Direct naar artikelinhoud

'Beleg geld voor pensioen in scholen'

Gebruik het geld van de tweede pensioenpijler om te investeren in scholen, wegen en ziekenhuizen. Met die ingreep wil de verzekeringssector het rendement van de groepsverzekering op lange termijn veiligstellen. De regering onderzoekt de piste.

De tweede pensioenpijler staat onder druk. Via een groepsverzekering sparen heel wat werknemers maandelijks een appeltje voor de dorst bij elkaar. De wet bepaalt momenteel een minimumrendement van 1,75 procent, maar de verzekeringssector klaagt dat hij dat niet kan garanderen door de lage rente.

Daarom wil de sector het over een andere boeg gooien. De verzekeraars beleggen nu het merendeel van het geld uit de tweede pijler in staatspapier, maar daar is de rente nagenoeg teruggevallen op nul procent. Dus vragen ze dat kapitaal te kunnen investeren in grote infrastructuurwerken. Dat levert een hoger rendement op, waardoor de minimumdrempel van 1,75 eenvoudig gehaald kan worden.

"Zulke investeringen zijn erg stabiel en werken op lange termijn", zegt Wauthier Robyns van sectorfederatie Assuralia. "Dat past bij het profiel van de verzekerde. Een contract van een groepsverzekering loopt ook op 20 à 30 jaar."

Via publiek-private samenwerking (pps) kunnen zulke investeringen te gelde worden gemaakt. Het tolgeld van de Diabolo-spoortunnel naar de luchthaven levert de investeerders nog jarenlang een stabiele stroom van inkomsten op. Maar ook bij de bouw van bijvoorbeeld scholen of ziekenhuizen, kan de overheid nadien de gebouwen terughuren, waardoor de opbrengsten gegarandeerd zijn.

Pensioenminister Daniel Bacquelaine (MR) omarmt het plan. "Elke maatregel waardoor de pensioeninstellingen hun minimumrendement kunnen verzekeren, vinden wij positief", klinkt het op zijn kabinet. De grens van 1,75 procent verder verlagen, was voor hem geen optie. Na een bijzonder moeizaam sociaal akkoord werd die vorig jaar nog maar net drastisch naar beneden bijgesteld.

Zijn collega op Financiën Johan Van Overtveldt (N-VA) staat in voor de verdere uitwerking. Verzekeraars kunnen wettelijk gezien nu al investeren in infrastructuur, maar doen dat zelden. Vaak omdat ze niet weten welke projecten voorhanden zijn en omgekeerd omdat men bij heel wat projecten niet weet dat er via die weg geld geleend kan worden. Van Overtveldt onderzoekt nu hoe op die markt vraag en aanbod op elkaar afgestemd kunnen worden, bijvoorbeeld via investeringsfondsen.

Ook voor de premier klinkt dit alvast als muziek in de oren. Charles Michel (MR) kondigde begin september nog aan dat hij massaal wilde inzetten op investeringen. De verzekeraars helpen nu om zijn ambities waar te maken.

Niets dan winnaars dus? "In principe is dit een goed idee", zegt professor economie Koen Schoors (UGent). "Het is beter het geld te investeren in de reële economie dan in staatspapier. Toch is het opletten als de langetermijnrente weer zou stijgen. Dan worden die investeringen in infrastructuur plots minder interessant. Veel hangt ook af van de concrete uitwerking."

Tegelijk zijn die pps-constructies niet helemaal onschuldig. Uiteindelijk moet iemand die huur/tolheffing betalen. Komt de rekening niet opnieuw bij de burger terecht?