Direct naar artikelinhoud

Nadir (42) en Dima (35), Aleppo (Syrië)

Nadir (42) is het type zakenman voor wie weinig deuren gesloten bleven. Tot hij met zijn familie op de vlucht sloeg.

In 2009 kreeg Nadir een mooie aanbieding. Een Poolse ondernemer zocht een partner voor een nieuw constructiebedrijf in Syrië. In de ervaren Syriër zag hij de uitgelezen kandidaat: een gediplomeerd ingenieur electronica, met tien jaar ervaring als expat in de bouwsector in Dubai, stempels van over de hele wereld in zijn paspoort en een uitstekende kennis van het Engels. Ook voor zijn vrouw Dima, architecte, zouden er in Polen vast kansen zijn. En de kinderen, op dat moment al vlijtig Engels en Frans studerend in een van de beste privéscholen van Aleppo, konden op school zo aanhaken. "Ik heb neen gezegd. Ik zag geen enkele reden om uit Syrië te vertrekken." Syrië, zegt hij, "was het beste land ter wereld. Veilig, goedkoop, welvarend." Het beste land ter wereld is ondertussen mogelijk het gevaarlijkste. Zijn stad Aleppo, het kloppende industriële hart met haar 13de-eeuwse citadel, is herleid tot puin en gruis. "Vandaag ruikt de stad naar bloed."

'Niets is onmogelijk'

Klikkend door de duizenden foto's op zijn Macbook toont hij wat was en wat ervan is geworden. Eindeloos kan hij blijven klikken. Voor zijn vrouw Dima is het de eerste keer dat ze de beelden bekijkt sinds ze in België zijn. Haar wangen zijn betraand.

Lang hebben ze geloofd dat er een einde zou komen aan het geweld. Het begon op 20 juli 2011, "de eerste dag van de ramadan". Blokkades versperden de weg naar zijn fabriek. "Ik heb al mijn personeel meteen een maand verlof gegeven. Ze zijn nooit meer moeten terugkeren." Het zou ruim drie jaar duren eer hij ter plaatse poolshoogte kon nemen. De aanblik van zijn verwoeste bedrijf kwam als een schok, ook al was het geen verrassing. Van zijn bedrijf stonden alleen de ramen nog overeind.

Maandenlang leefden ze een verborgen leven, brachten ze de kinderen met gehuurde wagens naar school om niet in de kijker te lopen van bendes op zoek naar chantage, kidnapping of erger. Lang geloofden ze dat er een einde aan zou komen. Aan het geweervuur, de raketinslagen, de bommenwerpers. De sluipschutters, vult zijn 11-jarige zoon in het Engels aan. "De dag dat IS in Aleppo opdook wist ik dat het nog jaren zou duren eer er een einde zou komen aan de waanzin." Ze sloegen op de vlucht. "Ik heb elk Europees consulaat afgeschuimd. Zodra ze horen dat je Syriër bent, volgde er één boodschap: go away."

Dat is nog het moeilijkst te verteren voor deze fiere zakenman, voor wie alle deuren opengingen en de chauffeur voorreed. "We hadden het geld om legaal te komen, maar we waren nergens welkom. Ik had er tienduizenden dollars voor over, maar we mochten niet."

Vanuit Turkije werden eerst de kinderen gestuurd, een hartverscheurende beslissing. "Per truck, niet over zee. Geen sprake van. We wisten dat we maar één kans hadden: ofwel nemen we het risico van de reis, ofwel sterven we samen hier." 80.000 dollar (ruim 71.000 euro, SVL) heeft het gezin in het totaal opgehoest. "Met dat bedrag had ik zo een nieuw bedrijf uit de grond gestampt. Nu wil ik zo snel mogelijk mijn diploma laten erkennen, opleidingen volgen, opnieuw beginnen. Syriërs zeggen altijd: 'Niets is onmogelijk.'"

Hij pauseert even, en zegt dan: "Ik heb altijd tegen mijn vrouw gezegd dat we na ons pensioen alle landen van Europa zouden bezoeken. Misschien kan ik mijn droom wel sneller verwezenlijken." Hij lacht, maar niet van harte.