Direct naar artikelinhoud

Dure olie jaagt inflatie de hoogte in

Voor de werknemer hebben de hoge prijzen aan de benzinepomp op termijn doorgaans een gunstige invloed. De automatische loonindexering zorgt ervoor dat hogere prijzen gecompenseerd worden door een (iets) hoger loon. Maar voor bedrijven betekent het een bijkomende handicap.

De toenemende inflatie van de laatste maanden legt pijnlijk bloot hoe het economische gewicht wereldwijd genadeloos aan het verschuiven is. Terwijl het Westen maar met mondjesmaat uit een ongeziene economische crisis kruipt, blijft voor China en andere opkomende economieën the sky the limit. De ongebreidelde economische groei, gesmeerd door een bijna onverzadigbare dorst naar olie en andere grondstoffen, zet een domper op het voorzichtige herstel van de economie bij ons.

Uit schrik voor een onhandelbare inflatie met torenhoge prijsstijgingen besloot China tijdens het kerstweekend om de intrestprijzen op te trekken. Niettemin slaat de stijgende inflatie ook over naar onze contreien. “Dat is niet gunstig voor de heropleving van onze economie, vooral voor Zuid-Europese landen als Spanje betekent het nog maar eens een economische schok”, vertelt Paul De Grauwe, hoogleraar internationale economie aan de Leuvense universiteit.

Consumenten voelen de inflatie voornamelijk aan de benzinepomp. Sinds begin dit jaar zijn benzine, diesel en stookolie een kwart duurder geworden. Volgens de Petroleumfederatie is het voor benzine van 6 september 2008 geleden dat de maximumprijs nog zo hoog stond. De dieselprijs staat nu op het hoogste peil sinds 1 oktober 2008. Het is die dure olie die het inflatiepeil in ons land in december deed stijgen van 2,86 procent naar 3,10 procent. Zonder energie daalt het inflatiecijfer zelfs, van 1,65 naar 1,55 procent.

De consumptieprijsindex, een indicator die aangeeft hoeveel een doorsnee pakket aan goederen en diensten een gezin kost, wakkerde door de hoge olieprijs eveneens aan, tot 115 punten. In die index wegen in ons land energieproducten relatief zwaar door, vergeleken met andere Europese landen. Kortom, hoe hoger de olieprijs, hoe hoger die index.

Loonkosthandicap

Ook de Nationale Bank wijst op het gevaar van het inflatiespook op het concurrentievermogen van onze economie. “Tijdens de eerste tien maanden van 2010 heeft de inflatie in België sneller aangetrokken dan die in de drie buurlanden”, aldus onderzoeker Luc Aucremanne. “In België liep ze op tot 3,1 procent in oktober, terwijl ze in Duitsland, Frankrijk en Nederland op gemiddeld 1,5 procent uitkwam.”

De gezondheidsindex steeg eveneens, tot 113,54 punten. Die index laat ‘schadelijke’ goederen zoals sigaretten en drank buiten beschouwing en wordt als basis gebruikt voor de automatische loonindexering. “En daar zit net een zwak punt. Als door inflatie de index stijgt, moeten de lonen automatisch mee evolueren”, legt Bart Van Craeynest van beurshuis Petercam uit. “Daardoor stijgen onze lonen sneller dan in onze buurlanden, die geen automatische indexering kennen. Niet dat daardoor de lonen op korte termijn zullen stijgen, maar geleidelijk warmt de loonkosthandicap weer op.”

Vertraagd herstel

Dat is koren op de molen voor de werkgeversorganisaties, voor wie de automatische loonindexering al lang een doorn in het oog is. Begin 2011 worden de onderhandelingen met de vakbonden over een niet-interprofessioneel akkoord hervat. Daarin wordt onder meer voorgescheven hoeveel de lonen mogen stijgen. Anderzijds geeft de inflatiepiek de vakbonden munitie om net voor opslag te eisen zodat de koopkracht behouden blijft.

Economen verwachten alvast dat het hoge inflatiepeil de komende maanden wegdeemstert. “De inflatie zal geleidelijk naar een normaal peil rond de 2 procent evolueren in 2011”, voorspelt Van Craeynest. “Het herstel van de wereldeconomie zal vertragen, nu het ergste van de recessie achter ons ligt. Bovendien neemt de Chinese overheid maatregelen om haar economie af te remmen. De prijs van een vat ruwe olie zal zich daarom wellicht stabiliseren rond de 100 dollar.”

Gemiddeld officieel tarief (euro/liter)

januari 2010december 2010

Superbenzine 951,3941,554

Superbenzine 981,4161,569

Diesel1,0951,324

Stookolie 0,5750,732