Direct naar artikelinhoud

Superman is dood

Een Europees land kan failliet gaan. De euro is herroepbaar. Staatspapier is niet altijd een veilige belegging meer. Het jaar 2010 luidde het einde van de financiële zekerheden in. Om de euro te redden, hebben de overheden alle cartouches verschoten. De staatskassen zijn leeg. De staat kan zijn rol als Superman niet meer aan. De burgers zullen vanaf 2011 zelf een duit in het zakje moeten doen om de economie op het goede spoor te houden.

eslaagd met voldoening. Dat zou het rapport van het economisch jaar 2010 zijn, afgaande op de Belgische groei- en jobcijfers. De groei klokte vorig jaar af rond 2 procent, wat overeenstemt met het langetermijnpad van ons land. Met dank aan het Duitse wirtschaftswunder, dat onze economie op sleeptouw nam. De jobcreatie was wellicht voldoende om het banenverlies van 2009 te compenseren.

En toch overheerst geen voldaan gevoel. We zijn niet de zieke man van Europa, zo bewijst onze economische groei, maar we voelen ons wel zo. Meer dan ooit leeft het idee dat onze welvaart op losse schroeven staat. Het lijkt niet meer vanzelfsprekend dat onze kinderen het beter zullen hebben dan wij. Het vooruitgangsidee kwijnt weg. Het is veelzeggend dat het grote publiek vorig jaar massaal de schouders ophaalde voor een voluntaristisch project als de kandidatuur voor het WK voetbal.

De welvaartsstaat staat niet alleen in België, maar in heel Europa onder druk door de wankele staatsfinanciën. De overheden hebben diep in de buidel getast om het bankenstelsel te redden, maar dreigen nu zelf te bezwijken onder hun loodzware schuldenlast.

Bij het begin van dit millennium was nochtans te horen dat we het staatshuishouden topfit moesten krijgen om de vergrijzingsschok op te vangen. Maar de bankencrisis heeft al die goede voornemens brutaal weggeveegd. De staten zijn vandaag helemaal niet financieel gezond. Ze zien zich verplicht om een aanzwellende rentesneeuwbal voor zich uit te duwen. Het monster van een zichzelf voedende schuld steekt zo na een kwarteeuw weer de kop op.

Ook België moet terug naar af. De Belgische staatsschuld is gestegen van 84 procent van het bruto binnenlands product in 2007 naar circa 99 procent in 2010. Zonder ingrijpen kleurt de begroting dit jaar even rood als in 2010, met een tekort rond 4,8 procent.

Niets is nog zeker. Na 2008 is duidelijk dat de grootste banken failliet kunnen gaan. Na 2009 beseffen we dat niemand zeker is van zijn baan. Na 2010 weten we dat een Europees land bankroet kan gaan en dat zelfs het voortbestaan van de euro bedreigd is.

Vlucht naar goud

Bij de Belgische belegger slaat de twijfel toe. Aandelen zijn hun aureool van goede langetermijnbelegging kwijt. Staatsobligaties zijn niet zo veilig als gedacht, zo weten we na de Griekse en de Ierse crisis op de financiële markten. En zelfs een stijging van de vastgoedprijzen lijkt niet meer gegarandeerd. De massale vlucht naar goud, de ultieme schuilinvestering, toont aan dat de schrik er diep in zit.

Zelfs de grootste belijders van de vrije markt hebben het intussen moeten toegeven. De markt leidt niet automatisch tot een gezond evenwicht. De eurocrisis maakte meermaals duidelijk dat een onverwachte schok - een zwarte zwaan, zou Nassim Nicholas Taleb zeggen - een verwoestende spiraal kan ontketenen die moeilijk af te stoppen is.

Hoe moet het in 2011 verder? De overheid is tegen haar financiële grenzen aangebotst. De laatste reddingsboei, de lender of last resort, zit zelf op zwart zaad. De burgers en de bedrijven zelf zullen een duit in het zakje moeten doen om de economie op de rails te houden. De burgers in de ons omringende landen weten intussen wat dat betekent: meer belastingen en een beperking van sommige sociale uitkeringen. Dat leidde in onder meer Griekenland, Ierland, het VK, Frankrijk, Spanje en Portugal tot woede en frustratie op straat, omdat degenen die de crisis betalen niet degenen zijn die ze veroorzaakt hebben.

De keuze zal zich ook in ons land stellen of consumptie, inkomen dan wel vermogen zwaarder belast moet worden. Het blijft wachten op een nieuwe federale regering om die en andere begrotingsknopen door te hakken. De budgettaire opgave is enorm. Vier opeenvolgende jaren lang moet er telkens circa 5 miljard euro aan structurele besparingen gevonden worden, zo rekende het Planbureau voor. De druk komt ook snel op de ketel te staan. Zonder ernstig bezuinigingsplan in de komende vijf maanden zullen de ratingbureaus hun kredietscore voor België verlagen, waardoor de Belgische rente omhoog zal schieten.

