Direct naar artikelinhoud

KETTINGREACTIE IN CHINA

In een uitgestrekt, modderig maïsveld vol sporen van zware voertuigen bestuderen twee jonge ingenieurs blauwdrukken met een patroon van honderd rechthoekige fabrieksblokken. Foxconn, de grootste onderneming en exporteur van de ‘fabriek van de wereld’ bouwt hier aan zijn toekomst: een gigantisch industriecomplex aan de rand van Zhengzhou, de hoofdstad van de provincie Henan, in het binnenland van China.

Fabrieken verhuizen van geïndustrialiseerde kustgebieden naar niet-ontgonnen binnenland

De Chinese industriereuzen, aangevoerd door Foxconn, trekken landinwaarts van de kust en nemen hun toeleverings-ketens mee. China zoekt een nieuw evenwicht door zijn enorme binnenland te ontwikkelen en het binnenlandse verbruik te stimuleren.

De plaatselijke boeren houden de aanleg van nieuwe hoogspanningslijnen en wegen aandachtig in de gaten. Ze dromen al van de kansen die de komst van wel 200.000 nieuwe arbeiders in de streek zal scheppen.

De in Taiwan gebaseerde Foxconn Technology Group, met Hon Hai Precision Industry als vlaggenschip, maakt gadgets voor een zwerm van wereldmerken, zoals Apple, Dell, Nokia en Hewlett Packard. Het grootste gedeelte van de productie komt uit de fabrieken van de groep in Shenzhen, in de delta van de Parelrivier, een van de drie grote industriecentra aan de kusten van China, naast de streek van de Yangtze rond Shanghai en die van de Bohaibaai, ten noorden van Peking. Met zijn sprong naar de provincie Henan, 1.600 kilometer van Shenzhen, breidt Foxconn agressief uit naar het binnenland, waar de lonen lager en de arbeiders talrijker zijn. De productie met de hoogste toegevoegde waarde, de engineering en het onderzoek en de ontwikkeling zullen in de kuststreek blijven. Foxconn zal tegen het einde van 2011 in China 1,3 miljoen werknemers tellen - momenteel zijn het er 920.000.

Foxconn is niet de enige onderneming die naar het binnenland trekt. Intel, ’s werelds grootste fabrikant van microchips, heeft dit jaar in Chengdu een fabriek van 600 miljoen dollar geopend, terwijl Hewlett Packard een fabriek van laptops gebouwd heeft in Chongqing; beide steden liggen in de westelijke provincie Sichuan. Goedkope arbeid is niet de enige motivatie. Nu de regering de inkomens van de gezinnen wil optrekken en de ongelijkheden in de welvaart wil beperken, worden de Chinese arbeiders consumenten. Het is niet alleen rendabel maar ook zinnig dat de fabrieken zich dichter bij de markten vestigen. Wanneer de industrie naar de mensen toe gaat, zullen de kinderen van boeren niet langer de jaarlijkse reis naar de verre kustgebieden moeten maken, waar de migranten in fabriekssteden een ongeregeld leven leiden.

Een reeks zelfmoorden in de fabriek van Foxconn in Shenzhen, die volgens het bedrijf geen verband hielden met het werk maar volgens de families van de slachtoffers aan de moeilijke werkomstandigheden te wijten waren, heeft bijgedragen tot een golf van sociale onrust. Ook dat is een goede reden om naar het binnenland te verhuizen, waar het sociale klimaat rustiger is.

“De meeste dorpelingen vinden de komst van Foxconn een goede zaak”, zegt Meng (46), een boer die met een koevoet stenen lospeutert uit een muur, om ze voor zijn eigen, vervallen huis te gebruiken. “De fabriek belooft dat er werk zal zijn voor alle mensen van de streek, van achttien tot vijftig jaar. Mij zegt het niets. Ik zou liever een winkeltje voor de arbeiders openen.”

Foxconns verhuizing naar het binnenland zal een mini-boom uitlokken in Zhengzhou, de oude Chinese provinciehoofdstad, die haar bekendheid vooral dankt aan een Shaolintempel uit de vijfde eeuw, de wieg van een beroemde kung-fuvariant. De leveranciers van Foxconn zullen volgen. De arbeiders zullen woningen en winkels nodig hebben. Sommige mensen zullen zich zelfs een auto kunnen veroorloven om naar de fabriek te pendelen. Er wordt al gewerkt aan nieuwe snelwegen naar het reuzencomplex van Foxconn en zijn satellieten. De ploegbaas van een groep mannen met strohoeden die aan een verbinding tussen de snelwegen van Zhengzhou en de internationale luchthaven werken, zegt dat ze in drie weken tijd vier kilometer weg hebben aangelegd. “Foxconn is verbazend”, vindt hij. “Ze gaan ontzettend snel.”

