Direct naar artikelinhoud

Crisis duwt zes miljoen Russen in de armoede

De globale economische en financiële crisis zorgde ervoor dat zes miljoen Russen onder de armoedegrens belandden. Daarmee is een groot deel van de armoedebestrijding sinds 2000 ongedaan gemaakt. Niet premier Poetin of president Medvedev krijgen de schuld, wel het Westen en de grote bedrijven.

De sterke daling van de olieprijzen en de globale financiële crisis hebben ervoor gezorgd dat het aantal Russen dat onder de armoedegrens leeft, sinds de zomer van 2008 met zes miljoen is gestegen, zo blijkt uit de officiële statistieken. Bijna één burger op zes moet het met minder dan 5.000 roebel per maand doen, goed voor in totaal 24,5 miljoen mensen. De kredietcrisis in de VS en het einde van de hoge olieprijzen zorgden ervoor dat heel wat bedrijven in ademnood kwamen, wat zich doorvertaalde in ontslagen, gedwongen deeltijds werk, verplicht onbetaald verlof en niet-betaalde lonen. In december van vorig jaar alleen al verloren een half miljoen mensen hun baan en tussen vorige zomer en maart van dit jaar kwamen er 2 miljoen werklozen bij. Pessimisten vrezen dat het huidige aantal werkzoekenden zou kunnen stijgen van 6 miljoen in maart tot 11 miljoen eind dit jaar.

Uitkering van 95 euro

Veel werklozen zitten onder de armoedegrens. De werkloosheidsuitkering bedraagt immers omgerekend 95 euro per maand. “Dat bedrag is zo laag en de bureaucratische beslommeringen die nodig zijn om het te incasseren zijn zo uitgebreid, dat veel rechthebbenden zich niet eens melden”, zo schreef Natalia Zubarevic, professor sociale geografie in Moskou in maart al in ‘Russia and the global meltdown’, een rapport van de Carnegie Endowment. De situatie voor werklozen en armen is vooral problematisch in Moskou en Sint-Petersburg, waar de levensduurte erg hoog is. Moskou is volgens de in juli uitgebrachte Mercer’s Index de op twee na duurste stad ter wereld. Dat het aantal armen zou stijgen, werd dit voorjaar al voorspeld. Zubarevic schreef toen al dat verwacht werd dat alle vooruitgang die sinds 2000 was geboekt inzake armoedebestrijding geheel teniet zou worden gedaan. Tussen 2000 en 2007 ging het aantal arme Russen van 40 miljoen (29 procent van de bevolking) naar 18 miljoen (13,4 procent). Met 24,5 miljoen nu is dat percentage weer tot 17,5 opgeklommen. Grootschalige sociale onrust wordt evenwel niet meteen verwacht. Enerzijds heeft de bevolking sinds de economische kortsluiting die voortvloeide uit de implosie van de Sovjet-Unie een soort van overlevingsstrategie ontwikkeld. Het gros van de arbeidersklasse en lage middenklasse heeft een eigen moestuin, waarop wordt gerekend om in het gros van de basisvoedselbehoeftes te voorzien en bouwde een behoorlijk sociaal netwerk uit om levensmiddelen te ruilen of goedkoop aan te kopen. Bovendien wordt de schuld voor de huidige crisis niet in de schoenen van de overheid geschoven maar in die van het Westen, met de Amerikaanse kredietcrisis als grote trigger.