Direct naar artikelinhoud

De bijen vallen als vliegen

Consternatie in het lab zoöfysiologie van de Universiteit Gent deze winter. In de bijenkasten was 40 procent van de dieren tijdens de winter overleden, meer dan het dubbele van het normale sterftecijfer. Nog alarmerender is dat bijen ook in de rest van de wereld massaal sterven. Met mogelijk desastreuze gevolgen: zonder bijen verdwijnt twee derde van wat we eten en dreigt een wereldwijde hongersnood. Door Evy Ballegeer

Het gebeurt niet vaak dat bijen het nieuws halen, maar het bericht dat de Gentse professor Frans Jacobs afgelopen week de wereld in stuurde, trok de aandacht. De docent zoöfysiologie en bijenexpert ontdekte dat 40 procent van de bijen in de kasten van de universiteit de winter niet overleefd had. Dat is dubbel zoveel dode bijen dan normaal en dus verontrustend. "We hebben nog geen systematische meting uitgevoerd, maar het probleem beperkt zich duidelijk niet tot onze kasten alleen", licht Jacobs toe. "Van over het hele land ontvangen we soortgelijke berichten over bijensterfte. Vreemd is wel dat de bijen op bepaalde plaatsen doodgaan, terwijl er tien kilometer verder geen problemen zijn."

De ongerustheid beperkt zich niet tot ons land alleen. Over de hele wereld sterven bijen tegen een angstaanjagend tempo. Professor Jacobs was de voorbije dagen bijvoorbeeld in Frankrijk, waar zijn collega's spreken over verliezen tot 56 procent in sommige regio's. In Zwitserland loopt dat aantal op tot 60 procent. Ook in Groot-Brittannië wordt de alarmbel geluid. "We maken ons ernstig zorgen", zegt Norman Carreck, entomoloog en adviseur van de British Bee Keeper Association (BBKA). "Vorig jaar verloren ervaren imkers plotseling hele kolonies in mysterieuze omstandigheden. Ook dit jaar worden er weer grote verliezen opgetekend." De Britse minister van Milieu en Landbouw Jeff Rooker ziet de toekomst somber in. "De bijengezondheid is bedreigd. Als we er niets aan doen, dan zou onze bijenpopulatie over tien jaar wel eens uitgeroeid kunnen zijn", waarschuwde hij in een toespraak. De BBKA herhaalde deze week dan ook haar oproep aan de regering om meer geld vrij te maken voor onderzoek naar de bijensterfte.

De eerste onheilstijdingen kwamen eind 2006 uit de Verenigde Staten. "In het begin van oktober van dat jaar meldden imkers uit 24 staten plotseling dat honderdduizenden van hun bijen aan het sterven waren en hun kolonies vernield werden", weet May Berenbaum nog, professor aan de universiteit van Illinois en een van Amerika's meest vooraanstaande bijenspecialisten. Uiteindelijk verdween tijdens dat seizoen op zijn minst een vierde van de 2,4 miljoen commerciële kolonies, goed voor tientallen miljarden bijen. Aan de Amerikaanse westkust is intussen naar schatting 60 procent van de bijenkolonies weggevaagd, aan de oostkust zelfs 70 procent.

Aan de basis van de crisis ligt een fenomeen dat in de Verenigde Staten 'colony collapse disorder' (CCD) genoemd wordt. De kasten geraken onderbevolkt doordat bijen de kolonie verlaten om te sterven. De exacte oorzaak van de verdwijningsziekte is niet bekend. Wetenschappers stellen verscheidene hypothesen voor. Hoofdbeschuldigde is in elk geval de varroamijt, een parasiet die leeft van het bloed van bijen. Onderzoekers stellen dat het immuunsysteem van de enkele bijen die nog in de verlaten kolonies teruggevonden worden, volledig verzwakt is door ziekte.

Ook virussen en schimmels worden als boosdoeners aangewezen, alsook pesticiden. Aan het eind van de jaren negentig protesteerden bijenkwekers in Frankrijk tegen Gaucho en Regent, twee pesticiden die gebruikt werden op zonnebloemen en maïs. De producten zouden de bijen desoriënteren, waardoor ze de weg naar hun kolonie niet meer konden terugvinden. In 2005 werden beide pesticiden verboden en heel even toonde de Franse bijenpopulatie tekenen van herstel. Experts achtten de schuld van de pesticiden bewezen toen na de ban de bijensterfte herleid werd tot de normale 10 procent. De voorbije winter is de sterfte echter opnieuw gestegen tot bijna 60 procent, waardoor het bijenvraagstuk ook in Frankrijk nog lang niet opgelost is.

