Direct naar artikelinhoud

Hoe Goldman Sachs alweer de wereld regeert

Kan het nog gekker? Uit de stal van het door Donald Trump fel verguisde en bespotte Goldman Sachs, krijgen viér hotshots van de bank een topfunctie in de nieuwe regering van de VS. Hoe dat mogelijk is? Wel, die Sachsmannen zijn verdomd slim.

Ze zijn er helemaal bovenop, de dames en vooral heren van Goldman Sachs. Niet dat het heel slecht ging de laatste jaren. De winsten bleven enorm, net als de bonussen. Maar in politiek opzicht praatte de bank nauwelijks meer mee. En dat is voor een firma als Goldman Sachs een enorm risico.

Sinds bekend is geworden dat Donald Trump vier ex-Goldmannen in zijn ploeg zal opnemen, is de beurskoers met ruim 32 procent gestegen. Goldman Sachs is weer het alfadier onder de zakenbanken. Een volslagen onverwachte meevaller. Weinigen zagen aankomen dat 2016 het jaar zou worden van haar wonderbaarlijke wederopstanding. Juist onder Trump leek de door velen gehate bank zware jaren tegemoet te gaan.

Zo is Lloyd Blankfein aan de vooravond van de Amerikaanse verkiezingen op 8 november niet weg te slaan uit de Amerikaanse huiskamers. Als een van de gezichten van het kwaad figureert hij in een campagnespot van Donald Trump. Onder het beeld van de CEO van Goldman Sachs is een toespraak van de Republikeinse presidentskandidaat gemonteerd. "Het is een mondiale machtsstructuur", galmt de hese stem van Trump, "die verantwoordelijk is voor economische besluiten die onze arbeidersklasse hebben beroofd, de rijkdom van ons land hebben ontvreemd en dat geld in de zakken van een handvol grote bedrijven en politieke entiteiten heeft gestopt."

De afkeer lijkt wederzijds. Eerder heeft Goldman Sachs medewerkers verboden geld te doneren aan Trumps verkiezingscampagne. Een werknemer die dat toch doet, wordt ontslagen. Op zijn beurt maakt Trump al tijden zijn politieke tegenstanders zwart door ze aan de beruchtste zakenbank van Wall Street te linken. "Ik ken die jongens bij Goldman Sachs", laat hij zich onder meer ontvallen. "Ze hebben totale controle over Hillary Clinton."

Het is nog geen twee maanden later, maar als er iemand is die onder controle staat van Goldman Sachs, is het de 'anti-establishmentkandidaat' zelf. Geheel vrijwillig. Sinds zijn uitverkiezing heeft Trump niet minder dan vier voormalige Goldman-Sachsmannen benoemd in zijn entourage. Daaronder de extreemrechtse chef-strateeg Steve Bannon. De journalist van de controversiële nieuwssite Breitbart werkte voorheen als fusie- en overnamebankier bij Goldman Sachs. Ook voor adviseur en hedgefondsmanager Anthony Scaramucci was dit het begin van zijn carrière.

Dan is er nog Steven Mnuchin. Hij is de vierde minister van Financiën in korte tijd uit de stal van Goldman Sachs. Meer dan twintig jaar werkte hij bij de zakenbank, net als zijn vader daarvoor deed.

Maar de meest opzienbarende benoeming is die van Gary Cohn. Hij wordt de belangrijkste economische adviseur van Donald Trump. Cohn is niet zomaar een bankier. Hij is de tweede man van Goldman Sachs, veelvuldig genoemd als troonopvolger van de door Trump verketterde Lloyd Blankfein. En heel belangrijk: Cohn stapt direct, zonder pauze, over van de bank naar de regering.

Daarmee worden deze veteranen van Goldman Sachs de komende jaren zo'n beetje verantwoordelijk voor het complete economische beleid van de Amerikaanse regering. De meest gehate bank - 21 miljard euro winst in de eerste negen maanden van het jaar - is nu ook de machtigste ter wereld. Als vanouds.

Het draaideur-effect

Hoe is dat mogelijk? Wat maakt Goldman Sachs zo bijzonder? Het antwoord vanuit de zakenbank zelf luidt steevast: omdat hier de grootste, slimste talenten werken, afkomstig van de meest prestigieuze universiteiten. Sinds haar oprichting door Duits-Joodse immigranten in 1869, schrijft William Cohan in Money and Power. How Goldman Sachs Came to Rule the World, 'is Goldman Sachs benijd en gevreesd omdat ze het beste talent had, de beste klanten en de beste politieke connecties'.

