Direct naar artikelinhoud

BP zit met dure oliekater

De Britse oliegroep BP heeft een eerste schijf van 3 miljard dollar (2,26 miljard euro) gestopt in een fonds dat de schade door de olieramp in de Golf van Mexico moet vergoeden. In totaal beloofde de oliegigant 20 miljard dollar. Daarbovenop betaalde BP al 6,1 miljard dollar aan werken voor het dichten van het lek, het ruimen van de smurrie en schadevergoedingen. Bovendien riskeert het bedrijf een boete van 17,6 miljard dollar.

Kosten van olielek in Golf van Mexico lopen nu al op tot 4,63 miljard euro

BP ontving al 145.000 claims van mensen en bedrijven die schade leden door de olieramp. Daarvan ontvingen 103.900 al een schadevergoeding, goed voor in totaal 319 miljoen dollar (242 miljoen euro).

BP beloofde na aandringen van de Amerikaanse president Barack Obama een fonds van 20 miljard dollar op te richten om de milieuramp te betalen. Daarvan is gisteren nu de eerste schijf gestort. Volgens BP is de betaling van die eerste 3 miljard dollar een bewijs van de goede wil van de oliemaatschappij om alle schade te vergoeden.

De olieramp in de Golf van Mexico heeft de Britse oliegroep BP al 6,1 miljard dollar (4,63 miljard euro) gekost. Daarin zitten de kosten voor het dichten van het olielek, voor het ruimen van de smurrie en schadevergoedingen. BP ontving sinds het ongeval al 145.000 schadeclaims. Daar werden er 103.900 van betaald. Er wordt niettemin van uitgegaan dat dat aantal nog fors zal toenemen, afhankelijk van de resultaten van de talrijke onderzoeken. Analisten sluiten miljardenclaims niet uit, bijvoorbeeld voor de visserij, die maanden lam lag in de regio, of nog voor het vervuilen van de Amerikaanse kusten.

Toen de olie nog uit het lek stroomde, gingen analisten uit van minstens 30 miljard euro kosten. Het lek is dicht sinds 15 juli, maar BP durfde het goede nieuws pas vorige week te bevestigen. De nieuwe ramingen voor het kostenplaatje voor BP zijn nu iets meer gematigd, al hangt veel af van de lopende onderzoeken.

Het aantal onderzoeken naar de oorzaak van de olieramp dikt nog altijd aan. Niet alleen de Amerikaanse overheid heeft een onderzoek gevraagd, president Obama belastte ook een onafhankelijke commissie met een opdracht. Daarnaast zijn ook nog tal van organisaties, zoals de Chemical Safety Board of het Bureau voor Ocean Energy Management, op zoek naar de oorzaak van het ongeval op het BP-olieboorplatform Deepwater Horizon in de Golf van Mexico eind april.

BP boekte in het tweede kwartaal van dit jaar een verlies van 13 miljard euro door de hoge kosten van de ramp. Die rode cijfers zullen niet meteen worden weggewerkt. Ook met de reputatie van BP gaat het niet goed. In de Verenigde Staten zouden ze het logo graag zien verdwijnen in het voordeel van het vroegere Amoco. En ook Greenpeace vindt dat BP niet verder kan met zijn groene zonnebloem, zeker nu er aanwijzingen zijn dat BP te veel nefaste chemicaliën heeft gebruikt om de olie op zee op te lossen. Het anti-BP-kamp groeit nog dagelijks aan. De webpagina ‘Boycot BP’ op Facebook telt intussen 850.000 leden.

De inspanningen van BP om het lek te dichten zijn intussen succesvol. De vorige week aangebrachte cementen afsluiting op het olielek blijkt te werken. Er lekt volgens BP geen olie meer uit de bron.

Zo’n 30.800 mensen en meer dan 5.000 boten zijn bezig met het opruimen van de oliesmurrie. Zo’n 826.000 olievaten konden worden opgepompt, wat maar een klein deel is van de naar schatting 4,9 miljoen vaten die in zee stroomden. Als BP door een Amerikaanse rechtbank schuldig bevonden wordt aan nalatigheid kan het daarvoor een boete opgelegd krijgen van 1.000 tot 4.300 dollar voor elk weggevloeid vat olie dat niet gerecupereerd kon worden, samen goed voor 17,6 miljard euro (13,4 miljard euro).

BP is nog altijd bezig met het aanmaken van een alternatieve boring, al is het oorspronkelijke lek nu al dicht. Om heel zeker te zijn dat de leiding wel degelijk buiten gebruik is, wil BP er een alternatief gaatje in maken, veel dieper dan het lek, en daar dan meteen modder en cement in gooien. Die opdracht, gepland voor midden deze maand, is niet eenvoudig, want BP werkt daarvoor zo’n 5 kilometer diep onder het wateroppervlak.