Direct naar artikelinhoud

Benidorm. De hele winter zomer

Wat is het geheim van de Costa Blanca? Hoe heeft Benidorm zijn publiek zo hondstrouw gekregen dat negen op de tien toeristen willen terugkomen, dat de meesten dat ook doen, zelfs meerdere malen per jaar, en dat hun kinderen en kleinkinderen die traditie voortzetten? Rudy Pieters schreef er een boek over.

Door Rudy Pieters

In heel Spanje mag het regenen, maar zodra je Denia passeert, is de kans groot dat de zon door de wolken breekt, en hoe dichter bij Benidorm hoe groter die kans. Aan de Spaanse oostkust valt zo al minder regen. De Atlantische Oceaan is de grootste leverancier van neerslag op het Iberische schiereiland. Om de Valenciaanse regio te bereiken moeten die Atlantische fronten een grote massa land over, met hoogvlaktes en bergketens waar ze veel van hun pluimen laten. Bij hun afdaling naar de kust verliezen ze nog meer vochtigheid, zodat amper 10 procent van de regen aan de Valenciaanse costa's van Atlantische oorsprong is.

De meeste neerslag komt van de veel kleinere Middellandse Zee, en hoe zuidelijker je gaat en hoe dichter bij Noord-Afrika je komt, hoe minder zee er overblijft: de winden kunnen er zich nauwelijks nog met vochtigheid opladen. (...)

Benidorm kan twee extra troeven op tafel leggen. Zijn stranden liggen in een baai die perfect op het zuiden georiënteerd is, en aan de oostzijde wordt de baai afgesloten door nog een kleine berg, de Sierra Helada. Als een verdwaalde meteoriet uit een Kuifje-album ziet hij eruit. Het scheefgezakte rotsblok is amper 400 meter hoog, maar dat volstaat om de vervelende oostenwinden uit de baai weg te houden. Het is een derde verdedigingsgordel, en hij bezorgt Benidorm zijn beroemde microklimaat. 's Winters is het er gemiddeld 15 graden, 's zomers 26 graden, met het hele jaar maxima van meer dan 20 graden. In september zie je nog veel blote bovenlijven op straat, in oktober blijven de bermuda's en mouwloze bloesjes het straatbeeld bepalen, terwijl Brussel en Amsterdam dan de dikste jassen al uit de kast halen. 'Benidorm, waar de zon de winter doorbrengt en de bries de zomer', stond in de jaren zestig overal op de affiches.

In zijn brochure van 1955 meldde burgemeester Zaragoza al dat veel buitenlanders Benidorm tijdens de wintermaanden kwamen bezoeken. Ga nu in oktober naar de luchthaven van Alicante en je ziet er meer Nederlanders en Belgen dan in augustus; 80 procent van alle passagiers landt er buiten de zomervakantie. Dat is het grote verschil met de Costa Brava en de rest van de Catalaanse kust, aan dezelfde zee, maar meer naar het noorden. Negen jaar lang gingen Agnes Kerremans en Robert Verlinden naar Cambrils op vakantie. "Eerst gehuurd, en dan een appartementje gekocht. We gingen meerdere keren per jaar, soms een jaar niet. Maar toen ging hij met brugpensioen en wilden we ook in de winter komen. Dus moesten we meer naar het zuiden, want in Cambrils is het dan niet warm genoeg." Het Belgische paar woont nu bijna het hele jaar in Altea.

Voor de oudere toerist betekent zon vooral gezondheid. Bob De Wulf verloor in 1985 zijn wijnzaak en huis bij een brand en kreeg kort nadien een hartinfarct. "De dokter heeft toen gezegd: stoppen, en naar het zuiden. Ik voel mij hier nu beter dan in België. Daar pakte ik 28 pillen per dag, nu nog zeven."

"Ik leef nog dankzij het feit dat ik hier woon, daar ben ik van overtuigd", zegt Albéric Vromant (77), die dertig jaar geleden met de eerste lichting Belgen in Benidorm neerstreek. "Toen ik jong was, had ik minstens drie verkoudheden per winter", zegt Robert Verlinden. "Toen al wist ik dat ik later naar Spanje zou komen. Hier heb ik nooit verkoudheden."

"Het loont voor die mensen de moeite om naar hier te komen omdat je altijd buiten kunt", legt Hilde Buysse, huisarts in Benidorm, uit. "Zelfs als het niet zo'n goed weer is, kun je nog altijd gaan wandelen, op de dijk loopt het steeds vol mensen. Als het regent, duurt het maar een paar uur."