De bank beschouwt zichzelf volgens Cohan als 'de elite van de elite'. Via de fameuze 'draaideur' belandt dat keurkorps vervolgens ook buiten de bank op cruciale posities. In de Amerikaanse regering, natuurlijk. Maar ook president Mario Draghi van de Europese Centrale Bank heeft jarenlang voor Goldman Sachs gewerkt.

En de draaideur beweegt net zo soepel de andere kant op. Groot was de ophef toen eerder dit jaar bleek dat José Manuel Barroso, voormalig voorzitter van de Europese Commissie, in dienst treedt bij de zakenbank. Een woedende petitie hiertegen leverde meer dan 150.000 handtekeningen op.

Die verontwaardiging laat zien hoe omstreden de zakenbank is. Want dit is hoe de talrijke critici haar succes verklaren: er lijkt de anderhalve eeuw nauwelijks een fraude, manipulatie, bubbel of andere vorm van bedrog te zijn geweest, of Goldman Sachs was erbij betrokken. In een veel gelezen artikel noemde publicist Matt Taibbi van Rolling Stone de bank 'een vampierinktvis die zich rond het gezicht van de mensheid heeft gewikkeld en meedogenloos zijn bloedtrechter ramt in alles wat naar geld ruikt'.

Dat riekt naar complottheorieën. Die zijn er dan ook ten overvloede, inclusief antisemitisme. Maar de waarheid is dat de werkwijze van Goldman Sachs allerminst nieuw of uniek is. Er is een lange, historische traditie van financiers die warme relaties onderhielden met koningen en presidenten. Daarbij is altijd de grens opgezocht en overschreden van wat als politiek toelaatbaar gold. De Duitse filosoof en literatuurwetenschapper Joseph Vogl spreekt in zijn dit jaar in het Nederlands vertaalde boek Het financiële regime van een 'continue staatsgreep'.

De staat als breekijzer

Een van de vele historische anekdotes die Vogl opdist, is die van een bezoek van Karel V aan de Duitse stad Augsburg. De keizer overnachtte bij de schatrijke bankiersfamilie van de Fuggers. Zij legden de keizer ogenschijnlijk in de watten. De kachel werd opgestookt met een bundel in die tijd extreem dure kaneelstokken. Ter meerdere eer en glorie van de keizer wierp de gastheer ook nog iets anders in de vlammen: een schuldbrief.

Van het ene op het andere moment was Karel V verlost van een ondraagbare financiële last. Maar, vraagt Vogl zich af, wie toont zich hier nu eigenlijk de ware soeverein?

De keizer, op papier misschien wel de machtigste persoon op aarde? Of de steenrijke bankier zonder wiens kredieten hij geen enkele oorlog meer kan voeren? Die even innige als onduidelijke relatie tussen machthebbers en hun huisbankiers duikt door de hele geschiedenis op. Van de Italiaanse stadstaten tot de Rothschilds in de 19de eeuw: wie politieke macht wil, kan niet om de haute finance heen.

De relatie werkt twee kanten op. Want de rijke financiers hebben net zo goed een sterke machthebber nodig. Niet alleen om hun commerciële belangen te beschermen, maar ook om nieuwe verdienmodellen te creëren: van het financieren van staatsschulden tot de oprichting van de handel in emissierechten. Dat is waar het bij zakenbankieren om draait. De uitdaging is niet om een gat in de markt te vinden. De kunst is dat gat eigenhandig te creëren. Met de staat als breekijzer.

Als geen ander heeft Goldman Sachs zich deze manier van werken de afgelopen honderd jaar eigen gemaakt. Zo ver gaat haar knusse relatie met de Amerikaanse overheid terug. Een van de vroegste topmannen van de investeringsbank, Henry Goldman, was nauw betrokken bij de oprichting van de Federal Reserve, een eeuw geleden. De politieke invloed van Goldman Sachs bereikte haar hoogtepunt vanaf de jaren 90. Oud-bestuurslid Robert Rubin zorgde er binnen de regering Clinton voor dat de Glass-Steagall-wet werd teruggedraaid. Die maatregel gaf in de daaropvolgende jaren ruim baan aan de banken. Rubin kreeg een lawine aan kritiek over zich heen toen hij bij zijn afscheid van Goldman Sachs honderden klanten een afscheidsbriefje had geschreven. Daarin zei hij ernaar uit te zien om 'samen te werken vanuit mijn nieuwe functie'.

