Direct naar artikelinhoud

Chauffeur met zeventien maanden rijverbod blijft rustig rondrijden

Soms loont het om verkeersovertredingen aan je laars te lappen. Dat illustreert het verhaal van een chauffeur in Turnhout die nu al maanden op de zenuwen werkt van de lokale politie. Ondanks boetes, rijverboden en vervangende gevangenisstraffen blijft de man in kwestie rustig rondtoeren. Door een nogal vreemde samenloop van omstandigheden slaagt hij er telkens weer in om door de mazen van het net te glippen.

Brussel

Eigen berichtgeving

Cathy Galle

Een agent van lokale politie in Turnhout, die liever anoniem wil blijven, heeft een heel dossiertje liggen over de man in kwestie. Bij een recente controle stelde een patrouille vast dat de chauffeur voor de zoveelste keer het verkeer tartte zonder enig geldig boorddocument. Uit het dossier van de agent blijkt dat de chauffeur maar liefst veertien keer gesignaleerd is, al zeventien maanden rijverbod heeft opgelopen en een gecumuleerde verkeersboete van 13.560 euro heeft opgebouwd. Toch blijft hij nog steeds rondtoeren, zonder ooit een cent te betalen. De korpschef van de politie in Turnhout liet gisteren weten de zaak grondig te zullen onderzoeken.

Wie zijn verkeersboete niet betaalt, vliegt de nor in. Dat is althans de theorie. De politierechter spreekt namelijk naast de geldboete ook een zogenaamde vervangende gevangenisstraf uit. Voor verkeersovertredingen gaan die van een dag tot maximaal een maand. De Turnhoutse chauffeur bijvoorbeeld zou voor al zijn overtredingen samen 495 dagen moeten brommen.

Maar in de praktijk is dat blijkbaar niet zo eenvoudig. Twee jaar geleden nam justitieminister Marc Verwilghen (VLD) een serie maatregelen om de overbevolking van de gevangenissen tegen te gaan. Een daarvan was de richtlijn dat vervangende gevangenisstraffen onder de zes maanden niet meer uitgevoerd worden. Wat voor de Turnhoutse chauffeur in theorie betekent dat hij met zijn 495 dagen wel degelijk naar de cel moet.

Niet noodzakelijk, stelt Myriam Adriaenssens van de cel Handhaving van het Belgisch Instituut voor de Verkeersveiligheid (BIVV): "Het probleem met dit soort zaken is dat de gevangenisstraffen die een persoon oploopt voor afzonderlijke overtredingen, niet altijd opgeteld worden. Niet zo uitzonderlijk eigenlijk. Wanneer iemand voor de tweede keer een diefstal pleegt en daarvoor veroordeeld wordt tot een voorwaardelijke celstraf, wordt die ook niet altijd opgeteld bij de straffen die hij eerder al kreeg. Elke veroordeling wordt als een nieuw feit gezien. Iemand die zes keer een maand krijgt, moet niet naar de cel. Iemand die een keer zes maanden krijgt, wel."

En dat is volgens Adriaenssens nogal letterlijk te nemen. "Je zou denken dat iemand die voor de tweede keer eenzelfde overtreding begaat, daar de tweede keer zwaarder voor gestraft wordt, maar ook dat is niet altijd vanzelfsprekend. Het gebeurt wel vaker dat de rechter die over een misdrijf moet oordelen niets af weet van voorgaande feiten. Alles hangt af van welke magistraat het dossier toegewezen krijgt. Als dat altijd een andere persoon is, dan weten die vaak van elkaar niets af. Dat is geen verwijt aan die mensen, het is een vaststelling."

Dan rijst de vraag: waarom zou iemand zijn verkeersboetes nog betalen als hij of zij toch ongestoord kan blijven rondtoeren? Op het kabinet van verkeersminister Isabelle Durant moesten ze gisteren toch wel even nadenken voor er een antwoord kwam. Dat klonk als volgt: "Het is natuurlijk onzin dat er straffeloosheid zou heersen. Politierechters spreken tegenwoordig vaker alternatieve sancties uit. Die kunnen gaan van het verplicht volgen van een cursus tot het doen van gemeenschapsdienst. Bovendien zijn er nog andere middelen om een persoon in kwestie te dwingen zijn boetes te betalen, zoals het sturen van een deurwaarder, die kijkt welke bezittingen hij kan aanslaan."

Maar als de persoon in kwestie niets blijkt te hebben om aan te slaan, wordt in theorie de vervangende gevangenisstraf ingeroepen... die dus in de praktijk niet wordt uitgevoerd. Het kabinet-Durant moest gisteren toegeven hier niet meteen een pasklaar antwoord op te weten.