Het zijn de roots van het Costa Blancatoerisme. In de negentiende eeuw al stuurden de artsen uit Madrid hun patiënten naar Alicante en omgeving om daar zeebaden te nemen, thalassotherapie. Ze schreven het aantal minuten voor, de frequentie en de intervallen, kuren van negen dagen vaak. Ze publiceerden boeken over het gunstige klimaat van Alicante. De zachte, constante temperaturen en de hoge luchtvochtigheid waren heilzaam voor aandoeningen aan de luchtwegen, vooral longtuberculose, schreven ze.

Het gezondheidstoerisme wordt nu stilaan big business. Naast de hotels en vakantiewoningen verrijzen steeds meer bejaardentehuizen en woonzorgcomplexen voor buitenlanders. In Altea bouwde het stadsbestuur van het Noorse Baerum (bij Oslo) een instelling voor bejaarden uit de eigen gemeente, een idee dat zo aansloeg dat ook Oslo er nu een aan het bouwen is. In 2005 nam het Nederlandse bouwconcern VolkerWessels Ciudad Patricia in Benidorm over, 175 aanleunappartementen waarin vooral Nederlandse en Belgische ouderen wonen. VolkerWessels wil er een toonaangevend geriatrisch centrum van maken.

Waar ook ter wereld, de meerderheid van de vakantiegangers wil zee. En geen zee op deze planeet lokt zoveel toeristen als de Middellandse Zee. In Benidorm zijn ze ervan overtuigd dat zij het mooiste stukje van die Mediterráneo hebben. "Nergens aan de honderden kilometers kust vind je zulke uitgestrekte en propere stranden als in Benidorm", schreef burgemeester Zaragoza vijftig jaar geleden. Hij had gelijk. In de negentiende eeuw al stond het vissersdorpje bekend om zijn 'kristalheldere water en fijne zand'. Alles zit mee: twee fraaie stranden, samen vijf kilometer lang en 270.000 vierkante meter groot, geen vervuilende rivieren in de buurt, beschut door de baai, naar het zuiden gericht, met aan het eind van de baai als kers op de taart een eilandje vol aalscholvers en stormvogeltjes.

"Volgens ons is dit het beste stadsstrand ter wereld", zegt het socialistische gemeenteraadslid Agustín Navarro. "Zo'n stadsstrand zo dicht bij de woningen heeft niemand. Of je moet naar São Paulo gaan. De stromingen reinigen onze stranden. Ondanks de vele mensen - op een dag in juli of augustus zijn er meer dan 50.000 op de stranden - blijft het water schoon. Men verzorgt het zand ook heel goed."

Voor wie slecht ter been is liggen er houten paden tot aan het water en staan er strandrolstoelen ter beschikking. Oudere strandgangers die liever geen zon willen, kunnen onder een groot zeil zitten dutten. (...)

Velen verafschuwen al dat beton, maar anderen vinden de skyline van Benidorm net iets hebben. Er rijdt zelfs een Bus Turístico rond, met hotel Gran Bali als vaste halte; dit moet de enige stad ter wereld zijn waar toeristen betalen om naar toeristen te kijken. Al die hoogtevrees tartende gebouwen - zelfs de kerktoren zit in een wolkenkrabber verwerkt - zijn deel gaan uitmaken van het aura van Benidorm, het gevoel dat er iets bijzonders aan de hand is. (...)

Nauwelijks buiten Benidorm beland je in een andere wereld. Heuvels en valleien vol amandelbomen, imposante bergen die zich ongegeneerd in zee storten. Er zijn nauwelijks stranden. Hier komen de toeristen voor het groen en de rust, dit is het terrein van de vakantiehuisjes en opgeknapte boerderijen. De bergflanken zijn amfitheaters waar de vakantiehuizen de beste zeezichten zoeken, net zoals de torens in Benidorm dat doen. "Hooguit tien kilometer buiten Benidorm zit je al in de bergen, stuk voor stuk prachtige bergen", zegt Marc Dobbelaere. "Op het Berniagebergte kun je helemaal rondwandelen en op een gegeven moment door een gat naar de andere kant gaan: impressionant."

