Direct naar artikelinhoud

'Rijken betalen mee aan tax shift'

De 10 procent rijkste Belgen betalen mee aan de tax shift, benadrukt Voka. De werkgeversorganisatie raamt dat zij zeker 70 procent van de hogere roerende voorheffing op aandelen en obligaties zullen ophoesten, goed voor 245 miljoen.

"Dat de vermogenden geen inspanning zouden doen voor de tax shift, klopt niet", zegt Stijn Decock, hoofdeconoom van Voka. Uit onderzoek van de Universiteit Antwerpen blijkt dat de 10 procent rijkste Belgen een vermogen van minstens 764.000 euro hebben - vastgoed inbegrepen. En daar zitten ook heel wat aandelen en obligaties in, die via de roerende voorheffing op hun rendement worden belast. Zo heeft de rijkste 10 procent van ons land 84,5 procent van de beursgenoteerde aandelen in handen. Daarnaast bezitten ze ook nog eens 67,5 procent van de obligaties.

"Wie juist hoeveel betaalt van die roerende voorheffing weten we niet", zegt Decock. "Maar het zal grosso modo overeenkomen met wat ze bezitten. We kunnen er dus van uitgaan dat die rijkste 10 procent zeker 70 procent van de hogere roerende voorheffing, die wordt opgetrokken van 25 naar 27 procent, zal betalen."

Aangezien de federale regering in een opbrengst voorziet van 350 miljoen euro, zou het dan om 245 miljoen euro gaan. Decock: "Die zal betaald worden door de renteniers, maar ook door kaderleden en andere professionals die wat vermogen hebben opgebouwd."

Die rijkste 10 procent heeft de voorbije vijf jaar de staatskas ook al voor honderden miljoenen gespekt, werpt hoofdeconoom Decock op. Zo zijn de inkomsten uit roerend vermogen die periode met 2 miljard toegenomen. Ervan uitgaand dat die rijkste 10 procent 70 procent van de koek voor zich nemen, hebben zij volgens de Voka-econoom al 1,4 miljard opgehoest. "Tijdens de regering-Di Rupo steeg de roerende voorheffing immers al van 15 naar 25 procent."

Maar het ligt niet alleen daaraan, geeft Decock toe. "De stijging heeft ook te maken met de betere conjunctuur en dus hogere winsten op aandelen." En hoe meer er verdiend wordt, hoe meer er dus naar de staatskas vloeit.