Direct naar artikelinhoud

Speurwerk Fyra botst op een muur

Gebrek aan transparantie bij de NMBS, geen medewerking van de Nederlandse autoriteiten. Het Rekenhof gooit de handdoek in het onderzoek naar de Fyra.

"De NMBS en de betrokken overheidsdiensten van Nederland zijn zeer terughoudend tegenover het ter beschikking stellen van stukken en informatie betreffende het Fyraproject." Dat schrijft Philippe Roland, de voorzitter van het Rekenhof, in een brief aan Kamervoorzitter André Flahaut (PS). Volgens hem kan het Rekenhof het fiasco van de Fyra onmogelijk uitpluizen. Het Rekenhof werpt de handdoek.

De commissie Infrastructuur van de Kamer zette eind juni het licht op groen voor een resolutie waarin het Rekenhof verzocht wordt om de flop van de Fyra te onderzoeken. Alle partijen stemden voor, behalve het Vlaams Belang. De politici willen dat er wordt gekeken naar de voorstudie, de aanbesteding, de testen en ingebruikbame van de Fyratreinstellen. De hogesnelheidstrein werd begin 2013, amper vijf weken na de lancering, van het spoor gehaald.

Maar de samenwerking met de NMBS loopt stroef. "Aangezien heel wat documenten over de Fyra het voorwerp uitmaken van strafrechtelijke en burgerlijke procedures, willen de betrokken diensten een publiekmaking vermijden", schrijft Roland. Het Rekenhof mag de documenten alleen inkijken "op voorwaarde van strikte confidentialiteitsgarantie" en "met uitsluiting van kopiemaking".

De lijst met documenten die het Rekenhof niet mag inkijken en verspreiden, is lang: de voorbereiding van het aankoopcontract, de ondertekening, de bankgaranties en de ingebruikstelling. "Dat heeft gevolgen voor alle delen van het onderzoek", stelt de Rekenhofvoorzitter.

Hij wijst erop dat ook de Nederlandse Rekenkamer weigert om informatie uit te wisselen.

Wil de NMBS dan geen onderzoek? "Integendeel", zegt woordvoerder Bart Crols. "Wij hebben absoluut niets te verbergen. Alle documenten liggen op tafel, maar ze moeten natuurlijk in onze gebouwen blijven. We moeten extra voorzichtig zijn met al die gerechtelijke procedures. De zaak ligt bij het parket van Brussel en er loopt een procedure tegen AnsaldoBreda, de Italiaanse producent."

Getuigen

Kamerlid Jef Van den Bergh (CD&V), de indiener van de resolutie, wijst dan weer naar het Rekenhof zelf. "Het was van in het begin duidelijk dat het Rekenhof geen zin had om aan de opdracht te beginnen", zegt hij. Strikt genomen maakt de internationale treinverbinding Brussel-Amsterdam geen deel uit van de openbare dienstverlening. Het onderzoek hangt dus af van de goodwill van het Rekenhof.

De impasse staat in schril contrast met Nederland, waar het parlement een speciale onderzoekscommissie heeft opgericht. In tegenstelling tot het Rekenhof kan een parlementaire onderzoekscommissie gebruikmaken van dwangmiddelen, zoals het horen van getuigen of het opvragen van inlichtingen. Aangezien de financiële gevolgen veel kleiner zijn voor de Belgische spoorwegen, besloot het parlement in België om dat niet te doen.