Direct naar artikelinhoud

Genialiteit in beeld

Wie Jaco Pastorius bij Joni Mitchell ziet soleren, ziet de beste bassist ter wereld. Een op sensatie beluste documentairemaker had op het dramatische einde gefocust, Trujillo zet het muzikale verhaal centraal.

Het mooist aan de documentaire Jaco (2015) over het leven van Jaco Pastorius (1951-1987) zijn de in zes jaar door producent Robert Trujillo verzamelde beeldfragmenten die de grootsheid van de bassist bewijzen.

Wie Pastorius in 1979 tijdens een concert van Joni Mitchell ziet soleren, gelooft onmiddellijk de grote woorden van onder anderen Sting, Flea en Mitchell, dat hier de beste bassist ter wereld aan het werk was.

Pastorius' spel op de fretloze elektrische basgitaar was zeldzaam melodieus, zijn harmonische structuren waren vernieuwend en zijn techniek was fabelachtig goed. Aan erkenning had Pastorius geen gebrek. Zijn debuutalbum Jaco Pastorius (1974) werd een enorme hit; hij maakte vanaf 1976 naam als bassist van Weather Report en speelde een voorname rol op platen van Joni Mitchell die in Jaco met een peuk in haar handen liefdevol over Pastorius praat.

Ook over zijn ondergang. Want Pastorius leed aan een ernstige vorm van manische depressiviteit, een diagnose die pas aan het eind van zijn leven werd gesteld. Dan was het eigenlijk al te laat. Pastorius werd in de jaren 80 steeds onhandelbaarder, vervreemde van zijn familie en leidde het bestaan van een dakloze. In september 1987 werd hij door de buitenwipper van een nachtclub in coma geslagen. Hij stierf op 35-jarige leeftijd.

Een dramatisch einde waar een op sensatie beluste documentairemaker veel langer bij stil had gestaan dan in het lineair vertelde Jaco gebeurt. Het muzikale verhaal staat hier centraal.