Direct naar artikelinhoud

Claims over prijsfraude nefast voor warenhuizen

Zeven grootwarenhuizen zouden vijf jaar lang prijsafspraken hebben gemaakt over verzorgingsproducten. Het onderzoek is nog niet ten einde, maar de imagoschade is geleden.

De beschuldigingen van de Raad voor Mededinging, een overheidsinstelling die onderzoekt of winkels prijsafspraken maken, zijn niet min. Zeven warenhuizen zouden tussen 2002 en 2007 met elf producenten prijsafspraken hebben gemaakt. Het ging om verzorgingsproducten zoals tandpasta, douchegel, shampoo, scheerschuim en luiers. Als de aantijging klopt dan hebben wij hier vijf jaar lang teveel geld voor betaald.

"Het gaat om de grootste fraude uit de geschiedenis", zegt Bert Stulens, auditeur-generaal bij de Raad voor Mededinging. "Bij een aantal huiszoekingen hebben we e-mailverkeer gevonden die aantoont dat ze onderling prijzen hebben afgesproken." Om welke producenten en winkels het precies gaat, wil de Raad niet kwijt. Al hebben Carrefour, Delhaize en Colruyt al aangegeven dat ze een verslag van de Raad hebben gekregen.

De grootwarenhuizen mogen nu hun verdediging voorbereiden." Hun schuld is nog helemaal niet bewezen", benadrukt Gino Van Ossel, professor marketing aan de Vlerickschool. "Een finale uitspraak van de Raad moet nog komen. Al is de imagoschade nu al enorm. Ze hebben geluk dat het nieuws bekendraakte op het moment van een treinstaking. Anders was de nieuwsstroom nog een pak groter geweest."

Voor een bedrijf dat er prat op gaat de laagste prijs te leveren, is de aantijging nog meer nefast. "Dat dit ons imago schaadt, is nogal evident", geeft Jan Derom van Colruyt toe. Al kan het volgens professor marketing Peter Van Kenhove (UGent) nog een pak erger. "Eigenlijk hebben de grootwarenhuizen nog geluk dat het om verzorgingsproducten gaat. Die spullen worden iets minder frequent gekocht en de consument hecht er een grotere emotionele waarde aan."

Anders gezegd: consumenten zijn bereid meer geld te betalen voor shampoo en scheerschuim dan voor pasta en tomaten. "Hoe meer gezinsbudget de producten opslorpen, hoe bozer de consument zal zijn over prijsafspraken. Mocht blijken dat de grootwarenhuizen de prijs van brood of aardappelen extreem hoog hebben gehouden, dan zouden de gevolgen groter zijn", zegt van Kenhove.

Bij een veroordeling riskeren de grootwarenhuizen een torenhoge boete. De maximumboete bedraagt 10 procent van de wereldwijde omzet van het bedrijf. Voor Delhaize, Carrefour en Colruyt kan dat oplopen tot een gezamenlijke boete van 10 miljard euro. "Geld dat meteen naar de overheid gaat", zegt Ivo Mechels van Test-Aankoop."De consument krijgt niets terug. Het is hoog tijd dat er in België een systeem komt van groepsvorderingen. Dan kunnen wij in naam van een groep gedupeerden een klacht indienen. Nu kan dat niet."