Direct naar artikelinhoud

Na Londen ook in Parijs soldaat neergestoken

Drie dagen nadat in Londen een militair werd vermoord door een mogelijke jihadist, werd ook in Parijs een soldaat aangevallen. De dader kon ontkomen, de militair herstelt in het ziekenhuis. De autoriteiten zien nog geen link tussen beide aanslagen.

De aanval vond zaterdagavond iets voor zessen plaats in de Parijse zakenwijk La Défense, meer bepaald in de ondergrondse gang die toegang gaf tot het openbaar vervoer RER. Het slachtoffer is de 23-jarige Cédric Cordier, die werd overgebracht naar een militair ziekenhuis.

Cordier was de achterste van een patrouilletrio van Vigipirate, een 450 manschappen tellend, gemengd militair-politioneel initiatief dat sinds enige maanden in Parijs patrouilleert. Hij werd zonder enige waarschuwing of aanleiding door een onbekende in de rug aangevallen met een mes. De jonge militair raakte gewond aan nek en gezicht. Zijn twee collega's, die net als hijzelf met automatische wapens waren uitgerust, liepen voor hem uit en merkten de gewelddaad niet meteen op. De dader kon bijgevolg ontkomen.

Antiterreureenheid

Volgens de getuigenissen, die gisteren werden vergeleken met de beelden van de bewakingscamera's, gaat het om een man van rond de dertig. Hij zou 1m90 groot zijn en een baard hebben. Sommige bronnen gewagen van 'een zwarte broek met pull', anderen menen dat hij een traditioneel Noord-Afrikaans gewaad of djellaba droeg. Zaterdagavond werden tal van bij het gerecht bekende Franse jihadisten door de politie ondervraagd. Gisteren werd een grootschalige zoekactie opgezet maar voorlopig werden geen arrestaties verricht.

Het onderzoek werd zaterdagavond overgedragen aan de antiterreureenheid van de Franse politie, maar 's lands politieke leiders haastten zich te verklaren dat 'alle mogelijke pistes worden onderzocht'. De Franse defensieminister Jean-Yves Le Drian verklaarde na een bezoek aan de gewonde soldaat dat 'hij werd aangevallen omdat hij een soldaat was'.

In een uitzending van France 2 stelde minister van Binnenlandse Zaken Manuel Valls dat "bepaalde elementen een vergelijking toelaten met wat zich drie dagen geleden in Londen heeft afgespeeld. Maar laat ons, eerlijkheidshalve, voorzichtig blijven op dit moment".

President François Hollande, die dit weekend in Addis Abeba de vieringen rond de vijftigste verjaardag van de Afrikaanse Unie bijwoonde, klonk gelijkaardig. "Momenteel is er geen bevestigde link met de moord in Londen, we moeten alle hypotheses bekijken."

Het voorval doet denken aan de aanval nabij Grenoble eerder deze maand. Op 7 mei kreeg een gendarme daar drie messteken toegediend door ene Nadir Louchène (32), die de brigade van Roussillon was binnengedrongen. De man werd nadien in de knieën geschoten door een andere gendarme, die daarbij zelf ook gewond raakte. Louchène riep 'Allah is groot' op het moment van de aanval. Hij had evenwel geen strafblad, was al verschillende keren voor depressie behandeld en maakte recentelijk de hadj naar Mekka.

Boerka

Ook over de motieven van Louchène bestaat nog steeds geen duidelijkheid. De procureur die met de zaak belast is, verklaarde dat 'er geen redenen zijn om aan te nemen dat hij jihadistische bedoelingen had of dergelijke netwerken frequenteerde'. Een ooggetuige op het moment van de aanval zei dan weer dat hij "de man al vaker had gezien. Zijn vrouw draagt een boerka."

Ook de aanval van Mohamed Merah in maart 2012 in Toulouse en Montauban herinnert aan de moord van zaterdag. Merah vermoordde zeven mensen, onder wie drie militairen.