Direct naar artikelinhoud

Francken vangt bot in zaak rond visum Syrisch gezin

De advocaat-generaal van het Europees Hof van Justitie geeft in een advies Theo Francken (N-VA) ongelijk in de zaak over de toekenning van een humanitair visum aan een Syrisch gezin.

Voor advocaat-generaal Paolo Mengozzi bestaat er wel degelijk een verplichting om een visum af te leveren als er belangrijke redenen zijn om aan te nemen dat de aanvragers bij weigering "zullen worden blootgesteld aan folteringen of onmenselijke of vernederende behandelingen". De Europese lidstaten mogen zich niet aan hun verantwoordelijkheden op het vlak van mensenrechten onttrekken, zegt hij. Volgens hem "staat het vast dat de verzoekers in Syrië een reëel risico liepen op een uiterst onmenselijke behandeling".

De 'verzoekers' om wie het gaat, zijn de leden van een Syrisch christelijk gezin met drie minderjarige kinderen die in Aleppo wonen. Zij hadden in oktober een humanitair visum gevraagd bij de ambassade in Libanon uit vrees voor vervolging en marteling. Het gezin kreeg van de Dienst Vreemdelingenzaken nul op het rekest, waarna de zaak voor de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen kwam. Die stapte naar het Hof van Justitie in Luxemburg om uitleg te vragen over hoe de Europese regels moeten worden geïnterpreteerd.

Emotioneel pleidooi

De zaak is gelijkaardig aan die van een gezin met twee kinderen waar de voorbije maanden veel om te doen was. Een rechter had staatssecretaris voor Asiel en Migratie Theo Francken (N-VA) verplicht een visum af te leveren, maar Francken weigert dat. Een van zijn argumenten is dat de aanvraag in ons land moet gebeuren, niet in een Belgische ambassade.

Maar de advocaat-generaal volgt dat argument niet. Volgens hem kan het Syrisch gezin doordat de grenzen in steeds meer landen dichtgaan, geen gebruik maken van zijn recht om hier internationale bescherming aan te vragen. "De weigering om een legale weg toe te staan, lijkt mij bijzonder zorgwekkend in het licht van de humanitaire waarden en het respect voor de mensenrechten", schrijft hij.

Peter Van Elsuwege, professor Europees recht (UGent), valt vooral de scherpte van het advies op. "De advocaat-generaal neemt het beleid van de lidstaten op de korrel en maakt er bijna een emotioneel pleidooi van." Dat de advocaat-generaal daarmee zijn boekje te buiten is gegaan, wil Van Elsuwege echter niet gezegd hebben. "Het is wel opmerkelijk."

'Alle vertrouwen'

Cruciale vraag is nu of het Hof het advies zal volgen. Zeker is dat niet. Integendeel. "Het verleden leert dat het Hof de advocaat-generaal in vier op de tien gevallen niet volgt", zegt woordvoerder Stefaan van der Jeught. "Waar het Hof het advies wel volgt, gaat het bovendien heel vaak over zaken met precedenten. De advocaat-generaal wijst het Hof op die voorgaande uitspraken en suggereert dan om een gelijkaardige uitspraak te doen." Aangezien er nu echter geen precedenten zijn, is het onmogelijk in te schatten wat het Hof zal beslissen.

Francken zelf heeft er "alle vertrouwen in dat de 15 rechters de draagwijdte en de impact van deze zaak correct zullen inschatten". Hij voelt zich gesteund door dertien andere lidstaten en de Europese Commissie die zich achter België hebben geschaard.