Direct naar artikelinhoud

Steun aan duurzame energie kost Belgen 1 miljard per jaar

Alle Belgen betaalden samen 1,05 miljard euro aan steun voor hernieuw-bare energie in 2011. Zonder aanpassingen stijgt dat cijfer tot 2,5 miljard in 2020. 'We moeten beseffen: een duurzame energie-sector kost geld, maar is het waard', reageert energiespecialist André Jurres.

Elke megawatt die geproduceerd wordt met hernieuwbare energie, krijgt een gemiddelde financiële steun van 142 euro. Dat leert een rapport van de federale energieregulator CREG over 2011, waarover de Franstalige zakenkrant L'Echo gisteren berichtte. De totale rekening bedraagt 1,05 miljard euro. Tegen 2020 zou dat cijfer, zonder nieuw beleid, oplopen tot 2,5 miljard. Of een kwart van de totale factuur voor de eindgebruikers.

Zonne-energie kon, met 459 miljoen euro, op het merendeel van de financiële steun rekenen in 2011. Daarna volgen energie uit biomassa (346 miljoen euro), windenergie op land (142 miljoen) en op zee (76 miljoen) en tot slot energie uit waterkracht (9 miljoen).

In Vlaanderen is de steun voor zonne-energie intussen wel fors teruggedraaid in vergelijking met 2011. Toen bedroeg de subsidie voor zonnepanelen goed 250 euro per duizend kilowattuur. Vandaag is dat door Vlaams minister van Energie Freya Van den Bossche (sp.a) verlaagd naar ongeveer 22 euro per duizend kilowattuur. Dat volstaat voor een rendement van 5 procent.

Niet goed wijs

De vraag blijft echter: is groene energiesteun nog betaalbaar tegen 2020? "We moeten beseffen dat een duurzame energiesector ook geld kost", zegt André Jurres, de CEO van groen energiebedrijf NPG Energy. "Eén miljard euro, dat bedrag spreekt natuurlijk tot de verbeelding. Maar er is geen betere optie. Mensen die nu nog twijfelen aan de nood voor een duurzame energiesector, zijn niet goed wijs. In de jaren 80 betaalden we trouwens veel meer voor de kerncentrales."

"Er zijn natuurlijk een aantal slippers gemaakt in het Vlaamse beleid", vervolgt Jurres. "De steun voor zonnepanelen werd bijvoorbeeld niet snel genoeg aangepast toen de markt op gang kwam en het prijskaartje veel minder werd. Maar laat me duidelijk zijn: het is wel dankzij de subsidies dat die markt helemaal is opengebroken. Vlaanderen heeft de verdienste dat het haar nek uitstak. In Wallonië gebeurt dat veel minder, net zoals in Nederland. Het gevolg? Duurzame investeringen blijven uit. Nederland wil zelfs een grote steenkoolcentrale bouwen op de Maas-vlakte."

Volgens Tinne Van der Straeten, gewezen Groen-politica en advocate gespecialiseerd in energierecht, zoeken de beleidsmakers nog naar een evenwicht. "Enerzijds moeten ze de steunsystemen snel genoeg bijsturen, zodat de ontwikkelingen op de energiemarkt worden gevolgd. Kijk naar de historie met de zonnepanelensteun. Maar anderzijds moet de regering ook zorgen dat investeerders zekerheid krijgen op lange termijn. Wat dus betekent dat het kader ook niet om de haverklap mag veranderen. Kijk naar het Vlaamse groenestroombeleid. Vorige zomer is dat helemaal hervormd, maar intussen is het ook al twee keer bijgestuurd."

Het is nu afwachten of groene investeerders ook vaker de sprong wagen. De eerste projecten onder het nieuwe steunsysteem moeten nog opstarten. "Vraag is ook of de grote banken genoeg zekerheid zullen zien om investeringen te financieren", zegt Van der Straeten. "België is ook een ingewikkeld land. Elke regio heeft een totaal eigen groenestroombeleid. Bedrijven zijn nochtans zelden in één regio actief. Die zaak stroomlijnen zou een gigantische verbetering zijn, maar dat lijkt me erg moeilijk."