Direct naar artikelinhoud

Rolling Stones

Ze hebben snel geleefd en alles gesnoven en geslikt wat strafbaar is. Maar inmiddels bestaan de Rolling Stones 50 jaar en verkopen ze nog steeds vlotjes elk stadion uit. Al heeft de gespannen verhouding tussen Keith Richards en Mick Jagger de groep meer dan eens op de rand van de split gebracht.

Keith Richards is 69. Mick Jagger ook. Drummer Charlie Watts doet met zijn 71 dienst als nestor van de band. En Ron Wood - inmiddels 37 jaar op post maar nog steeds 'de nieuweling' - blijft als 65-jarige de jongste Stone.

Maar zet ze samen op een podium en leeftijd heeft geen belang meer. Daar smelten de jaren weg en regeert de rock-'n-roll: de enige verjongingskuur waar de medische wereld geen verklaring voor heeft. Want naast legendarische muzikanten zijn de Rolling Stones vooral survivors. Watts ging negen jaar geleden keelkanker te lijf en overwon de ziekte. En Richards onderging in 2006 hersenchirurgie na zijn legendarische val uit een palmboom op de Fiji-eilanden. Hij heeft sindsdien zes titaniumpinnen in zijn schedel steken die - zo zegt de gitarist zelf - niet afgaan wanneer hij op de luchthaven door de securityscanner gaat.

Maar zoals dat onvermijdelijk is in een relatie die vijftig jaar standhoudt, wordt de geschiedenis van de Stones gekenmerkt door evenveel ups als downs. Mick Jagger en Keith Richards zijn zoals bekend niet alleen goeie vrienden, maar ook intieme vijanden. Sommige conflicten liepen zelfs zodanig uit de hand dat het voortbestaan van de groep erdoor op de helling kwam te staan.

Het recentste voorbeeld is uiteraard Life, de uitstekende biografie van Richards waarin hij twee jaar geleden schreef dat Jaggers penis letterlijk en figuurlijk te klein was om veel ophef te maken. Het leek niet meer dan een grap, maar de passage werd gretig door de media uitvergroot. In die mate zelfs dat Jagger zich - los van zijn afmetingen - behoorlijk op de pik voelde getrapt. De geplande opnamen van een nieuwe cd werden geschrapt en heel even zag het ernaar uit dat de imposante carrière van de Stones op zo'n kinderlijk akkefietje zou stranden. Er kwam een maandenlange pendeldiplomatie aan te pas voor de twee weer bereid werden gevonden om in dezelfde kamer te vertoeven.

Pas begin vorig jaar, toen Richards publiekelijk zijn verontschuldigingen aanbood, werden de laatste plooien gladgestreken en kon er weer naar een opnamestudio worden verkast. De twee nieuwe nummers die uit de korte sessies voortvloeiden - 'One More Shot' en vooral 'Doom And Gloom', beide terug te vinden op de compilatie Grrr! - onderstreepten dat de Rolling Stones in 2012 nog niet waren uitgeteld, en ook de veelbesproken concerten in de Londense O2 Arena werden achteraf onder de superlatieven bedolven.

Dat voor de gelegenheid ook ex-leden Mick Taylor en Bill Wyman mochten meespelen, was op de koop toe een meesterzet met grote symbolische waarde. Wyman stapte twintig jaar geleden uit de Stones omdat hij het eeuwige geruzie van de Glimmer Twins niet meer te harden vond. "Ik kon het niet meer opbrengen om jaren te zitten wachten tot die twee hun geschillen weer eens hadden bijgelegd", zei hij daar ooit over in De Morgen. "Ik heb bijna de volledige eighties thuis gezeten omdat Mick en Keith niet door één deur konden. Terwijl: voor mij, Ron en Charlie ligt het geld bij de tournees, want de andere twee gunnen ons geen credits onder de songs. Ook niet voor diegene waar we zelf een wezenlijke bijdrage aan hebben geleverd. Ik heb meer verdiend aan mijn beleggingen in vastgoed dan aan mijn jaren bij de Stones."

De jaren tachtig waren niet toevallig de minst interessante in de carrière van de groep. Privé ging het de twee voormannen van de groep nochtans voor de wind. Richards had net Patti Hansen ontmoet, een fotomodel van vooraan in de twintig die hem voorgoed van de heroïne af zou krijgen. En Jagger - net gescheiden van Bianca - was gelukkig met Jerry Hall, een oogverblindende Texaanse blonde die hij van Roxy Music-frontman Bryan Ferry had afgesnoept.

Maar binnen de band was de spanning te snijden. De eerste ruzies staken de kop op eind '79 toen de Stones in New York Emotional Rescue afwerkten. Richards en Jagger hadden een serieuze uitval over het nummer 'Dance (Pt.1)', een instrumental die volgens de eerste verknoeid werd door de songtekst die de tweede eroverheen had geschreven.