Dobbelaere haalt met zijn reiskantoor Marco Polo jaarlijks een kleine vijfduizend mensen even uit de drukte van de badplaats voor een jeepsafari. "Via alle mogelijke weggetjes waar je met gewone auto's niet kunt komen, langs zandwegen, hier en daar een uitgedroogde rivierbedding, zo omhoog tot de top van een berg, iets boven 1000 meter, stevige avonturentochten. Als het eens sneeuwt in de bergen zijn we ook weg. Dak open, iedereen muts op, dikke dekens mee, en daarboven sneeuwballen gooien. Mensen geloven dat niet: ze komen naar Benidorm en verwachten niet dat ze sneeuw zullen zien."

"In Turkije hebben we een prachtig appartement gezien, van 120 vierkante meter, niet aan maar op het strand, omdat je daar van die brede stranden hebt. De huur was laag. Maar het is niet voor ons", zegt Georges Styl, voorzitter van de Vlaamse Vriendenkring Benidorm. "We hebben nu kinderen en kleinkinderen en als er iets is met hen, duurt het in Turkije twee dagen, misschien zelfs drie, voor we terug in België zijn. Hier niet. Dezelfde dag ben je nog in België."

Ooit had de trein veertien uur nodig tussen Madrid en Alicante. Vandaag doe je er met de auto nauwelijks langer over vanuit België of Nederland, met het vliegtuig sta je er in goed twee uur. Door de uitstekende verbindingen ligt Spanje naast de deur, een gevoel dat bij veel oudere toeristen van doorslaggevend belang is. (...)

De opening van de luchthaven van Alicante in 1967 bracht de Costa Blanca nog dichterbij. Het was het begin van de echte boom. De geschiedenis herhaalt zich met de opmars van de lagetarievenmaatschappijen, waaraan Spanje tegenwoordig de groei van zijn buitenlandse toerisme dankt. De vakantiegangers en overwinteraars hebben maar uit te kiezen. Op een steenworp van Alicante liggen Murcia en Valencia, die stormenderhand door budgetvliegers als Ryanair, Virgin Express en Vueling veroverd worden en daardoor bij de snelstgroeiende luchthavens van het land horen. In Alicante loopt het aantal Belgische passagiers terug, de Belgen aan de Costa Blanca rijden speciaal naar Valencia om er hun goedkope vliegtuig te nemen. Op de nog sterker groeiende luchthaven van Murcia, 90 kilometer van Alicante, hadden ze tot 2004 amper een Belg gezien, een jaar later landden er ineens 14.000.

Spanje is na vijftig jaar toerisme vertrouwd terrein voor de Noord-Europeaan, hij beschouwt de costa bijna als zijn eigen strand. Dat geldt zeker voor de Costa Blanca, waar het zomer en winter wemelt van de landgenoten. "Je loopt altijd iemand tegen het lijf", zegt Albéric Vromant over zijn Benidorm. Theresia Sterkens woont even verderop in Villajoyosa en kan goed vergelijken: "Villajoyosa heeft het buitenlandse toerisme altijd een beetje geweerd. Het is de plage voor Spanjaarden en dat willen ze zo houden. Daar zit je nog in Spanje, in Benidorm zit je feitelijk op de De Keyserlei."

De buitenlanders hebben er zich ook goed georganiseerd, met eigen horeca, artsen en verenigingen. Dat verhoogt het thuisgevoel nog voor toeristen en expats.

De Costa Blanca heeft haar uiterlijk mee en weet wat ze daarmee moet aanvangen. Alles heeft ze in huis gehaald om het de toerist naar de zin te maken. Benidorm alleen al telt 130 hotels met 38.000 bedden - nergens aan de Spaanse costa's vind je er meer samen - en nog eens 200.000 bedden in appartementen, de meeste met zeezicht. Bovendien kan de toerist kiezen uit 1.600 cafés en restaurants en bijna tweeduizend winkels, alles op wandelafstand, dankzij de compacte stad die Zaragoza in de jaren vijftig liet tekenen. Na honderd jaar proefdraaien en vijftig jaar in de hoogste versnelling is het toerisme hier een goed geoliede machine. "We kunnen zonder enig probleem van de ene dag op de andere van 150.000 naar 300.000 of 400.000 gaan", zegt gemeenteraadslid Mari Luz Barrio. "Iedereen heeft te eten, alles functioneert, het is bijna magie, iets wat weinig steden kunnen."