Veel mensen gaan snel in het binnenland van China, dat zich in ijltempo ontwikkelt. Een heleboel bedrijven bouwen nieuwe fabrieken in provincies als Jiangxi, Anhui, Hunan, Henan en Sichuan, om te ontsnappen aan de stijgende kosten in de kustzones die China hebben geholpen om het grootste exportland van de wereld te worden. Nieuwe snelle spoorlijnen naar steden als Zhengzhou doen de afstanden voor het transport van goederen in en uit het Chinese binnenland inkrimpen. Grote klanten zoals Wal-Mart, altijd op zoek naar de laagste prijs, kopen meer goederen bij fabrieken in het binnenland en minder in de delta van de Parelrivier.

De verplaatsing van de fabrikanten naar het binnenland valt samen met een gelijklopende trend in de verstedelijking. Plaatselijke autoriteiten wedijveren met elkaar om steden te bouwen en uit te breiden. Ze willen miljoenen migranten terugbrengen van de kust. De nieuwe steden zullen in de volgende decennia meer mensen onderdak bieden dan de complete bevolking van de Verenigde Staten.

Dat alles maakt deel uit van een strategische ommekeer die de Chinese economie, en bij uitbreiding die van heel de planeet, in evenwicht moet brengen: het land moet minder afhankelijk worden van de uitvoer en meer zelf verbruiken. Ook de regering van Obama dringt daar bij China op aan.

“Ons leven zal helemaal veranderen”, zegt boer Meng. “Volgende augustus zullen ze al meer dan 100.000 arbeiders naar hier brengen. En hoe meer mensen, hoe meer bedrijven.”

Hoewel sommige Chinese fabrikanten hun activiteiten van de kustzones naar het buitenland verplaatsen, vooral naar Bangladesh voor kleding en naar Vietnam voor schoenen, wijzen sommige experts op een sterkere trend om naar het binnenland te verhuizen. Volgens een recente peiling van de Hong Kong Trade Development Council bij 2.400 fabrikanten, geeft een kwart de voorkeur aan nieuwe fabrieken in het Chinese binnenland en slechts een achtste aan goedkopere alternatieven in Azië. Ongeveer de helft van de ondervraagden wil in de industriecentra van de kustgebieden blijven.

Het Chinese industriemodel is afhankelijk van efficiënte, nabijgelegen toeleveringsketens met een goede transportinfrastructuur, zodat in eigen land blijven efficiënter is. Volgens Bruce Rockowitz, de voorzitter van Li & Fung, een van de grootste outsourcers voor klanten als Wal-Mart, zal de Chinese fabrieksproductie zich naar het binnenland blijven verplaatsen. “Dat is de toekomst voor misschien wel de volgende twintig jaar.” De arbeiders die in t-shirts van Foxconn aan hun nachtshift beginnen, langs onverlichte paden in een tijdelijke fabriek van Foxconn in de omgeving van Zhengzhou, zeggen dat zij de voorhoede vormen van wat een massale verhuizing van werkkrachten belooft te worden.

Xinhua, het officiële nieuwsagentschap, wist onlangs te melden dat de fabriek die Foxconn bouwt vooral iPhones voor Apple zal maken, goed voor een export van meer dan 13 miljard dollar (ruim 10 miljard euro) per jaar, met een productiecapaciteit van 200.000 telefoons per dag. Wei Wei, de adjunct-directeur van Personnel Exchange Centre, een groot arbeidsbureau in Zhengzhou, zegt dat Foxconn zijn bedrijf gevraagd heeft om in drie maanden tijd 100.000 arbeiders te vinden, die klaar moeten staan wanneer volgend jaar de eerste fase van de gigantische fabriek operationeel wordt.

De fabrieken in de Chinese kustgebieden, zoals het gigantische complex van Foxconn in Shenzhen, worden bemand door een leger van 130 miljoen migrantenarbeiders die elk jaar de reis uit de binnenlandse provincies maken. Ze hebben geen verblijfsrecht en trekken vaak van fabriek naar fabriek. Terwijl de aangroei van de arbeidsbevolking vertraagt, beginnen deze traditionele exportcentra een tekort aan personeel te krijgen.

Bovendien is de nieuwe generatie van migranten hoger opgeleid en meer vertrouwd met de technologie. Jonge arbeiders zijn minder dan hun ouders bereid om het fabrieksleven met zijn lage lonen, lange uren en soms uiterst strenge reglementen te aanvaarden. Er zijn al wilde stakingen en betogingen geweest.

“Eerlijk gezegd hebben de structurele veranderingen van de arbeidsbevolking ons verrast”, bekent Louis Woo, de graatmagere, grijze assistent, uitgedost met blauwe bretels en een Prada-bril, van Terry Gou, de teruggetrokken, raadselachtige CEO van Foxconn. “Wij hebben ons niet snel genoeg aangepast aan de nieuwe behoeften en verlangens van de jonge arbeiders. China verandert, en dus verandert Foxconn ook.”

