Direct naar artikelinhoud

God en gemoedsrust naast de snelweg

SERIE Wat staat die kerk in Thionville daar te doen, zo pal naast de snelweg? En welk verhaal zit achter La Femme Sans Tête bij Dijon? Tien ankerpunten op L'Autoroute du Soleil, tien verhalen in De Morgen. Vandaag: de kerk van Thionville.

Het is 1911 en in De Vroolijke Tocht (Vijfduizend kilometers per automobiel door Frankrijk!) schrijft Cyriel Buysse: "Een goede, mooie weg is als een vaste, trouwe vriend, die de chauffeur overal begeleidt." Ten zuiden van Bouillon is Buysse de grens over gereden. Iets verder schrijft hij over het Maasdepartement dat hij nog nooit zoiets vuils gezien heeft als deze dorpen, om daarna door te vlammen naar Nancy.

Van de 'Autoroute du Soleil' is in 1911 nog geen sprake, maar dat van die trouwe vriend klopt wel. Een vriend die houvast biedt en die, in Luxemburg pas de grens over, telkens verwondert. Kijk naar die kerk: ze staat links als je naar het zuiden rijdt. Rechts moet je afrit 39 Beauregard af om via een lusje onder de A31 voor de deur van de Église Saint-Joseph de Beauregard te staan.

De deur is dicht. Verscholen onder een boom staat een grot met een beeld van de Heilige Maagd. Een plaatje op de kerkgevel wijst op het niveau dat de Moezel hier op 31 december 1947 haalde, en iets verder vraagt een graffiti: "Slash. WTF is going on?" Niks is going on vandaag. Alleen op zondag wordt de eucharistie gevierd en galmt het orgel door de kerk, die tussen 1867 en 1869 in neogotische stijl werd opgetrokken. Eens per maand is er ook een concert.

Zo hoog als de Moezel zal het water niet stijgen als Horus, bij zijn dagelijkse uitje, z'n poot tegen de Saint-Joseph heft. Zelfs het hondje van Christophe Lannoy is niet zo hoog, maar dit is dus zijn aire langs de Autoroute du Soleil.

"C'est sympa", zegt Lannoy eerst nog over Thionville, een stad van 40.000 inwoners. De kersvers verkozen burgemeester Anne Grommerch van de centumrechtse partij UMP ligt er net deze week onder vuur, op verdenking van onregelmatigheden bij de verkiezingen. Maar Lannoy vindt het dus sympa, ondanks de tienduizenden wagens die elke zomerdag langs de kerkdeur passeren.

Hij is niet van hier: "Ik kom uit Coudoux, bij Aix-en-Provence. Ook langs de Autoroute dus. Maar mijn vrouw is van Thionville. Twee jaar geleden kwamen we naar hier. Haar ouders waren oud en hulpbehoevend. Zij moest voor hen zorgen." De verleden tijd wijst op verandering. "Mijn schoonouders zijn overleden. Misschien kunnen we nu wel terug." Want, évidemment, hij mist le climat, de Azurenkust die vlakbij ligt en zelfs de skipistes van de Alpen. "Op twee uur sta je daar. Hier kun je indoor skiën, maar dat is niet hetzelfde."

Hôpital Beauregard

Een oude stenen paal duidt erop dat hier ooit een weeshuis was. Wanneer je rond de Eglise Saint-Joseph loopt, is de verrassing echter nog groter. Plaatjes met daarop de namen van madame Plichon, docteur Leheup, monsieur Zito en Madame Georges reserveren parkeerplaatsen voor dokters en beheerders van het Hôpital Beauregard. Nochtans duidt een briefje erop dat de dienst dermatologie sinds 20 mei 2014 naar een ander hospitaal is verhuisd. De cafetaria is gesloten en een vrouw die eenzaam in een chaotische zaal haar boterhammen eet, weet van niks. Alsof ze zelf een compleet vergeten patiënte is.

Saule pleureur is de prachtige Franse naam voor de treurwilg die op de parkeerplaats schaduw bood. Troost misschien, aan de psychiatrische patiënten die ooit in de andere lege vleugel lagen. Zuurstof zeker, aan zij die hier naar adem hapten. Want een plaatje op de muur wijst de weg naar de Dispensaire. Prevention des maladies respiratoires et de la tuberculose. Op dertig meter van de razende autosnelweg is er geen gekkere plek te bedenken om naar frisse lucht te happen.

Morgen deel 3

La femme sans tête Wie was de vrouw zonder hoofd?