad naar erger met Jelle Vanendert. Hij stapte in de tweede etappe van de Dauphiné na 35 kilometer van de fiets met maagklachten. Of Vanendert de start van de Tour haalt, is erg twijfelachtig.
Het is kommer en kwel in het rennersleven van Jelle Vanendert (28). Na opgaven in de Ronde van het Baskenland (tweede rit) en Tirreno-Adriatico (zesde rit) haalt Vanendert ook niet het einde van de Dauphiné. De Limburger zag het somber in, gisteren bij de start van de tweede etappe. Zondag verloor hij 14 minuten en daar kon hij geen zinnige uitleg voor bedenken. Ook gisteren was Vanendert niks wijzer. "Ik weet niet wat er scheelt. Er is iets met mijn lichaam aan de hand. Iets dat ik nooit eerder heb gehad."
De problemen begonnen in de Ronde van het Baskenland in april. Vanendert klaagde over maag en darmen en hoorde achteraf dat hij een slokdarmontsteking had. "Voor de klassiekers hebben we dat nog een beetje kunnen rechtzetten. Maar goed was het daar ook niet."
Bloedanalyse
Vanendert werd dertiende in de Gold Race en achttiende in Luik-Bastenaken-Luik. Ter vergelijking: vorig jaar werd hij zevende in de Brabantse Pijl, tweede in de Gold Race, vierde in de Waalse Pijl en tiende in Luik-Bastenaken-Luik.
Vanendert hield het in de tweede rit van de Dauphiné precies 35 kilometer vol. Na 20 kilometer moest hij het peloton lossen. De analyse was duidelijk: "Geen kracht."
Hoe dat komt, daar hoopt Vanendert nu snel achter te komen. Morgen heeft hij een afspraak in het ziekenhuis van Turnhout voor een bloedanalyse. De zoveelste al. "Je kunt zien dat er iets aan de hand is, maar wat precies, daar hebben we het gissen naar. Misschien is het een bacterie of een schimmel. Ik kan geen voedsel binnenhouden. Wat ik eet bij het ontbijt ligt er voor de start meestal weer uit. Ik zit nu ook al vier dagen op het toilet."
De Tour, waar hij twee jaar geleden nog naam maakte met zijn overwinning op Plateau de Beille, lijkt nu wel heel ver weg. Vanendert denkt er op dit moment ook niet aan. "Ik wil eerst gezond worden. Dat is het enige wat er nu voor mij toe doet. Aan de Tour denk ik niet. Zo is er in elk geval niks aan om te koersen. Dan kan ik elke dag uitleggen wat er weer scheelt. Daar is niets leuks aan."
"Ik wil graag naar de Tour, maar als het niet kan, is het ook maar zo. Als ik start, moet ik in mijn beste vorm zitten. Ik ga niet de Tour rijden om mezelf belachelijk te maken. Ik vrees ook dat ik wedstrijdkilometers tekort kom. Tot nu heb ik wel de goede voorbereiding gemaakt, met een trainingsprogramma en de Ronde van België. Maar na mijn opgave in de Dauphiné zal ik toch nog moeten koersen als ik naar de Tour wil. Eerlijk: het ziet er niet goed uit. De kans dat ik de Tour haal is klein."