Direct naar artikelinhoud

ECI Literatuurprijs: en de winnaar is... de sponsor?

Komende donderdag wordt de ECI Literatuurprijs (vroeger de AKO) uitgereikt. Enkele grote namen haalden de shortlist niet. Wat blijft er nog over van de grandeur?

"Een prijs is zoals een liefdesverklaring. Iedereen is het erover eens dat zij geen zin heeft, behalve de verliefde." Woorden van dichter Eddy van Vliet. Schamper voegde hij eraan toe: "Het bekronen van literatuur staat gelijk met het uitroepen van de mooiste bochel in een club van bochels, aldus stellend dat een bochel mooi is." Veel vertrouwen had Van Vliet niet in de prijzencarrousel. Maar al wordt er veel over gesoebat, het fenomeen is niet kapot te krijgen. Ook anno 2015 heerst er hardnekkig geroezemoes onder schrijvers als de nominaties van ECI, Gouden Uil of Libris in aantocht zijn. Het is nu eenmaal een glasharde garantie voor een langere levensduur van je boek.

Prijzen vervellen constant en de klopjacht op sponsors is in deze cultuurbedreigde tijden een voltijdse bezigheid. Zo werd de naam Gouden Boekenuil opgeofferd en spreken we nu van de Fintro Lite-ratuurprijs - om de financierende bank wat extra exposure te geven. De AKO Literatuurprijs werd eerder omgeturnd tot ECI Literatuur-prijs, met een geldschietende boekenclub die aan een nieuwe niche timmert. Stralen beide prijzen nog dezelfde grandeur uit? En maakt de modale lezer nog wel een on-derscheid tussen het buikbandje voor de prijs van Bommerskonten en pakweg ECI, Libris of Boeken-uil? De ECI-sponsor probeerde het met een heuse schrijverstournee in de aanloop naar de uitreiking op donderdagavond 12 november.

De AKO toonde zich nooit vies van grote namen op de erelijst: Erwin Mortier, A.F.Th. van der Heijden, Arnon Grunberg en Stefan Hertmans vorig jaar. Gaat de ECI dezelfde toer op? De jury flikkerde er in de voorronde al een paar tenoren uit, onder wie Adriaan van Dis, Dimitri Verhulst, Yves Petry en Jamal Ouariachi. Toch redde ze de meubelen met een vrij evenwichtige zeskoppige shortlist waarin ieder zijn gading kon vinden.

Een prognose, vraagt u? Debu-tante Inge Schilperoord mag dan wel de Bronzen Uil hebben opgestreken voor haar roman Muid-hond, om een ECI-oppergaai te verantwoorden lijkt deze beklemmen- de blik in het hoofd van een pedofiel toch nog wat prematuur.

Stephan Enter schreef met Compassie een uitstekende roman over liefde en zelfbegoocheling in tijden van Tinder. Te bescheiden van opzet in vergelijking met zijn vorige romans, hoor ik u zeggen? Laten we hem als outsider in de wachtkamer zetten.

P.F. Thomése en De onderwaterzwemmer dan? De roman, cirkelend rond het drama van een verloren vader, kreeg een wat wisselend onthaal. Stilistische alleskunner Thomése mag dan goed aangeschreven staan bij jury's, eensgezind raken lijkt geen sinecure.

Gaan we de non-fictietoer op? Humo-journalist Mark Schaevers kan winnen met Orgelman, zijn biografisch essay over de vergeten Joods-Duitse kunstschilder Felix Nussbaum. Maar Schaevers kreeg al de Gouden Boekenuil.

Publiekslieveling Annelies Verbeke heeft de wind in het zeil met Dertig dagen, haar voorbeeldige roman over 'een mens van goede wil'. Een buitenkansje voor de compromiszoekers in de jury. Toch verzeil je geleidelijk aan in een gezapig voortkabbelende vertelling. Het is lang uitkijken naar een spatje échte opwinding in Dertig dagen. Tot er een schril en pijnlijk - maar te verwachten - slotakkoord volgt. En kun je met je volle verstand zeggen dat Verbeke beter schrijft dan Jeroen Brouwers? Nee, toch? Dus geef Brouwers die ECI Literatuur-prijs voor zijn felle kostschoolroman Het hout, alweer zo'n proeve van stilistische brille en compositorische uitmuntendheid. Zeker na-dat Brouwers bij de Gouden Boe-kenuil werd gepasseerd, lijkt het een daad van blote rechtvaardigheid én eenvoudig eerherstel. Maar televisie- en fotogeniek is het na-tuurlijk niet, zo'n afwezige winnaar.