De 32-jarige Abdulrahman leeft met zijn vrouw en vier kinderen in het dorpje Taza Khurmatou, zo’n 23 kilometer ten zuiden van Kirkuk. Om zijn gezin te beschermen tegen oprukkende IS-strijders, ging hij op zoek naar een wagen die wel wat kon verdragen. Zo vond hij na enig zoekwerk een gepantserde BMW uit de jaren 90 op een veiling, waarvoor hij 10.000 dollar op tafel legde.

En die kwam vrijwel meteen van pas toen Kirkuk aangevallen werd door IS. Liefst 64 regeringssoldaten en burgers werden gedood tijdens de gevechten, terwijl er meer dan 100 gewonden vielen. Een grote groep burgers kwam daarbij vast te zitten door de aanwezigheid van sluipschutters. Tot Abdulrahman kwam aangereden in zijn BMW.

“Ik wist dat dit het moment was om mensen te helpen”, aldus de Peshmerga. “Het voelde juist aan. Ik ben een strijder en ik had een gepantserde wagen. Het zou een schande geweest zijn als ik niet geholpen had. Ik bleef dan ook zeggen tegen mezelf dat die mensen mij nodig hadden en dat mijn stad in gevaar was.”

Abdulrahman reed met zijn BMW in en uit Kirkuk, telkens met enkele gewonden op zijn achterbank. Ondertussen namen IS-strijders zijn wagen onder vuur. Naar eigen zeggen redde hij 70 mensen en vervoerde hij ook de lijken van een aantal slachtoffers. “Ik vervoerde Soennieten, Sjiieten, Koerden en Christenen, en mijn auto kreeg zo’n 50 schoten te verduren”, aldus de Irakees. “IS bleef maar schieten, in de hoop dat hun kogels mijn pantser zouden breken en ze ons zo konden doden.”

“Ik ben geen held”

De gouverneur van Kirkuk, Najmaldin Karim, ontving Abdulrahman persoonlijk en gaf hem een enveloppe met 385 dollar als beloning voor zijn reddingsactie. Al was die daar allesbehalve blij mee. “Ik was gelukkig met het certificaat van de gouverneur, maar ik vond het beledigend dat hij mij geld gaf voor iets dat elke Irakees zou moeten doen”, reageerde Abdulrahman. “Ik ben geen held, gewoon een man die zijn land wil beschermen tegen criminelen en moordenaars.”

Geen wonder dus dat Abdulrahman een aanbod van BMW naast zich neerlegde. De Duitse autobouwer wilde de gepantserde wagen van de Irakees inruilen voor een gloednieuwe BMW. Bijgevolg zouden ze de wagen van Abdulrahman kunnen uitstallen in hun hoofdkwartier in München. Daar had hij echter geen zin in. “Ik herstel mijn wagen wel gewoon”, was zijn reactie.