Direct naar artikelinhoud

Duitsland excuseert zich voor neonazi's

Het Duitse parlement heeft zijn verontschuldigingen aangeboden aan de nabestaanden van de slachtoffers van de neonazistische groep NSU. Dat verliep in een opvallend plechtige sfeer.

"Wij schamen ons", zei Bondsdagvoorzitter Norbert Lammert (CDU), "dat de veiligheidsdiensten deze jarenlang geplande en uitgevoerde misdaden niet op tijd konden ontdekken en verhinderen." Niet vaak doet de Duitse Bondsdag zo haar best eensgezindheid uit te stralen als bij deze spijtbetuiging. Alle aanwezige fractieleden stonden op. Zelfs de rechtervleugel van de christendemocratische CDU en de uiterst linkse Die Linke zetten daarvoor hun permanente onenigheid opzij.

De politieke stellingname dient als aanloop voor een te plannen herdenking voor de voornamelijk Turkse slachtoffers. Al twee weken wordt het publieke debat beheerst door de ontdekking van de zeker negen racistische moorden en meerdere aanslagen die de NSU (Nationaalsocialistische Ondergrondse) tussen 2000 en 2006 pleegde. Destijds werden de gewelddaden aan "afrekeningen in het Turkse criminele milieu" toegeschreven. Nu blijkt dat er een groep Oost-Duitse neonazi's achterzit, en dat er bij de controle grove fouten zijn gemaakt door de inlichtingendiensten.

De angst om midden in haar nieuwe rol als Europees voortrekker opnieuw met het eigen nazistische verleden in verband te worden gebracht, blijkt in de Duitse politiek duidelijk groot. SPD-leider Frank-Walter Steinmeier noemde expliciet de mogelijke "irritaties uit het buitenland" als er geen kordate aanpak tegen rechts-extremisme komt. In 1993 werd er bijvoorbeeld meer dan een miljoen Nederlandse kaarten met daarop 'Ik ben woedend' naar Helmut Kohl gestuurd, nadat in Solingen door extreem rechtsen een huis in brand was gestoken, waarbij vijf Turken omkwamen.

Döner-moorden

Minstens zo belangrijk blijkt het voor de Duitse politici echter om in het binnenland voor schadebeperking te zorgen, vooral bij de ongeveer vier miljoen Duitse moslims. Verbijstering klinkt er achteraf over de benaming die justitie en media tot 2006 aan de negen moorden gaven. 'Döner-moorden' werden ze genoemd, omdat de gedode mannen veelal in Turkse döner kebab-tenten werkten.

In ingezonden brieven en commentaren in kranten wordt dergelijk taalgebruik nu als 'laatdunkend' bekritiseerd. De relatieve onverschilligheid voor de aanslagen destijds zou aantonen dat er een nog grotere kloof bestaat tussen de Turkse en Duitse gemeenschappen in het land dan al werd aangenomen.

Daarmee is in het debat rond de gewelddaden van de NSU ook het uiterst gevoelige integratiethema opnieuw op de voorgrond. De partijvoorzitter van de Groenen, Cem Özdemir, maakte het voorbije weekend toespelingen op de discussie vorig jaar rond het islamkritische boek van Thilo Sarrazin. Volgens Özdemir zou de bestseller tot een verruwd klimaat hebben bijgedragen, die de kloof er niet beter op maakt.

Anderen wijzen er juist op dat een openlijker discussiecultuur rond migratie dringend nodig is. De groepen zouden in Duitsland meer dan in landen als Frankrijk en Nederland langs elkaar heen leven. Uit een onderzoek van de Universiteit Münster blijkt dat in Duitsland meer dan in omringende landen een negatief beeld bestaat van de islam, en in Oost-Duitsland nóg meer. Dat wordt verklaard door de weinige contacten die onderling bestaan.

De van staatswege ondernomen herdenking en beloofde schadevergoedingen zijn een poging alsnog die eenheid op te roepen. In de politiek was de eenheid er overigens vijftien minuten. Daarna barstte het debat tussen links en rechts weer los, in de felle strijd over de schuldtoewijzing.