Goldman Sachs heeft met volle teugen geprofiteerd van de mede door oud-medewerker Rubin geschapen vrijheid. In de aanloop naar de crisis van 2008 verdiende de bank grif aan de verkoop van herverpakte rommelhypotheken aan klanten. Wat zij niet wisten, was dat Goldman Sachs op hetzelfde moment speculeerde op een huizencrisis. Het is kenmerkend voor het verdienmodel van de firma. Met één transactie weet zij twee keer geld te verdienen. In dit geval eerst door een hypotheekbubbel op te blazen, en daarna nog eens door het uiteenspatten ervan. De CFO van Goldman noemde dit in 2007 in een e-mail 'the big short'. Alleen al op één dag verdiende de firma er 373 miljoen dollar aan.

Muppets

Als een van de weinige banken doorstond Goldman Sachs de crisis zonder kleerscheuren. Voor velen was dat een bevestiging van haar superioriteit. Maar ook hier vormen politieke connecties een belangrijkere verklaring. De minister van Financiën, Hank Paulson, was daarvoor CEO van Goldman Sachs. Zijn gedrag tijdens de crisis is op z'n minst opmerkelijk te noemen. Eerst liet hij Lehman Brothers failliet gaan. Toen vlak daarop ook verzekeraar AIG dreigde om te vallen, stond hij wel paraat.

Pas maanden later werd de lijst publiek gemaakt van bedrijven die geprofiteerd hadden van deze 85 miljard dollar kostende redding. Wat bleek? Een groot deel van de weddenschappen van Goldman Sachs op de huizencrisis was, in de vorm van zogenoemde CDS-verzekeringen, afgesloten bij AIG. Als de verzekeraar ten onder was gegaan, had de zakenbank misschien wel kunnen fluiten naar haar geld. Nu kreeg zij het alsnog braaf uitgekeerd: 13 miljard dollar. Met dank aan de Amerikaanse belastingbetaler.

Terwijl de concurrentie in de kreukels lag, klotsten bij Goldman Sachs ook tijdens de crisisjaren de megabonussen tegen de plinten. Alsof er niets gebeurd was. In 2009 riep de Financial Times CEO Lloyd Blankfein zelfs uit tot 'persoon van het jaar'.

Maar je kunt ook té succesvol zijn. Zoals Icarus te hoog vloog en zijn vleugels brandde aan de zon, was Goldman Sachs ten tijde van de crisis simpelweg té winstgevend. Haar triomf zorgde voor scheve ogen. Er kwamen interne e-mails uit waarin bankiers spraken van weer een shitty deal die aan cliënten was gesleten. Een oud-medewerker onthulde dat die klanten onderling neerbuigend 'muppets' genoemd werden.

Toezichthouders startten onderzoeken. Er volgden miljardenboetes. Zo werd Goldman Sachs het mikpunt van de progressieve reactie op de crisis, van Occupy tot Bernie Sanders. Het geld bleef binnenstromen, maar in politiek opzicht zwierf de zakenbank door de wildernis, zoals Politico het omschreef. Geïsoleerd en gedemoniseerd.

Trump maakt daar nu een einde aan. Goldman Sachs is door hem achtereenvolgens verguisd, bespot - en in zijn kabinet verwelkomd. Een betere samenvatting van dit knotsgekke verkiezingsjaar is moeilijk denkbaar. Het toont Trumps politieke cynisme. Er zijn de woorden, er zijn daden, maar die twee zijn volledig losgezongen. Als het om economie gaat, lijkt Trump toch meer op Reagan dan een nationaal-revolutionair. Hij stelt de belangen van de Republikeinse politieke kaste en Wall Street - zijn eigen mensen dus - boven die van zijn volkse aanhang in 'Main Street'.

Waar de kiezer zich bedrogen zal voelen, krijgt Goldman Sachs als vanouds onbeperkt toegang tot de snoepwinkel van Washington. 'Teruggeven aan de gemeenschap', zo omschrijft de zakenbank de politieke activiteiten van haar oud-werknemers. Maar vooralsnog lijken de ex-bankiers vooral veel aan zichzelf te gaan geven. Government Sachs, wordt de regering Trump al genoemd. De regeerploeg is vast van plan de belasting voor het bedrijfsleven te verlagen naar 15 procent. Ook de strenge regulering van de financiële sector zal worden teruggedraaid.

Volgens fantasieloze boekhouders is politiek als bankieren. Houd het begrotingstekort in toom en je missie is geslaagd. In werkelijkheid is het omgekeerd. Vrij naar Clausewitz: bankieren is de voortzetting van politiek met andere middelen. Vanuit die optiek breken er gouden tijden aan voor Goldman Sachs.