In het Vlaams regeerakkoord was afgesproken dat de provincies geen persoonsgebonden bevoegdheden meer uitoefenen. Ten laatste op 1 januari 2018 moeten activiteiten op vlak van cultuur, jeugd, sport of welzijn volledig overgedragen zijn naar het Vlaams gewest of de gemeenten.

Dat is een jaar later dan eerder was gepland, vooral om alles decretaal geregeld te krijgen en de provinciebesturen voldoende tijd te geven om alles te bolwerken.

Vlaams minister van Binnenlands Bestuur Liesbeth Homans benadrukt dat samen met de bevoegdheden ook de middelen, het personeel en de infrastructuur zullen overgeheveld worden van de provincies naar de lokale besturen en/of de Vlaamse overheid. Er is daarbij rechtszekerheid voor het personeel en niemand zal bij de overgang niemand zijn job verliezen, belooft de N-VA-minister.

Volgens de N-VA-minister past de afslanking perfect in het streven naar een efficiëntere overheid. De afslanking moet helpen een einde maken aan een situatie waarbij verschillende bestuursniveaus met dezelfde taken bezig zijn.

Homans benadrukt ook dat de hervorming geen belastingverhoging zal betekenen. Homans: “We zullen de provinciale fiscaliteit inperken en aftoppen. Het was voor mij van absoluut belang dat de afslanking van de operatie niet tot een belastingverhoging zou leiden”. “Niemand zal dus een euro meer aan belastingen betalen”, maakt Homans zich sterk.

De overheveling van de bevoegdheden hangt ook samen met de plannen om het aantal provincieraadsleden te halveren. Het decreet dat die afslanking regelt, moet later nog gestemd worden. Concreet zullen in 2018 nog 175 provincieraadsleden verkozen worden. Voor Antwerpen zijn dat er nog 39, voor Oost-Vlaanderen 36, voor West-Vlaanderen en Vlaams-Brabant 35 en voor Limburg 30.