Direct naar artikelinhoud

Spanning tussen hemel & aarde

Al een halve eeuw ontwerpt de Zwitser Mario Botta publieke gebouwen. Voor het eerst tekende hij ook een kantorengebouw in ons land, een zeven verdiepingen tellend complex in Genk. 'Het lijkt op een masker uit de oudheid', zegt hij. 'Ik wil dat mensen niet alleen een volume zien, maar ook emoties voelen bij mijn werk.'

Mario Botta heeft een portfolio om u tegen te zeggen. De Zwitser bouwde niet alleen in zijn geboorteland, maar ook in de VS, Italië, Korea en Hong Kong. Hij ontwerpt vooral publieke gebouwen, zoals kerken, theaters, musea, bibliotheken, casino's, wellnesscenters en kantoorgebouwen.

Botta wil naar eigen zeggen een meerwaarde geven aan zijn creaties door de materialen die hij gebruikt en de relatie met de omgeving. "Een gebouw moet met het omringende landschap en omgeving communiceren. Ik start altijd met een topografisch idee en probeer te begrijpen hoe het licht de ruimtelijke beperkingen tekent. In Europa houdt men gelukkig meestal rekening met de historische en architecturale context tijdens het bouwen en verbouwen van stadsdelen. Dat is het grote verschil met de Verenigde Staten. Wanneer men daar een fabriek afbreekt, beginnen ze weer van nul, zonder aandacht te hebben voor het verleden. In Azië is het soms nog erger."

Nieuwsgierigheid

Het kantorencomplex in Genk is zijn eerste wapenfeit in België. "Dat is eerder toeval", zegt Botta. "Als architect kies je nooit zelf je opdrachten. Je wordt gevraagd."

Het gebouw ligt op een boogscheut van de Limburghal en vormt de toegangspoort van de stad. Het is opgetrokken uit 22.000 terracottategels uit Firenze en georiënteerd naar de zon om het licht tot diep in het gebouw te laten doordringen. De noordkant heeft een platte gevel, de zuidkant is meer organisch. "Het volume met de gebakken stenen lijkt op een masker uit de oudheid. Ik wil dat de burgers een zekere emotie voelen wanneer ze naar dit gebouw kijken en het niet alleen als een object zien."

Mario Botta heeft diverse grote projecten op zijn naam staan: het museum van Moderne Kunst in San Francisco, de kathedraal van Evry, de bergkerk in Mogno, de restauratie van theater La Scala in Milaan, het Watari-um museum in Tokio, de Kyobo-wolkenkrabber in Seoel, de kerk Santo Volto in Turijn... Botta is geboren in Zwitserland en dat heeft hem gevormd als architect. Het strenge klimaat in zijn geboorteland zorgt er immers voor dat je als architect goed moet kunnen improviseren. "Je hebt immers zo veel beperkingen waarmee je rekening moet houden. Denk maar aan de bergen en het water."

Hij vermeldt twee belangrijke invloeden: het werk van anderen en de eigen ervaring. "Carlo Scarpa, Louis Kahn en Le Corbusier zijn drie architecten die me beïnvloed en geraakt hebben. Zij waren de laatsten van een periode, van de moderne beweging. Daarnaast word je ook architect door je eigen nieuwsgierigheid, de stimulans om vrede te vinden in je werk. Door ervaring leer je het beroep, het vakmanschap beter te beheersen."

Of hij sterk geëvolueerd is tijdens zijn lange loopbaan? Botta betwijfelt het. "Ik weet niet of de expressie van mijn gebouwen nu sterker is dan de eerste die ik gebouwd heb. Picasso was op achttienjarige leeftijd ook al de kunstenaar die hij later zou worden."

Wereldburger

De architect benadrukt wel dat hij de manier van werken niet meer kan vergelijken met die van pakweg twintig jaar geleden. Vooral de complexiteit van de problemen en de tijdsdruk zijn groter. "Vroeger kregen we zes maanden om een project te realiseren, nu hebben we maar zes dagen om iets uit te werken. Er is te weinig tijd om na te denken."

Dat verklaart waarom Botta vaak instemt met bijzondere opdrachten, zoals een museum, een bibliotheek of een kerk, gewijde plaatsen waar ruimte is voor reflectie. "De architectuur drukt zich het best uit via het licht en de spanning tussen de hemel en aarde. Denk maar aan de koepel van een synagoge of het dak van een kerk. In dergelijke plaatsen ondervind je ook minder de hedendaagse druk. Het is bijvoorbeeld minder erg als er geen airco of verwarming is in een kerk, in tegenstelling tot in een theater."

Hoewel Botta in diverse landen actief is, vindt hij het lokale karakter heel belangrijk. "De paradox van ons beroep is dat je een wereldburger bent, of je het nu wilt of niet. Maar ik beschouw architectuur vooral als iets lokaals omdat het in verhouding staat tot de omgeving, wat altijd een uniek gegeven is. Architectuur moet verbonden zijn aan de geschiedenis van een stad. Het paradoxale is dat je het lokale niet kunt vinden als je niet universeel bent. Ik bedoel: in Korea, China en India kan ik niet praten met de lokale bevolking, maar toch werk ik met ze samen. Architectuur is net zoals muziek, het doorbreekt alle grenzen."

Welk project of gebouw tot zijn favorieten behoort, ontwijkt hij schalks door "het volgende" te antwoorden. Hoewel Botta bijna zeventig jaar is, denkt hij nog niet aan stoppen. "Ik zou graag eeuwig willen werken, maar ik ben bang dat dat niet zal lukken (lacht). Voorlopig wil ik verder ontwerpen en op zoek gaan naar de verborgen behoeften van de mens. Architectuur moet immers praten tegen de mensen."

Wie is

Mario Botta?

-

De Zwitser Mario Botta (Mendrisio, 1943) studeerde aan het Liceo Artistico in Milaan en onder Carlo Scarpa aan de Istituto Universitario di Architettura in Venetië. Hij werkte voor Le Corbusier en Louis Kahn tot hij in 1970 zijn eigen architectenbureau oprichtte, Mario Botta Architetto. Het Museum of Contemporary Art in San Francisco is een van zijn bekendste ontwerpen, onder meer door de geometrische vormen. Zijn kathedraal van Evry is dan weer volledig in baksteen opgetrokken. Het wijnhuis Petra in Suvereto is eveneens een opvallende verschijning.

www.botta.ch

Het Petra-wijnhuis in Suvereto is volledig geïntegreerd in het landschap en verwijst naar de oude Toscaanse buitenhuizen.