Direct naar artikelinhoud

Béatrice Delvaux en Yves Desmet vinden dat Brussel beter verdient dan de gangbare karikaturen

In plaats van te vervallen in vijanddenken en wederzijds gescheld, zouden de politici beter de problemen in Brussel samen aanpakken, betogen Béatrice Delvaux en Yves Desmet. ‘Geen enkele grootstad kan het zich veroorloven om op een dergelijke complexe manier bestuurd te worden.’

Brussel verdient beter dan de karikaturen die erover geschetst worden langs beide zijden van de taalgrens. Het beeld dat een aantal Vlaamse politici ophangen, is een grove vertekening van de werkelijkheid: de hoofdstad is geen oorlogsgebied waar de ene no-go zone aan de andere grenst. Aan de andere kant zijn de woorden van sommige Brusselse burgemeesters, die het veiligheidsprobleem in Brussel omschrijven als een dramatisch maar uitzonderlijk 'fait-divers', een even grove aanfluiting van de realiteit. Dat weet iedereen die in Brussel leeft, woont of werkt, of hij nu Nederlandstalig of Franssprekend is.Het is ook ronduit dom dit probleem te willen verengen tot een communautaire kwestie, tot de vraag of Vlamingen nu bevoegdheden willen inpikken en Franstaligen die er geen afstand van willen doen. Het gaat wel om het volgende: er worden iedere dag in de hoofdstad te veel mensen, Franstaligen of Nederlandstaligen, bespuwd, beledigd, overvallen, lastig gevallen. Er sneuvelen te veel autoruiten, er worden te veel handtassen gestolen, waarbij de daders heus niet eerst aan de slachtoffers vragen welke taal ze spreken. Veiligheid en leefbaarheid van de stad zijn sociale waarden, geen communautaire.Er zijn geen statistieken die een explosie van gewelddadige feiten in Brussel aantonen. Anderzijds is het onveiligheidsgevoel nergens groter dan in Brussel. 7 procent van de Vlamingen voelt zich vaak of altijd onveilig, bij de Walen ligt dat percentage op 11 procent, in Brussel ligt het onveiligheidsgevoel op 18,6 procent. En dat terwijl een Brusselaar toch een en ander gewoon is.Brussel is een geweldige stad, de enige echte kosmopolitische grootstad die ons land kent, met een onovertroffen aanbod aan bezienswaardigheden, culturele evenementen, drank en spijs. Het is gelukkig vaak zalig om er te wonen en te werken. Maar er kan niet ontkend worden dat er te veel probleembuurten en wijken zijn, die er vuil, troosteloos en verpauperd bijliggen, en die zorgen voor maatschappelijke overlast, vandalisme en criminaliteit.Over de redenen daarvoor zijn Nederlandstalige en Franstalige wetenschappers het eens: in een stad waar de geproduceerde rijkdom 65 procent boven het Europees gemiddelde ligt, zijn dit de jeugdwerkloosheidscijfers. Anderlecht: 35,4 procent, Schaarbeek: 40 procent, Sint-Joost-ten-Node: 45 procent, Sin-Jans-Molenbeek: 45,9 procent. In een aantal probleembuurten stijgt het tot boven de 50 procent.U bent nog niet overtuigd? Nog enkele cijfers dan: meer dan één op vijf Brusselse jongeren verlaat de middelbare school zonder diploma, dat is dubbel zoveel als in Vlaanderen of Wallonië. Een derde van de Brusselse jongeren groeit op in een gezin zonder inkomen uit arbeid, een vierde van de Brusselse gezinnen leeft onder de armoedegrens. Een kwart van de Brusselse bevolking heeft geen werk. Een op de drie jongeren heeft geen baan. Het gemiddelde inkomen van de Brusselaar ligt 15 procent lager dan het Belgische gemiddelde.Dat is het sociale drama van onze stad, de voedingsbodem waarop alle andere maatschappelijke problemen zich enten. Leg de kaarten met de werkloosheids- en armoedestatisteken boven die van de criminaliteitscijfers: het zijn kopieën van elkaar. Het probleem van Brussel is dat de potentieel explosieve 'banlieues' midden in de stad liggen, aan de sikkel van de Kanaalzone.Het veiligheidsbeleid in Brussel is dan ook in de eerste plaats een sociaal beleid, en omgekeerd.Dit probleem kan niet alleen een zorg zijn van Brussel zelf. Brussel is de hoofdstad van dit land, van Vlaanderen en van Europa. Vandaar moeten ook federale, Vlaamse, Waalse en Brusselse overheden samenwerken om oplossingen te vinden, zonder zich te verschuilen achter taboes. Op het Brusselse niveau dringt een vereenvoudiging van het beslissingsproces zich op om efficiënter te kunnen handelen. Het Brussels Gewest telt 958 verkozenen op alle mogelijke bestuursniveaus. Dat zijn er meer dan er agenten zijn in vijf van de zes politiezones. In een aantal Brusselse gemeenten zijn niet minder dan 11 bestuursniveaus actief, die elkaar meer beconcurreren dan dat ze samenwerken. Hoewel dat debat duidelijk communautaire kanten heeft, moet het toch gevoerd worden om de problemen ten gronde op te lossen. Ondertussen is dat debat opgestart, laat het nu dus ook resultaat kennen. Geen enkele grootstad kan het zich veroorloven om op een dergelijke complexe manier bestuurd te worden. We hebben u niet verkozen om problemen op te blazen, noch om ze te minimaliseren. We hebben u niet verkozen om in permanent vijanddenken te vervallen, de dialoog te vervangen door wederzijdse scheldpartijen, noch om ieder reëel Brussels probleem tot de zoveelste Vlaams-Waalse kwestie te communautariseren.Het mooiste van Brussel is dat geen enkele groep er kan claimen de absolute meerderheid uit te maken: Nederlandstalige Belgen niet, Franstalige Belgen niet, Belgen uit de migratie niet en migranten al evenmin. Deze stad is daarom veroordeeld om te dialogeren, samen te werken en er het best mogelijke van te maken. In volle samenwerking dus tussen Brusselaars en de andere bestuursniveaus. Mogen we u dan ook vriendelijk verzoeken daarmee te beginnen?