Verder is de opwarming van de aarde waarschijnlijk een belangrijke factor. Insecten zouden zich niet kunnen aanpassen aan de ongewone temperatuurschommelingen. Volgens Jacobs speelt de klimaatsverandering inderdaad een rol. "Misschien behandelen we de bijen wel op het verkeerde moment. Als de winter ongewoon zacht is, groeit de parasietenpopulatie. Wellicht is het daarom raadzaam de bijen ook dan te behandelen. Ze worden nu overigens al twee keer behandeld, want de mijten waren resistent geworden tegen een behandeling."

"Er worden een heleboel verschillende oorzaken naar voren geschoven," besluit de Amerikaanse bijenprofessor May Berenbaum, "maar voorlopig weten we niet of in elk land dezelfde factoren een rol spelen. In de Verenigde Staten wordt de schuld bijvoorbeeld gelegd bij de manier waarop bijenkolonies beheerd worden." Berenbaum doelt op de praktijk waarbij professionele imkers hun bijen verhuren aan landbouwers. De Amerikaanse landbouw zou nooit haar huidige productiecapaciteit kunnen volhouden met alleen maar bestuiving van wilde insecten zoals vlinders, motten of solitaire bijen. Daarom worden zogenaamde commerciële bijenkolonies ingeschakeld. Dat houdt concreet in dat imkers hun honderden kasten op een truck laden en ze duizenden kilometers ver, van het ene uiteinde van het land naar het andere, vervoeren om overal gewassen te bestuiven.

Op die manier bevruchten de bijen bijvoorbeeld eerst de amandelen in Californië, daarna de appels in het noordwesten, de veenbessen in New Jersey, de blauwe bessen in Maine en tussendoor de sinaasappels in Florida. Het voortdurende transport zou de bijen stressen en bijdragen tot de colony collapse disorder. "Maar in pakweg Zwitserland sterven de bijen ook massaal, en daar is helemaal geen sprake van migrerende bijenteelt", stelt Berenbaum. "Het komt er dus op neer dat we voorlopig over een heleboel hypothesen beschikken, maar dat niemand uitsluitsel kan geven over wat de bijensterfte precies veroorzaakt."

Waar experts het wel over eens zijn, is dat de afname van het bijenbestand dramatische gevolgen heeft. Het directe effect van de bijensterfte is dat er nu al een tekort aan honing is, waardoor de prijzen op de wereldmarkt vandaag 60 procent hoger liggen dan tijdens dezelfde periode vorig jaar. Maar onnoemelijk veel belangrijker dan de honingproductie is de onschatbare waarde van bijen voor de landbouw. De Amerikaanse professionele bijenverhuur illustreert wellicht nog het best hoe bijen er als anonieme seizoensarbeiders voor zorgen dat onze gewassen bestoven worden en bijgevolg vruchten kunnen voortbrengen.

Bijen zijn verantwoordelijk voor niet minder dan twee derde van onze voedselketen. Ze bestuiven een kleine honderd oogsten, zoals appels, kiwi's, perziken, noten, broccoli, asperges en selder. Bovendien rekenen ook diverse landbouwgewassen op de hulp van bijen. In essentie hebben alle bloeiende planten bijen nodig om te overleven. Of zoals de Britse entomoloog Norman Carreck het verwoordt: "Voor alles wat lekker is, hebben we bijen nodig. Zonder bijen blijf je zitten met een bruine wereld en moeten we vooral granen eten."

Andere insecten, sommige vogels en de wind doen ook dienst als bestuivers, maar onze landbouw is zo grootschalig geworden dat zij onmogelijk de taak van bijen kunnen overnemen. En de mens? "Die is een ellendige bestuiver", lacht May Berenbaum. "In het zuiden van China zijn er nog zo weinig bijen dat men probeert om de bestuiving met de hand te doen. Dat proces is zo tijdrovend en kostelijk dat het niet vol te houden valt. Zoals ik ook zei in mijn getuigenis voor het Congres: de mens is veel beter in staat een ruimtetuig op een afgelegen planeet neer te planten dan een stuifmeelkorrel op de stamper van een bloem te krijgen."

"De productie van alles hangt van bijen af", besluit professor Jacobs. "Als er geen bijen meer zijn, dan gaan we een hongersnood tegemoet. Bijen staan op de tweede plaats in de rangorde van dieren die een toegevoegde waarde voor de economie betekenen, na runderen. Een voorbeeld: als een aardbeienkweker met een omzet van 250.000 euro plotsklaps geen bijen meer kan inschakelen, dan zou zijn omzet terugvallen op 125.000 euro."

Ook professor Berenbaum onderstreept dat de impact van de bijensterfte op de economie rampzalig kan zijn. "Economisten zijn het niet helemaal eens wanneer ze de exacte waarde van bijenbestuiving becijferen, maar allemaal hebben ze het over miljarden en miljarden dollars."

Professor May Berenbaum (VS):

Het komt er eigenlijk op neer dat we een heleboel hypothesen hebben, maar dat niemand precies kan zeggen wat de bijensterfte precies veroorzaakt