De basis van die clash werd eigenlijk nog twee jaar vroeger gelegd, toen Richards in Toronto gearresteerd werd wegens heroïnebezit. Een gevolg daarvan was dat Jagger zich genoodzaakt zag om de touwtjes in handen te nemen, maar nadien eiste zijn gitarist uiteraard wel terug diens creatieve rol op. "Daar is de miserie begonnen", vertelde Richards daarover in het Britse maandblad Mojo. "Hij was het snel gewend om macht te hebben, en wilde daar achteraf geen duimbreed meer op toegeven."

Los zand

Eerlijk: Emotional Rescue was niet het soort plaat waar veel discussies over gevoerd moesten worden. Het bleek een nauwelijks verholen verzameling restjes, en het niveau van de songs klonk op z'n minst twijfelachtig.

Toen drummer Charlie Watts niet kwam opdagen tijdens het evenement waar de plaat aan de wereldpers zou worden voorgesteld, gonsde het opnieuw van de geruchten als zouden de Stones op splitten staan. Ron Wood zat aan de cocaïne, Bill Wyman toonde meer interesse voor fotografie dan voor muziek en Richards was ronduit furieus toen hij in juli '80 een telex van Jagger ontving waarin duidelijk werd dat de op stapel staande tournee er niet zou komen.

Nog zes maanden later waren de twee - zowel mentaal als geografisch - totaal van elkaar vervreemd. Mick vertoefde in de Peruviaanse jungle om er samen met regisseur Werner Hertzog Fitzcarraldo te draaien, terwijl Richards in Europa zat te knarsetanden. Ook de plaat die erop volgde - Tattoo You - was grotendeels uit oude, afgestofte opnamen opgebouwd.

Maar de creatieve tandem van de Stones kon het toch opbrengen om één nieuw nummer te schrijven: het middelmatige 'Neighbours.' De getroubleerde relatie tussen de twee protagonisten zorgde ervoor dat de elpee - ondanks classics als 'Start Me Up' en 'Waiting On A Friend' - als los zand aan elkaar hing. Het zou een probleem worden waar zowat alle Stones-platen uit de jaren tachtig mee te kampen hadden.In de tweede helft van '81 ging de groep op tournee door de States, maar ook daar was het plezier in de backstage ver te zoeken. Richards ergerde zich blauw aan de protserige podiumaankleding - vol met enorme afbeeldingen van racewagens en gitaren - die Jagger besteld had. Jagger praatte bovendien niet met Wood, die hij enkel mee op tournee had geduld nadat Richards zich persoonlijk garant had gesteld dat zijn vriend geen cocaïne zou gebruiken. Toen Wood dat wél deed, sloeg Richards hem buiten westen.

Het zou acht jaar duren voor de Stones opnieuw een tournee aankondigden, maar inmiddels had de muziekzender MTV zijn intrede gemaakt. Voor Jagger een efficiënt middel om een groot publiek te bereiken zonder maandenlang de baan op te moeten met muzikanten die elkaars bloed konden drinken.

Bovendien zag de zanger het als een perfect platform om een parallelle carrière uit te bouwen. Na duetten met Bette Midler ('Beast Of Burden') en The Jacksons ('State Of Shock') begon hij eind '84 aan de opnamen van She's The Boss, zijn eerste soloplaat. Richards, die de groep altijd als een ondeelbaar geheel had beschouwd, was woedend. "Als hij met een andere band op tournee gaat, snij ik zijn keel over."

In oktober van dat jaar maakte Jagger in Amsterdam bovendien de fout om Charlie Watts middenin de nacht op te bellen en hem 'zijn drummer' te noemen. De ritmeman - altijd een gentleman - klom uit bed, scheerde zich, trok zijn beste pak aan, poetste zijn schoenen, daalde de trap af en trakteerde Jagger vervolgens op zo'n ferme uppercut dat hij in een schotel gerookte zalm terechtkwam. "Waag het niet me ooit nog eens je drummer te noemen", siste Watts. "Jij bent verdomme niet meer dan mijn zanger." Het is een schermutseling die meteen de geschiedenisboekjes in ging.

Ook het jaar nadien bleef de spanning te snijden. De opnamen van Dirty Work liepen belangrijke vertragingen op omdat Jagger tegelijk ook aan zijn tweede soloplaat werkte. Het kwam de sfeer binnen de Stones niet ten goede, en het zou nog erger worden toen in de zomer van '85 Live Aid werd georganiseerd. De Stones hadden het aanbod om er als collectief op te treden naast zich neergelegd, maar achter de rug van de rest van de band nam Mick Jagger 'Dancing In The Street' op, een duet met David Bowie dat tijdens het wereldwijd uitgezonden concert zou worden vertoond.

Meisje van 13

De rest van het jaar bleven Richards en Jagger met getrokken messen tegenover elkaar staan, waardoor een tournee ter promotie van Dirty Work door geen enkele partij als een realistisch scenario werd beschouwd.

