Direct naar artikelinhoud

Eén op de drie migrantenkinderen groeit op in armoede

Bijna een op de drie migrantenkinderen groeit op in armoede. Geen enkel ander land scoort slechter dan België, zo blijkt uit een rapport van de OESO.

Immigranten hebben het in België in verschillende opzichten moeilijker dan in sommige andere Europese landen, zo blijkt uit de eerste vergelijkende studie van de OESO (Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling) over de integratie van migranten en hun kinderen.

Daarbij lag de focus op huisvesting, onderwijs, arbeid, inkomen en discriminatie. Alleen wat betreft de toegang tot medische zorg en de algemene gezondheidstoestand scoort België goed. Op ongeveer elk ander vlak kan het beter.

In de 34 onderzochte landen loopt gemiddeld 17 procent van de inwijkelingen het risico om in armoede terecht te komen, tegenover 15 procent van de autochtone bevolking. In Denemarken, Finland, Nederland, Frankrijk en ook België is dat verschil extra uitgesproken. Bij ons riskeert een op vijf migranten in de armoede te belanden, dat is vier keer zoveel als onder autochtonen.

Vooral kinderen worden getroffen. Nergens is de kinderarmoede hoger dan in de Verenigde Staten, Spanje en België. Terwijl 5 procent van de veertienjarige autochtonen in armoede leeft, is dat lot meer dan zes keer zoveel migrantenkinderen beschoren.

Bijna een op drie, 31 procent, groeit op in precaire omstandigheden. "In zowel België als de VS is de situatie bijzonder verontrustend", schrijven de onderzoekers, "omdat juist in die landen het aantal kinderen dat in zulke families opgroeit erg hoog ligt."

Niet alleen de nieuwkomers, ook migranten van de tweede generatie hebben het moeilijk. In 2008 had driekwart van hen in de OESO-landen een baan, tegenover 85 procent van de autochtonen. In ons land bedraagt die tewerkstellingskloof geen 10 maar 27 procent. Bovendien is de achterstand niet beperkt tot laaggeschoolden, ook hoog opgeleiden blijven achterop hinken.

België behoort tot de zes landen waar de werkloosheid onder migrantenjongeren hoger is dan 30 procent. Voorts valt op dat ze veel langduriger werkloos zijn dan autochtonen.

De voorstelling van het OESO-rapport valt samen met de presentatie van het Jaarboek Armoede en Sociale Uitsluiting van het centrum Oases (Universiteit Antwerpen). Daarin wordt eveneens geconcludeerd dat de jeugdwerkloosheid in België alarmerende hoogtes heeft aangenomen, vooral onder migrantenjongeren.>>3