Niet alleen in het staatshuishouden, ook op de financiële markten zal de overheid van de burgers vragen om een groter deel van de lasten te dragen. De Duitse bondskanselier Angela Merkel wijst de weg. Duitsland ziet het niet meer zitten om blindelings met belastinggeld garant te staan voor de wankele staatsobligaties van noodlijdende eurolanden en lanceerde het idee van de ‘hair cut’. Dat betekent dat de obligatiehouders - de banken, de grote fondsen en onrechtstreeks dus ook de particuliere beleggers - een deel van het verlies (de ‘hair cut’) op zich zullen moeten nemen als het betrokken land zijn betaalverplichtingen niet meer aankan.

Vanuit het criterium van rechtvaardigheid valt daar veel voor te zeggen. Het lijkt fair dat ook de obligatiebeleggers zelf een deel van het risico op zich nemen en dat niet volledig afwentelen op de overheid.

Doos van Pandora

Vanuit puur financieel perspectief opent Merkel de doos van Pandora. Duitsland wil de andere eurolanden overhalen om de ‘hair cut’ vanaf midden 2013 in te voeren, maar mogelijk zullen de speculanten daarop anticiperen en al vooraf de rentestanden van de zwakke eurolanden omhoogjagen. Dat kan de onrust op de financiële markten weer aanwakkeren. De banksector dreigt weer klappen te krijgen, omdat hun massaal ingeslagen staatsobligaties in waarde kunnen dalen. Het is dus allerminst gegarandeerd dat de eurozone dit jaar in rustiger wateren zal varen dan vorig jaar.

Maar bovenal luiden de ‘hair cut’ en de andere ideeën om staatsgaranties af te zwakken het einde van een beleggerstijdperk in. Het haarscherpe verschil tussen een risicovol aandeel en een risicoloze staatsobligatie vervaagt. Een staatsobligatie zal in sommige eurolanden geen honderd procent gegarandeerd rendement meer hebben. Misschien ook in ons land. België zit zoals bekend op de wip tussen de zwakke en sterker geachte eurolanden. De kans zit er dus in dat een Belgische staatsobligatie haar aloude imago van veilige belegging in barre tijden kwijt zal spelen.

De publieke sector in Europa oogt moe en uitgeput door de banken- en de eurocrisis, waardoor er hoe dan ook een grotere rol is weggelegd voor de privésector. Dat biedt voor ons land niet alleen bedreigingen, maar ook grote opportuniteiten. België heeft immers nog een onbenutte troef achter de hand: het enorme spaarvermogen van de particulieren.

De Belgische gezinnen zijn al decennialang de ongekroonde wereldkampioen sparen. Ook in 2010 dikten de spaarboekjes fors aan, tot een astronomische 180 miljard euro. Een groot deel ervan staat op laagrentende spaarboekjes van grootbanken. Daar valt meer mee te doen. Een deel van die centen zou je kunnen investeren in onderzoek en ontwikkeling of in het marktklaar maken van innovaties. Dat zou de hele Belgische economie ten goede komen. Het komt er voor overheid en bankiers op aan om nieuwe beleggingsproducten te ontwikkelen die het voor de particulier makkelijk maken om in de ontwikkeling van de Belgische economie te investeren. Er zal ook overredingskracht nodig zijn. De bestaande formules, zoals de Vlaamse win-winlening, blijven al bij al marginaal. Een toenemend aantal vermogenden heeft ook absoluut geen zin meer in een avontuur op de beurs of in alles wat naar aandelen en risicokapitaal ruikt.

Let wel, dit is geen pleidooi voor wild volkskapitalisme. Het beleggersdrama van Lernout & Hauspie heeft getoond welke dramatische gevolgen dat kan hebben. Een fractie van het spaargeld zou evenwel al voldoende zijn om een nieuwe economische hefboom te creëren. Met zelfs maar 5 procent van de particuliere spaarboekjes kun je al een investeringsfonds van 9 miljard euro opzetten en met 10 procent heb je al 18 miljard euro verzameld.

Er is geen reden tot fatalisme over onze economische toekomst, ondanks de indrukwekkende opgang van landen als China, India, Brazilië en Rusland. België is nog altijd de twintigste economie ter wereld en staat op de ranglijst vlak in de buurt van Zwitserland, dat voor veel bedrijfsleiders een modelland is. In sectoren als chemie, farma en voeding behoren we tot de wereldtop. De sterke cijfers van de havens van Antwerpen en Zeebrugge geven aan dat de rol van Vlaanderen en België als logistieke draaischijf allesbehalve uitgespeeld is. De Belgische staat is misschien blut, maar de Belgische gezinnen zitten wel op een enorme berg cash. Het is hoog tijd om dat luie geld te activeren. Schud de slapende spaarcenten wakker.