Massatoerisme betekent drukte, en dat is wat de mensen ook verwachten van Benidorm, zegt hôtelier Pere Joan Devesa. "Er zijn hier meer mensen die van drukte houden dan van alleen-zijn. In een hotel ontstaan meer sociale relaties dan in de eigen woning in een koud land. Bovendien valt de densiteit mee. Als je 300.000 mensen door zeven vierkante kilometer deelt, dan is je densiteit niet zo hoog. Akkoord, er zijn straten waar veel mensen wandelen, er zijn piekmomenten, maar die perceptie heeft niets te maken met de werkelijke densiteit." (...)

Veel mensen samen op vakantie betekent fiesta. Benidorm was zeker in zijn beginjaren synoniem voor uitgaan, drinken en 's morgens met een zwaar hoofd wakker worden naast iemand van wie de naam je niet te binnen wilde schieten, de vier s'en in het credo van de Britse toerismemarketeers: sun, sea, sand and sex. De doorbraak van de costa's kwam er net toen de jongerencultuur haar neus aan het venster stak, de rock-'n-rollgeneratie leverde de eerste klanten voor het massatoerisme. Benidorm begreep meteen dat je dan al eens iets door de vingers moest kunnen zien. De badplaats is er zeker van dat via haar stranden de eerste bikini Spanje binnenkwam. Het was een gedurfde onderneming die burgemeester Zaragoza bijna de excommunicatie kostte. Spanje zat toen nog onder de knoet van Franco's nationaal-katholicisme, maar voor de pragmatische burgemeester hoefde de wierook niet tot op de stranden van Benidorm te waaien.

Toen de Guardia Civil een Britse toeriste in bikini een boete van 40.000 peseta aansmeerde, was de maat vol. "Als je wilt dat de mensen hun vakantie in jouw stad doorbrengen, dan moet je het niet alleen hen zelf makkelijk maken, maar ook hun cultuur", vond de burgemeester. Dus stond hij op een ochtend in 1959 om drie uur op, hij stak een paar kranten onder zijn trui tegen de kou en sprong hij op zijn Vespa om in zes uur naar Madrid te rijden en Franco om een uitzondering voor de bikini te verzoeken. El Caudillo gaf zijn toestemming.

"In de jaren zeventig, vóór men Ibiza had uitgevonden, kwamen de mensen van Ibiza hier leren hoe wij het deden", zegt vastgoedagent Manuel Cabezuelos. "Er waren de hele dag discotheken open, op het strand werden feesten gehouden. Er kwamen toen ook al gepensioneerden de winter doorbrengen, maar in mei kwamen de families, en zeer veel jongeren en die bouwden een enorm feest."

Horizon Holidays begon toen met Club 18-30, budgetvakanties voor jongeren voor wie het logement er niet toe deed als ze maar konden uitgaan. In de gewone hotels liepen ze wat verloren. Na een nachtje stappen durfden ze zo'n hotel vol slapende gezinnen al eens op stelten te zetten, dus stak Horizon hen in goedkope pensionnetjes. (...)

Toen de Belgische frituurbakker René Vermeren eind jaren tachtig een snackbar in Benidorm begon, waren de nachten nog altijd langer dan de dagen. "We gingen 's avonds pas om vijf uur open, tot 's morgens vijf, zes uur. Hier om de hoek was er een discotheek, daar kon meer dan duizend man binnen, allemaal Nederlanders. De hele straat was 's nachts één open terras, al de zaken hier zaten stampvol."

Vandaag is Benidorm dat imago wat kwijtgespeeld, maar bij de homogemeenschap is het nog steeds een favoriete bestemming. "De top drie blijft Mykonos, Sitges en Ibiza, maar daar net achter vind je Benidorm", zegt Pieter Jan Wynant van holebi-website QTiD.com. "De gayscene is er al in de jaren zeventig begonnen, toen de eerste homobar geopend werd. Dat was ongezien, het heeft een echte boom veroorzaakt, en Benidorm zal altijd een van de voorlopers blijven. Het heeft gewoon alles. Echte gayhotels, waar mannen automatisch een tweepersoonsbed krijgen als ze boeken, en gay guesthouses. Je hebt er naaktstranden. Er zijn seksshops. Er zijn cruisingplaatsen, ontmoetingsplaatsen in de openlucht (...) en je hebt natuurlijk de ontelbare uitgaansmogelijkheden. Voor een homo die op zoek is naar een uitgaansvakantie en daarna wil uitblazen op het strand, is Benidorm het aards paradijs. Hij kan uitgaan tot twaalf uur 's middags, hij komt buiten en hij kan gaan cruisen of naakt op het strand gaan liggen en er in slaap vallen om 's avonds opnieuw te beginnen." (...)

