Direct naar artikelinhoud

Gevangen tussen front en grens

De belegering door Islamitische Staat van de Syrische stad Kobani zorgt voor chaotische taferelen aan de Turkse grens. In drie dagen tijd stroomden 130.000 getraumatiseerde vluchtelingen toe. Tegelijk proberen Koerdische strijders de grens in de andere richting over te steken om Kobani te verdedigen.

Het beleg van de Islamitische Staat op de Koerdische grensstad Kobani begon vijf dagen geleden. Ten noorden en ten westen staan de extremistische strijders op amper 15 kilometer van de stadspoorten. Koerdische strijders slaagden er gisteren in om het oostelijk offensief tot stilstand te brengen. Er wordt bijzonder hard gevochten, aan beide kanten zijn er zware verliezen. "We verwachten dat IS nog extra strijders, artillerie en tanks zal laten aanrukken", vertelden woordvoerders van de Koerdische strijders aan De Morgen. "Maar we zijn bereid om tot de laatste man en vrouw te vechten. Kobani mag niet vallen, dat zou een ramp zijn."

Het Kobani-offensief zorgde voor een van de snelste en grootste vluchtelingenstromen sinds het oplaaien van de Syrische oorlog. In goed drie dagen tijd staken 130.000 mensen de Turkse grens over. Bijna allemaal hebben ze een tekort aan voedsel en water.

Dat zorgt voor chaotische taferelen, zeker nu Turkije de grens gedeeltelijk heeft afgesloten. Terwijl vluchtelingen zondag nog via een tiental plaatsen Turkije binnen konden, zijn momenteel nog twee grensposten open. Volgens Amnesty International zou dit duizenden mensenlevens in gevaar brengen. Burgers worden tussen het front en de grens verpletterd.

Oorlogsgruwel

"De laatste vluchtelingenstroom zet Turkije nog meer onder druk", zegt Sherif Elsayed-Ali, vluchtelingenexpert van Amnesty. "Maar dat kan geen excuus zijn om mensen die aan de oorlogsgruwel proberen te ontsnappen een veilig toevluchtsoord te weigeren. Met steeds meer wanhopige vluchtelingen die aan de grens arriveren, is het cruciaal dat de internationale gemeenschap steun verstrekt aan Turkije en de andere buurlanden van Syrië. Wereldleiders waren er snel bij om de gruwelijkheden van de Islamitische Staat te veroordelen, maar nu moeten ze de mensen steunen die voor deze groep op de vlucht zijn."

Het feit dat de vluchtelingenstroom zo massaal is, heeft te maken met het feit dat Kobani tot vorige week van gevechten gespaard bleef. Daardoor werd de stad een toevluchtsoord voor zo'n 200.000 burgers uit zwaar getroffen steden als Aleppo en Homs. Nu moeten al die mensen voor de tweede keer op de vlucht.

Maar ook het feit dat IS tijdens de zomer zware Amerikaanse wapens op het Iraakse leger kon buitmaken, zorgt ervoor dat de aanval bijzonder intens en gewelddadig is. "IS bestookt ons met tanks, artillerie en raketlanceerders", getuigen inwoners van de stad.

Carol Batchelor, Turkije-verantwoordelijke van de VN-vluchtelingenorganisatie UNHCR, vertelt aan De Morgen dat de vluchtelingen erg getraumatiseerd zijn. "Het zijn vooral vrouwen, kinderen en ouderen. Vaak gaat het om familieleden die elkaar in de chaos zijn kwijtgeraakt. Mensen vertellen horrorverhalen over executies en bombardementen. We proberen zoveel mogelijk mensen onder te brengen bij familieleden in Turkije. Voor de anderen zoeken we oplossingen in scholen, overheidsgebouwen, parken en zelfs in funeraria."

Neil Sammonds, Syrië-researcher bij Amnesty International, bevestigt dat de slag om Kobani bijzonder hard is. "Ik sprak vandaag met mensen in Kobani en de militaire verliezen zijn groot."

