Direct naar artikelinhoud

Zeker vijf doden bij protest in Syrië, bestand of geen bestand

Duizenden Syrische demonstranten testten vrijdag de belofte van het regime om het geweld tegen betogers te staken. Het broze staakt-het-vuren werd meermaals geschonden en veiligheidsdiensten doodden volgens activisten zeker vijf betogers.

In de zuidelijke provincie Deraa schoten veiligheidsdiensten een man dood toen hij de moskee verliet. In Hama, een traditioneel opstandige stad, kostten kogels van overheidstroepen twee betogers het leven. Ook rond Damascus en Idlib, nabij de Turkse grens, vielen doden door overheidsgeweld, aldus de Syrian Observatory for Human Rights.

Beschietingen met mortieren, tanks, en raketten die de afgelopen maanden dikwijls meer dan honderd doden per dag kostten, bleven grotendeels uit. Alleen in de opstandige wijk Qosoor in Homs vielen volgens activisten meerdere raketten en mortiergranaten. Zowel gewapende oppositie als regime hield zich grotendeels aan de wapenstilstand, al vonden er in de ochtend korte gevechten plaats tussen rebellen en leger nabij de Turkse grens.

Voor het eerst sinds lange tijd zag Syrië dan ook de grootschalige vreedzame protesten waarmee de opstanden dertien maanden geleden begonnen. Ondanks berichten over veiligheidsdiensten die betogers in elkaar sloegen en met traangas demonstraties probeerden te verhinderen, gingen duizenden mensen de straat op. Damascus, Aleppo, Homs, Deraa, Hama, Latakia en vele dorpen waren het toneel van demonstraties waarop betogers om de val van het regime riepen.

Een woordvoerder van speciale gezant Kofi Annan, die namens de Verenigde Naties en de Arabische Liga spreekt, zei dat een team van twaalf waarnemers klaar staat om toe te zien op de voortzetting van de wapenstilstand. Later kan hun aantal oplopen tot 250. De dreiging is namelijk niet geweken. Twee dagen van relatieve rust na dertien maanden geweld bieden weinig garantie voor de toekomst. Damascus brak meermaals eerdere beloften het geweld te staken, maar ditmaal lijken ook bondgenoten van Syrië - zoals Rusland, Iran en China - druk uit te oefenen op het regime. Dat heeft in ieder geval een tijdelijke adempauze opgeleverd, die het regime kan gebruiken om de druk van de internationale gemeenschap te verlichten.

Ook de rebellen kunnen tijd om zich te hergroeperen en zich voor te bereiden op een volgende fase goed gebruiken. Maar uiteindelijk wil het grootste deel van de oppositie Assad weg hebben - heel wat anders dan de dialoog tussen oppositie en regime die Annan voorstelt.

De grote vraag is wat het regime zal doen als binnenkort honderdduizenden mensen zich veilig genoeg voelen om weer de straat op te gaan, en te blijven gaan. Damascus lijkt daarmee rekening te houden. Volgens het zespuntenplan van Annan moest Damascus allereerst troepen en zwaar geschut uit de steden terugtrekken, waarna een staakt-het-vuren moest volgen.

Maar activisten zeggen dat het leger nog alom aanwezig is. Volgens Mohammed Diab, een onderzoeker van de actiegroep Avaaz die over een netwerk binnen Syrië beschikt, zijn er nog altijd tanks en militairen op de straten van Homs, en liggen sluipschutters op de daken van huizen.

De reacties vanuit de internationale gemeenschap waren dan ook sceptisch over de wapenstilstand. De Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Hillary Clinton had het over een 'belangrijke stap', maar beklemtoonde dat Damascus meer moet doen. De Franse president Nicolas Sarkozy zei dat hij niet geloofde in de "oprechtheid van Bashar al-Assad en ook niet, helaas, in het staakt-het-vuren".