Een microklimaat, imposante bergen en torens, prachtige stranden en kontjes, uitstekende verbindingen, een arts in je eigen taal, bedden, winkels, restaurants en landgenoten bij de vleet, en dat allemaal voor weinig geld. Talrijk zijn de toeristische troeven van Benidorm en de Costa Blanca, maar de grootste troef is dat ze het allemaal goed hebben kunnen verkopen. (...) Pedro Zaragoza, zeventien jaar lang burgemeester, was de beste verkoper. Hij had Benidorm bedacht en ging het nadien overal venten. Persoonlijk. Hij bekeerde niet alleen Franco tot de bikini. Op een promotiebezoek naar Londen nam hij turrón, een soort noga, en amandelgebak mee voor de Britse koningin. Met zijn oude Mercedes reed hij naar een beurs in Keulen en op de terugweg stopte hij bij elk belangrijk kruispunt om er een wegwijzer te plaatsen: 'Benidorm, zoveel kilometer'. Hij was nog maar pas burgemeester of hij stuurde 's winters bloeiende amandeltakken naar het bevroren Stockholm, de takken werden in winkeletalages geplaatst, voorzien van het opschrift 'Benidorm, España', genoeg om de nieuwsgierigheid te prikkelen.

Zaragoza maakte van zijn stad een vaste halte in de wielerronde van Spanje. (De eerste keer won een Belg, René Van Meenen, in 1967 won de Nederlander Evert Dolman.) In 1959 lanceerde Zaragoza het Festival de la Canción de Benidorm, een liedjeswedstrijd in de stijl van het Eurosongfestival en San Remo. Op een gegeven moment werd het in 32 landen op de radio of televisie uitgezonden en in 1968 hielp het de carrière van Julio Iglesias uit de startblokken. De kwaliteit van de liedjes wilde al eens tegenvallen, maar overal ging de naam Benidorm over de lippen, en dat was wat telde.

Zaragoza's meest besproken uitspatting begon in het verre noorden, in Kaamasmukka, een Laps gehucht van acht huizen, vijfhonderd kilometer boven Helsinki, waar Hans Nuorgam een rendierkudde had. In 1965 overtuigde Zaragoza hem ervan om met zijn vrouw en twee van zijn acht kinderen naar Benidorm op vakantie te komen. Ze hadden Lapland nog nooit verlaten. In traditionele klederdracht stapte het viertal op het vliegtuig, vergezeld van een ontvangstcomité onder leiding van Zaragoza. Ze maakten tussenlandingen in Helsinki, Stockholm, Brussel, Luxemburg, Parijs, Barcelona en Madrid, en lokten overal journalisten. De bijdehante burgemeester zorgde ervoor dat het bordje met 'Benidorm' telkens goed in beeld kwam.

In Barcelona wachtte een equipe van de Spaanse televisie hen op, in Madrid ontvingen Franco en ministers hen in het paleis El Pardo. Na het bijwonen van een stierengevecht gingen de Lappen naar Benidorm, van de toendra naar de playa, waar ze in een pas geopend luxehotel ondergebracht werden. Kort na hun aankomst sloeg Zaragoza's hart een tel over.

"Ze hadden het warm en besloten in zee te gaan. Tot onze verrassing deden ze al hun kleren uit, behalve hun sokken, aangezien hun cultuur niet toestaat de voeten te tonen, en ze gingen naakt het water in. Gelukkig kon ik de journalisten ervan overtuigen de foto's niet te publiceren."

De reis kreeg zoveel weerklank in de pers dat het gezelschap op de terugweg door de president van Finland ontvangen werd, Zaragoza schonk hem een kist wijn - op het etiket stond 'Gebottelde zon van Benidorm' - en manchegokaas. "Ik kreeg veel kritiek", zei Zaragoza later. "Vertel ons nu niet dat de Lappen als toeristen naar Benidorm gaan komen! Natuurlijk niet! Maar ondertussen praatte de hele wereld wel over Benidorm. Ik was niet gek geworden. Het effect werd bereikt en het kostte geen geld."

Benidorm. De hele winter zomer van Rudy Pieters wordt uitgegeven door Van Halewyck en ligt vanaf volgende week in de boekhandel.

Albéric (77): Toen ik jong was, had ik minstens drie verkoudheden per winter. Hier ben ik nooit verkoudenIn Benidorm rijdt zelfs een Bus Turístico rond. Dit moet de enige stad ter wereld zijn waar toeristen betalen om naar toeristen te kijken