Maar het feit dat de IS-strijders zich dezer dagen volledig op oorlogvoering moeten concentreren, maakt dat het aantal burgerdoden momenteel relatief beperkt blijft. Voorlopig is er geen sprake van moordpartijen op burgers en etnische zuivering. "We hebben weet van tien burgerdoden, andere rapporten hebben het over zestien doden. Maar dat wil niet zeggen dat een eventuele val van Kobani geen regelrechte ramp zou betekenen. Niet enkel voor de burgers in de stad, maar ook omdat IS vervolgens zijn moderne wapens elders kan inzetten. In dat rampscenario is het niet uitgesloten dat ze een front openen op de grote stad Aleppo."

Dat laatste zou betekenen dat IS de controle verwerft op bijna heel Noord-Syrië. Sammonds: "Voor alle duidelijkheid: het is nog niet zover. Onze laatste informatie is dat de Koerdische strijders in Kobani erin slagen om de stad in handen te houden."

Vanuit Turkije probeerden de jongste dagen meer dan duizend Koerdische strijders Kobani te bereiken om de stad te verdedigen. De leiding van het Koerdische PKK-leger riep jongeren in Turkije en Europa op om de ondergang van de strategische stad te verijdelen. Vaak gaat het om mannen en vrouwen die eerst hun kinderen en ouderlingen van Syrië naar Turkije begeleidden om vervolgens terug te gaan naar Syrië om het IS-offensief te keren. Volgens VN-bronnen vertrokken sinds vrijdag zeker duizend strijders, maar de jongste 48 uur waren het er een honderdtal.

Over de grensovergang van Koerdische strijders is trouwens grote controverse ontstaan. Turkse grenswachters en agenten zouden er alles aan doen om de Koerdische strijders tegen te houden. Er waren al meerdere confrontaties tussen Koerdische jongeren en de Turkse politie waarbij traangas en waterkanonnen werden ingezet. Volgens officiële bronnen wil Turkije ervoor zorgen dat de grensovergang van Koerden naar Kobani geordend verloopt. "Vandaar dat mensen niet zomaar op willekeurige plaatsen de grens over mogen. Ze moeten langs een bepaalde grenspost waar ze geregistreerd worden."

Bewuste strategie

Maar veel Koerden zijn bijzonder ontstemd over wat zij omschrijven als een bewuste strategie van Turkije om de Islamitische Staat een handje te helpen. Adem Azum, woordvoerder van de aan Koerdische milities gelieerde beweging KNK, beweert dat Turkije een deal sloot met de IS-leiding over 46 Turkse gijzelaars die drie maanden in Mosoel vastzaten en zaterdag werden vrijgelaten. "Het is toch overduidelijk. In ruil voor de vrijlating van hun gijzelaars beloofde de Turkse regering aan Islamitische Staat om geen Koerdische strijders meer door te laten aan de grens. Tegelijk zijn er tal van bewijzen dat IS strijders en wapens van Turkije naar Syrië transporteert en dat gewonde IS-strijders zich in Turkse hospitalen laten verzorgen."

Meer dan ooit woedt onder de oppervlakte van de oorlog tegen Islamitische Staat ook het dertig jaar oude conflict tussen Turkije en de Koerdische PKK. Het wederzijdse wantrouwen blijkt onoverkomelijk. Turkije lijkt te vrezen dat dit conflict de PKK opnieuw versterkt, terwijl de Koerden woest zijn op Ankara omdat zij niet voluit gaan in de strijd tegen IS. Azum: "Turkije wil ons in Syrië verzwakken ook al betekent dit dat ze op die manier de strijd van Islamitische Staat helpen."

De Turkse regering ontkent dit soort theorieën en benadrukt dat de vrijlating van de Turkse gijzelaars een diplomatiek succes was dat zonder compromissen tot stand kwam.

Uit protest tegen de situatie van de Kobani-vluchtelingen reisden drie Koerdische parlementsleden naar het Zwitserse Genève, waar ze een hongerstaking zullen beginnen. Donderdag kondigen Koerdische bewegingen ook een betoging in de Brusselse Europawijk aan.