Direct naar artikelinhoud

Drempels voor de elektrische auto

Als gevolg van de ellende in de automobielsector wenden steeds meer blikken zich naar ‘groene’ alternatieven als de hybride modellen of volledig elektrische auto’s. Eric Desomer gelooft in een toekomst voor die wagens, maar lijst enkele drempels op waar de elektrische auto over moet als die ooit een volwaardig vervoersmiddel wil worden.

Op de jongste autobeurs in Frankfurt profileerde Carlos Ghosn, algemeen directeur van Renault, zich als dé promotor van elektrische auto’s. Hij beloofde dat Renault de komende drie jaar vier nieuwe modellen zal ontwikkelen die aangedreven worden door een batterij. De verkoopcijfers van minstens een van die modellen moeten binnen de tien jaar zes nullen bevatten.Carlos Ghosn is koploper in een auto-industrie waarvan de grote kopstukken nog altijd liever investeren in hybride wagens met een lage CO2-uitstoot. Dat zijn auto’s die elektrisch vermogen combineren met een verbrandingsmotor, of standaardwagens met kleinere, schonere motoren. Waar ligt de toekomst van elektrische auto’s dan eigenlijk? Wanneer komen ze echt op de markt?Volgens pessimisten is de toekomst van deze auto’s nog minstens tien jaar van ons verwijderd. Het prijsverschil tussen een elektrisch voertuig en een vergelijkbare gezinswagen op brandstof bedraagt enkele duizenden euro’s. Dat komt door de hoge productiekost, de prijs van de batterijen en het feit dat de infrastructuur nog niet op punt staat. Optimisten gaan ervan uit dat, als de overheid erin investeert, elektrische wagens vroeg of laat een kans maken. Ze zouden de automobielindustrie grondig veranderen.Vandaag rijdt er slechts een klein percentage hybride en elektrische wagens rond. In Duitsland gaat het om 1.500 elektrische en 22.300 hybride modellen op een totaal van 49,6 miljoen geregistreerde wagens op de weg. Toch zal een groeiend ecologisch bewustzijn bij consumenten, samen met milieunormen, schommelende brandstofprijzen en slinkende olievoorraden leiden tot een grotere vraag naar elektrische voertuigen. Maar voor het zover is, moeten we nog enkele drempels overwinnen.1. Elektrisch aangedreven wagens hebben een hoger prijskaartje. Dit komt vooral door de lithiumbatterij, die de aankoopprijs tien- tot vijftienduizend euro hoger maakt. Elektrische wagens hebben ook een beperkt bereik. Daarom zijn er duizenden laadstations nodig langs snelwegen, in steden en in parkeergarages. Bovendien zijn er nog geen afspraken om het type batterijen en stekkers te standaardiseren.2. De infrastructuur ontbreekt.3. De overheid biedt niet genoeg stimulansen en subsidies om de elektrische technologie voor auto’s te ontwikkelen. Alleen Frankrijk en Engeland krijgen tegemoetkomingen, ze bestaan niet in de rest van Europa of in de VS.Het zijn deze knelpunten die de toekomst van elektrische auto’s erg onvoorspelbaar maken.Toch bewijzen enkele recente Europese voorbeelden dat de elektrische auto-industrie wel degelijk in beweging is. Stockholm, Londen en Amsterdam beschikken al over actieve laadstations. Grote bedrijven zoals RWE en EON ontwikkelen in Duitsland de nodige infrastructuur. Er ontstaan ook nieuwe manieren van zaken doen. Better Place, een bedrijf uit Californië, introduceerde op de autoshow in Frankfurt een technologie om autobatterijen in minder dan vijf minuten te vervangen. Je hoeft ze niet te kopen, maar gewoon te leasen. Volgens Better Place hebben ze al een bestelling ontvangen voor 35.000 auto’s in Israël.Hoewel consumenten wachten op schonere elektrische auto’s, doen hybride modellen nu dienst als een soort overgangsmodellen. We moeten de verkoop van deze wagens dan ook grondig analyseren, omdat die aantoont wat de klant verlangt van een volledig elektrische wagen. Ook al verkopen we zeker tot 2020 nog hybride auto’s, de toekomst draait om elektrische auto’s. Volgens recent onderzoek van advieskantoor Deloitte zal een derde van de auto’s in geïndustrialiseerde landen in 2020 elektrisch of “groen” zijn. In verstedelijkte gebieden en groeilanden zal dat 20 procent zijn.