Maar er waren nog meer problemen. Charlie Watts, tot op dat moment altijd de verstandigste Stone, raakte verslaafd aan de heroïne en moest hemel en aarde verzetten om de relatie met zijn vrouw Shirley, die zelf met een alcoholprobleem kampte, te redden.

In de periode '86-'88 werd de communicatie tussen de Stones beperkt tot het spreekwoordelijke kerstkaartje. Keith begon een solocarrière en verkocht van Talk Is Cheap meer exemplaren dan Jagger van Primitive Cool. Ron Wood begon te schilderen, Watts legde zich toe op het fokken van paarden en Bill Wyman haalde de schandaalpers door zijn relatie met Mandy Smith, een meisje van 13. Het verhaal lekte uit toen ze 16 was, maar uit angst voor pedofilie-aanklachten vluchtte de bassist naar zijn huis in Frankrijk. Het koppel zou trouwen toen ze 19 was, en twee jaar later weer uit elkaar gaan.

Exit Wyman

Doordat de soloplaten van Jagger en Richards zich qua verkoopcijfers niet konden meten met wat ze gewend waren met de Stones, werden ze toch weer tot elkaar veroordeeld en in '89 begonnen de opnamen van Steel Wheels in Barbados. Muzikaal klikte het meteen, maar op persoonlijk vlak moesten er compromissen worden gesloten. "Na elke schrijfsessie schuimde ik met Mick een paar discotheken af", vertelde Richards nadien. "Niet meteen mijn favoriete plekken ter wereld, maar hij houdt ervan te feesten tot een gat in de nacht. Dat was mijn toegeving: ik zorgde ervoor dat Mick goed gehumeurd bleef."

Als wederdienst deed Jagger zijn best "om al de onzin te negeren die Keith over me had rondgestrooid". Typisch Brits. Die doen gewoon verder, met een stiff upper lip.

Er kon zelfs opnieuw getourd worden, al hadden de Stones live door hun exuberante decors ondertussen meer weg van een Broadwaymusical dan van de roots-bluesrockgroep uit de jaren zestig.

Na afloop kreeg de band evenwel een nieuwe klap te verwerken: na bijna dertig jaar dienst stapte Bill Wyman uit de Stones. Jagger bleef onbewogen bij het nieuws, Richards voelde zich verraden. Voor hem was de enige manier om waardig de Stones te verlaten, diegene waarbij je horizontaal tussen vier planken lag.

Sir Mick

Er moest snel gereageerd worden, en de jaren negentig waren een relatief creatieve periode voor de groep. Er verschenen met Voodoo Lounge en Bridges To Babylon op korte tijd twee vrij goeie en behoorlijk succesvolle platen. Bovendien werd voor beide cd's zeer uitgebreid de wereld rond getourd. Zo viel het minder op dat Richards en Jagger hun bijdragen op Bridges To Babylon vrijwel allemaal afzonderlijk van elkaar hadden opgenomen. In een interview met de Britse journalist Barney Hoskyns maakte Richards daar in die periode een nuchtere analyse over. "Mijn vriendschap met Mick is de langste die ik ooit heb gehad. We kunnen nooit van elkaar scheiden, zelfs niet als we dat zouden willen. 't Is gewoon onmogelijk: we moeten voor onze baby zorgen."

De twee hielden het relatief rustig, tot in 2002 bekend werd dat Jagger tot ridder zou worden geslagen. De voormalige rebel liep over van trots, maar Richards vond het vooruitzicht om zijn creatieve partner voortaan als Sir Mick aan te spreken, van de pot gerukt. "Ik word woest als ik denk hoe hij verblind kan worden door zoveel domheid. Ik heb er zelfs even mee gedreigd om uit de Licks-tournee te stappen. Maar goed: Mick heeft het al zo vaak verkloot. Op een keer meer of minder zal het niet meer aankomen."

Na de geringschattende opmerkingen over de penis van Jagger, richtte de zanger samen met Joss Stone, Dave Stewart, Damian Marley en de Indiase superster A.R. Rahman de groep SuperHeavy op, maar ondanks de overvloed aan grote namen en talent flopte hun debuut.

En zo zijn we weer bij vandaag. Hoe moet het nu verder? Na jaren van spanningen en conflicten lijkt iedereen het momenteel prima met elkaar te kunnen vinden. Keith Richards liet vorig jaar al verstaan dat het wat absurd zou zijn om de Stones-machine weer op gang te trekken voor vier of vijf shows, dus de kans dat ze straks weer de baan op gaan, is meer dan reëel.

Al heeft zijn ex Anita Pallenberg alvast haar eigen redenen om te hopen dat de volgende concerten niet in arena's, maar in grote stadions zullen plaatsvinden. "Als je te dichtbij staat, zijn ze te oud en te lelijk."