Direct naar artikelinhoud

'Gsm-stralen verergeren effect kankerverwekkende stoffen niet'

'Tot nu zijn er onvoldoende argumenten om te zeggen dat gsm'en rechtstreeks dna-schade veroorzaakt'

Brussel

Eigen berichtgeving

Nathalie Carpentier

Is gsm-straling schadelijk of niet? De discussie woedt al jaren. Een nieuwe Europese CEMFEC-studie biedt redenen om wat geruster te zijn. Professor Luc Verschaeve, genetisch toxicoloog van het onderzoekscentrum Vito in Mol, werkte eraan mee. 'Er waren argumenten om te denken dat gsm-straling het schadelijke effect zou verhogen van kankerverwekkende stoffen. Daarom hebben we het onderzocht, maar in onze studie bij ratten vonden wij daar geen bewijzen voor.'

Door de snelle inburgering van gsm-toestellen worden we almaar meer blootgesteld aan de elektromagnetische straling ervan. Dat baart heel wat gebruikers zorgen, omdat we nog altijd niet veel weten over de mogelijke schadelijke gezondheidseffecten van die blootstelling.

Een van de geopperde problemen is dat gsm'en ons dna zou beschadigen, zoals Het Nieuwsblad en Het Volk gisteren berichtten. Dat zou blijken uit het Reflex-onderzoek, een Europees onderzoeksproject waarbij het effect van elektromagnetische straling op cellen in een laboratorium werd onderzocht. Om te bepalen of die dna-schade ook de gezondheid in gevaar brengt, was echter nog meer onderzoek nodig, aldus het bericht.

Of dat een juiste conclusie is, is echter lang niet zeker, reageert professor Luc Verschaeve, genetisch toxicoloog aan het Vito, die het Reflex-onderzoek kent. Van de betrokken onderzoekers zelf was gisteren niemand bereikbaar. "Over die resultaten bestaat heel wat controverse. Ik ben zelf door de Europese Unie gevraagd om op te treden als een soort scheidsrechter in de discussie omdat een aantal betrokken onderzoekers het niet eens is met de conclusies die aan de resultaten gekoppeld worden. Volgens hen is die genetische schade niet zo duidelijk. Bovendien kreeg een ander lab, dat het experiment herhaalde, niet dezelfde resultaten."

Tot nu zijn er dan ook weinig argumenten om te zeggen dat gsm-straling dna-schade veroorzaakt, vervolgt Verschaeve. "Toch niet rechtstreeks. Waar wel sterkere argumenten voor zijn, is voor de hypothese dat de straling het schadelijke effect kan versterken van andere stoffen zoals kankerverwekkende bestanddelen."

Om dat versterkende combinatie-effect na te gaan, startten Verschaeve en zijn collega's uit Finland het zogenaamde CEMFEC-project op, eveneens met financiële steun van de Europese Unie. Daarbij kregen ratten via hun drinkwater een kankerverwekkende stof MX toegediend, die ook in ons drinkwater voorkomt, zij het in veel lagere concentraties. Een deel van de proefdiertjes werd bovendien blootgesteld aan gsm-straling, twee jaar lang gedurende twee uur per dag, behalve tijdens het weekend.

Bedoeling was na te gaan of dat genetische schade veroorzaakte en of de straling in combinatie met MX aanleiding gaf tot meer tumoren dan MX alleen. Daarom namen de onderzoekers op geregelde tijdstippen bloedstalen. Na twee jaar werden de diertjes gedood en namen de onderzoekers ook stalen van het hersenweefsel en van de lever. De resultaten bleken negatief, aldus Verschaeve: "In onze studie vinden we geen bewijzen om te zeggen dat gsm'en het effect van kankerverwekkende stoffen verergert. We kunnen natuurlijk niet zeggen dat we hiermee alles hebben aangetoond, maar het is toch een argument om weer iets geruster te zijn. En voor alle duidelijkheid: de studie is niet gesponsord door gsm-operatoren."

(NC)