Recente stakingen bij Japanse autofabrikanten in China, die in sommige gevallen tot een verdubbeling van de lonen leidden, hebben andere multinationals in arbeidsintensieve sectoren ertoe aangezet om in het binnenland op zoek te gaan naar een stabiel, overvloedig reservoir van personeel. “China heeft een aantal jaren een hoogst ongebruikelijke situatie gekend, met een ongelooflijke voorraad arbeiders. Daar begint nu een einde aan te komen”, zegt Arthur Kroeber, van het in Peking gebaseerde adviesbureau Dragonomics. Hij voorspelt dat het aantal Chinese arbeiders van vijftien tot vierentwintig jaar in de volgende twaalf jaar waarschijnlijk met een derde zal dalen. Dat zal de onderhandelingspositie van de jonge generatie versterken. Arbeid is minder schaars in een provincie als Henan, met meer dan honderd miljoen mensen (meer dan heel Duitsland samen) de dichtstbevolkte van het land.

Een rekruteringsbeurs van Foxconn in Zhengzhou brengt duizenden sollicitanten op de been. Ze willen maar al te graag werken voor de industriereus, volgens Fortune een van de vijfhonderd grootste bedrijven van de planeet. Nu al komt een vijfde van het personeel van Foxconn uit Henan. Door de arbeiders werk te geven in de nabijheid van hun woonplaats, hoopt het bedrijf een probleem op te lossen dat het in de eerste helft van dit jaar heeft achtervolgd: tientallen, meestal jonge, arbeiders hebben zelfmoord gepleegd door van gebouwen in het complex van Shenzhen te springen. Zeng Jundan, een van de arbeiders van de tijdelijke fabriek van Foxconn, die vroeger in Shenzhen heeft gewerkt, zegt dat hij hier gelukkiger is. “Het is hier niet slecht. Mijn vader en moeder kunnen me elke dag komen opzoeken als ze willen.”

Tijdens een zeldzaam bezoek aan de fabriek verklaart Louis Woo dat het traditioneel terughoudende Foxconn transparanter wil worden, en dat hij hoopt dat die nieuwe aanpak navolgers zal vinden. Maatregelen zoals loonsverhogingen, een beperking van het aantal overuren tot 36 per maand in plaats van de huidige 80, en de invoering van permanente adviesdiensten, zullen het leven van de arbeiders verbeteren. De toekomst van Foxconn, zegt Woo, ligt in de verplaatsing van de fabrieken naar de Chinese arbeiders toe. “De tijd van de migranten is voorbij.”

Foxconn bouwt niet alleen fabrieken in Henan maar ook in Chengdu en Chongqin, in de provincie Sichuan, en onderhandelt met verscheidene andere provincies over nieuwe industrieparken. “Iedereen praat over de nieuwe fabrieken. Als zij verhuizen, ga ik vast en zeker mee”, zegt Yang Ning, een vrolijk fabrieksmeisje van 22 uit Chongqing, met zingende arbeiders op de achtergrond. “Het leven hier in de delta van de Parelrivier is hard. Ik zal met plezier vertrekken.”

Wat is Foxconn?

De in Taiwan gebaseerde Foxconn Technology Group is een private holding met een wereldwijde portfolio van fabrikanten van componenten voor computers, telefoons en andere technologieën. CEO Terry Gou stichtte in 1974 met 7.500 dollar kapitaal het vlaggenschip van de groep, Hon Hai Precision Industry. Foxconn is nu de grootste Taiwanese onderneming zonder overheidsbanden. Foxconn International Holdings is de op de beurs van Hongkong genoteerde entiteit van de groep die telefoons fabriceert.

• Omzet (Hon Hai Precision)

2009 61,4 miljard dollar

2008 61,1 miljard dollar

2007 53 miljard dollar

• Nettowinst (Hon Hai)

2009 2,4 miljard dollar

2008 1,8 miljard dollar

2007 2,7 miljard dollar

• Belangrijkste klanten: Apple, Dell, Hewlett-Packard, Sony Ericcson, Motorola

• Werknemers: vandaag 920.000 in China, tegen het einde van 2011 tot 1,3 miljoen

• Zelfmoorden in 2010: 12

Maandloon van arbeiders in China en zijn buurlanden

Minimumloon in China

Shenzhen 127 euro (1100 yuan)

Guangzhou 127 euro (1100 yuan)

Dongguan 105 euro (920 yuan)

Provincie Jiangsu 110 euro (960 yuan)

Sjanghai 129 euro (1120 yuan)

Zhengzhou (provincie Henan) 92 euro (800 yuan)

Ganzhou (provincie Jiangxi) 76 euro (660 yuan)

Chengdu (provincie Sichuan) 74 euro (650 yuan)

Chongqing (provincie Sichuan) 78 euro (680 yuan)

Peking 110 euro (960 yuan)

Foxconn heeft beloofd de lonen van zijn arbeiders in Shenzhen op 1 oktober op te trekken naar 2000 yuan (230 euro).

Vietnam 29-40 euro

(bij bedrijven van buitenlandse investeerders)

Bangladesh 33,5 euro

(na gewelddadige stakingen is het minimumloon

er onlangs verdubbeld)

Indonesië 64-100 euro

Cambodja 48 euro