Direct naar artikelinhoud

Waarom we niet spreken van de tunnel van Vilvoorde

Door werkzaamheden zal het viaduct van Vilvoorde een van dé gespreksonderwerpen van de pendelaar zijn deze zomer. De Tweede Wereldoorlog heeft ertoe geleid dat we vandaag niet spreken van de tunnel maar het viaduct van Vilvoorde. 'Om zeevaart mogelijk te maken op het kanaal'.

Nog tot het einde van de zomer staat het viaduct van Vilvoorde in het teken van extra verkeersellende. Door herstellingswerk aan het viaduct zelf en het wegdek is zowel op de binnen- als de buitenring het aantal rijstroken beperkt én versmald. Dagen aan een stuk waarschuwen radiospotjes al voor de verwachte verkeershinder. Het verkeerscentrum raadt aan een uur extra reistijd in te calculeren.

De werkzaamheden aan 's lands spectaculairste civiele bouwwerk spreken tot de verbeelding. Het viaduct diende in eerste instantie om het Zeekanaal Brussel-Schelde te overspannen. Maar door het gekozen tracé werden ook het verkeer op de weg (Woluwelaan, Schaarbeeklei) en het spoor (Brussel-Antwerpen) overwelfd.

Vierenhalf jaar, van midden 1974 tot eind 1978, deed een consortium van aannemers, waaronder Sotrahy, het Limburgse Nobels-Peelman en de Belgische Betonmaatschappij, erover om de brug te plaatsen. De werken kostten iets meer dan een miljard Belgische frank.

Een alternatief voor de brug, zoals in Antwerpen is bedacht voor de verguisde Lange Wapper, heeft nooit bestaan, zo zegt Pierre D'Haene. "Van een tunnel heb ik nooit horen spreken. Het was van in het begin duidelijk dat er een brug moest komen. Het ministerie van Openbare Werken had dat zo beslist. Zelfs de inplanting van de brugpijlers lag al vast."

D'Haene werkte destijds als ingenieur voor Verdeyen-Moenaert, een van de drie studiebureau's die hebben meegetekend aan de brug. "De funderingen en de pijlers, dat was mijn ding. Ik moest berekenen hoeveel staal en beton er nodig was om de brug te verankeren. Daar is heel wat rekenwerk in gekropen. Tegenwoordig hebben ze daar computerprogramma's voor."

Schepen van 35 meter

Dat de brug minstens 35 meter hoog is - op het hoogste punt zelfs 41 meter - heeft niets te maken met het feit dat het viaduct pal boven de Renault-fabriek loopt en daardoor aan specifieke veiligheidsmaatregelen zou moeten voldoen. "Het komt door de schepen", weet D'Haene. "Het Zeekanaal Brussel-Schelde moest toegankelijk blijven voor boten met een doorvaarthoogte van 35 meter."

Klopt, zegt Kevin Polfliet van Waterwegen en Zeekanaal. Maar ligt het nu aan ons, of hebben wij nog nooit schepen van 35 meter hoog zien passeren in Vilvoorde? "Zo'n schepen doen wel degelijk het Zeekanaal Brussel-Schelde aan", zegt Polfliet. Maar, moet hij toegeven: "Voornamelijk op het traject tot Willebroek. Tussen Willebroek en Brussel is de bedding minder diep."

Overigens, zegt Polfliet, moeten we ons geen mastodonten van schepen voorstellen. "Het gaat niet over de hoogte van de brug. Wat je meestal hebt, is dat daar nog eens antennes en masten bovenop staan. Die totale lengte mag de 35 meter niet overschrijden." En om helemaal correct te zijn: enkele jaren geleden is de Mercator, een notoire driemaster, doorgevaren tot in Brussel. "We hebben toen zelfs extra publiek moeten inschakelen om voor voldoende last te zorgen, zodat de boot diep genoeg in het water zou liggen om onder het viaduct door te kunnen varen."

Ondanks het volledige plaatje blijven de grotere zeeschepen in de minderheid op het Zeekanaal Brussel-Schelde. Dat blijkt uit de cijfers van Waterwegen en Zeekanaal. Van alle 17.761 boten die in 2010 het Zeekanaal aandeden, voerden er slechts 658 het predikaat 'zeeschip'. De rest (17.103 boten) waren kleinere binnenschepen. De boten waarvoor het viaduct van Vilvoorde dus werd ontworpen, maken slechts 3,7 procent uit van het lokale scheepvaartverkeer.

"We konden er toch moeilijk een hefbrug van maken", zegt oud-ingenieur D'Haene. Alle andere bruggen op het traject van Brussel tot Willebroek en verder, tot de monding van het Zeekanaal in de Rupel bij Wintam, zijn ophaalbruggen. "Het verkeer stilleggen op de Brusselse ring was echt geen optie", aldus D'Haene. "Ook niet in de jaren zeventig."