Direct naar artikelinhoud

Griekenland kiest, Europa bibbert

Nieuwe Griekse verkiezingen, nieuwe financiële onrust, zelfde speculatie: verlaat Griekenland dan toch de eurozone en daarmee de EU? Marc Peeperkorn

1. Hoe ziet de nieuwe regering eruit na zondag?

Een coalitie met het links-populistische Syriza is de waarschijnlijkste. Syriza werd en wordt gevreesd door de Europese en internationale (IMF) geldschieters die sinds 2010 Griekenland met ruim 240 miljard euro aan leningen voor een bankroet behoeden. Syrizaleider Alexis Tsipras beloofde de Grieken in 2012 het boekwerk met de harde saneringsvoorwaarden van de crediteuren te verbranden, de gehate trojka de Egeïsche zee in te drijven en ontslagen ambtenaren weer aan te nemen. Als de eurolanden daar niet mee akkoord gingen, zou Griekenland desnoods uit de euro en de EU te stappen. Paniek in de Europese hoofdsteden en op de financiële markten was het resultaat.

Maar dat was drie jaar geleden. De toon van Syriza is inmiddels gematigder. Tsipras dringt nu aan op gedeeltelijke kwijtschelding van de enorme schuldenberg en zijn economische adviseur wil de corruptie bij staatsopdrachten hard aanpakken.

2. Welk probleem moet Tsipras snel aanpakken?

Dat zijn er vele, maar één steekt er bovenuit: er moet heel snel een akkoord komen over de afronding van het huidige hulpprogramma voor Griekenland. Zonder akkoord trekt de ECB vanaf 1 maart haar handen af van Griekenland en komt de kredietvoorziening van de banken en de Griekse economie in zwaar weer.

Het Europese deel (196,5 miljard) van het huidige hulpprogramma liep eind vorig jaar af maar werd 'technisch verlengd' met twee maanden. Een tweede verlenging zou Athene lucht geven, maar stuit op verzet van Finland, dat zelf dit voorjaar verkiezingen heeft en het Griekse getalm niet langer wenst te belonen.

De nieuw te vormen regering heeft dus enkele weken om de laatste beloften in te lossen. In dat geval krijgt ze niet alleen de resterende 1,8 miljard uit het hulpprogramma, het opent de weg naar een nieuwe kredietlijn van de EU. Zonder dat noodkrediet gaat Griekenland kopje onder op de markten. Investeerders zijn niet bereid Athene geld te lenen tegen betaalbare rente zonder Europese garanties. De nieuwe Griekse regering moet dus buigen en de lichtere voorwaarden die gepaard gaan met het nieuwe noodkrediet accepteren. Zo niet, dan valt op 1 maart het doek voor Griekenland.

3. Is schuldsanering zoals Syriza wil een reële optie?

Veel economen juichen kwijtschelding van de Griekse schulden toe omdat het Athene ruimte biedt te investeren in groei in plaats van af te lossen. Politiek gezien is het volgens betrokkenen uitgesloten. Ten eerste zou het oneerlijk zijn tegenover Portugal, Ierland en Spanje, die eveneens geld moesten lenen van de EU en het IMF, wel saneerden en hervormden en daardoor weer op eigen benen staan. Daarnaast is het onverkoopbaar aan de Nederlandse, Duitse en Finse burgers. Kwijtschelding betekent dat hun aan Griekenland geleende belastingmiljarden niet meer terugkomen. Nederlands premier Rutte en bondskanselier Merkel weten dat ze de anti-EU-partijen geen beter verkiezingscadeau kunnen geven.

4. Een renteverlaging, dat is toch eerder gebeurd?

Afgelopen jaren is de rente op de leningen een paar keer verlaagd en de looptijd verlengd, feitelijk een verborgen schuldsanering. De rente kan misschien nog een fractie lager en de looptijd iets langer, maar veel rek zit er niet meer in. De leningen uit het Europese noodfonds hebben een looptijd van gemiddeld 32 jaar, de rente bedraagt zo'n 1,5 procent, rente die Athene sowieso tot 2023 niet hoeft te betalen. Bij nog soepeler voorwaarden dreigt het noodfonds verlies te lijden. In november 2012 hebben de eurolanden Griekenland niettemin beloofd een extraatje 'in overweging te nemen' als het land al zijn afspraken is nagekomen. Athene zal deze kaart zeker uitspelen.

5. Wat als Syriza schuld-verplichtingen negeert?

Op papier is niet veel geregeld tegen zo'n politieke middelvinger. In de praktijk zou Griekenland in een mum van tijd geen financiers meer hebben, Griekse burgers zouden hun bankrekeningen leeghalen, waarmee het land feitelijk failliet is, met sociale en politieke chaos tot gevolg. Brusselse diplomaten wijzen daarbij op het recente Griekse politieke verleden, waar van 1967 tot 1974 een militaire junta de touwtjes in handen had. Niemand stuurt aan op zo'n oorlogsscenario.

6. De Grieken tijdelijk uit de eurozone?

Ook dat zou vergaande economische gevolgen hebben voor burgers en bedrijven in Griekenland. Hun spaartegoeden, hypotheken en pensioenfondsen moeten worden omgezet in de nieuwe drachme, die allesbehalve verzekerd is van een sterke koers. Bovendien is er een praktisch bezwaar: volgens de Europese Commissie is het eurolidmaatschap 'onomkeerbaar'. In deze interpretatie van het Europees Verdrag kan Griekenland de euro alleen opgeven als het uit de EU stapt. Daarmee verliest het zijn aanspraak op de miljarden euro's EU-subsidie die onontbeerlijk zijn voor economisch herstel.