Direct naar artikelinhoud

IEDEREEN ZELFSTANDIGE

Niet alleen banken en universiteiten, ook gereputeerde businessscholen als Vlerick richten zij zich vandaag almaar nadrukkelijker op toptalenten die zelf willen ondernemen. Zowel het aantal starters als het aantal zelfstandigen in bijberoep zit dan ook al enkele jaren in de lift. En opvallend: ook almaar 'oudere' werknemers zwaaien hun fraaie loon en dito bedrijfswagen vaarwel om zelf iets op te starten.

Dat er honderdduizend redenen zijn om de stap vooral niét te zetten. En dat de journalistiek, enkele vervelende neveneffecten terzijde gelaten, toch een van de mooiste beroepen ter wereld blijft. Ex-journaliste Marieke Van Pee (32) kent ze allemaal, de argumenten pro en de afwegingen contra. Meer nog, ze bleven het voorbije anderhalf jaar tot vervelens toe door haar hoofd malen. Tot een indringend gesprek met haar vriend haar definitief de knop deed omdraaien.

En zie, begin februari opende ze Eva's Appel, een lingeriezaak in Gent waarvan enkel de naam toch nog enigszins haar passie voor taal verraadt. "Ik werkte zeven jaar lang in de journalistiek, maar al een hele tijd knaagde die drang, ergens diep vanbinnen", vertelt ze. "Het verlangen om zelf iets uit de grond te stampen, mijn leven in eigen handen te nemen. Welja, misschien kun je het zelfontplooiing noemen."

Finaal was het een zenuwbeschadiging in de armen die de beslissing net iets gemakkelijker maakte. "Typen werd almaar lastiger, in die mate zelfs dat ik anderhalf jaar thuis heb gezeten. Tijd zat om na te denken dus, maar ik ben nu eenmaal een geboren twijfelaar. Een mooi loon, fijne collega's, enkele aantrekkelijke extralegale voordelen, het vormt de perfecte gouden kooi. Ik brak mijn eigen droom constant opnieuw af met één negatief argument om de stap vooral niet te zetten, en uiteindelijk heeft mijn vriend me min of meer voor de keuze gesteld. Ook al hadden we toen net een huis gekocht en een kindje gekregen. 'Ga ervoor of begraaf die droom definitief.'

"Ik heb me toen ingeschreven bij Go for Business van Unizo, waar ik een financieel plan en ondernemingsplan leerde schrijven. Vervolgens ben ik bij het Participatiefonds van de Vlaamse overheid gaan aankloppen voor een lening. Want ook dat is een les die ik intussen geleerd heb: je moet als starter geen geld hebben, je moet geld vinden. En dat is vooral een zaak van een goed onderbouwd businessplan en veel enthousiasme.

"Toen ik eind november vorig jaar stopte bij de krant was dat een lastig moment, maar tegelijk ook een hele bevrijding. En jawel, onvoorstelbaar hoeveel positieve reacties ik toen gekregen heb van vriendinnen en kennissen. Een pak leeftijdsgenoten droomt net als ik van een ander bestaan, ze zijn de druk en het professionele keurslijf beu, maar ze zitten vast in hun gouden kooi."

Loopbaanperspectief

Het ondernemerschap heeft de voorbije jaren stevig aan populariteit gewonnen. In 2010 kwamen er 85.000 nieuwe starters bij, zo blijkt uit statistieken van ondernemersorganisatie Unizo. In 2014 waren dat er al bijna 97.000, en vorig jaar was er opnieuw een markante stijging. Het grootste aantal (nieuwe) starters vinden we terug in de leeftijdscategorie 25-30 jaar, maar ook bij de 40-plussers was er een opvallende toename.

Bij Startit@kbc, een initiatief dat innovatieve start-ups met stevig groeipotentieel begeleidt, is die trend nog een stuk meer uitgesproken: 44 procent van de begeleide starters zit er in de leeftijdscategorie 25 tot 35 jaar, 39 procent is ouder dan 35.

"Natuurlijk krijgen wij ook wel mensen over de vloer die min of meer tegen hun wil de zelfstandigheid worden in gedreven, bijvoorbeeld omdat ze hun vaste baan verloren, maar er lijkt me toch meer aan de hand", vertelt Sigi Reydams, die de startersservice bij Unizo coördineert. "In de meeste gevallen gaat het immers duidelijk om een heel bewuste keuze voor iets anders, een positief verhaal dus. Dertigers of veertigers met een zeker trackrecord, flink wat expertise en een mooi netwerk. Een kleine minderheid breekt volledig met het beroepsverleden en gaat als zelfstandige een heel andere richting uit, het merendeel start iets op binnen de sector die ze al goed kennen vanuit hun ervaring in het bedrijfsleven. Vaak zijn net hun persoonlijkheid en expertise doorslaggevend in de positie die ze hebben opgebouwd. Hun marktwaarde maar ook hun kans van slagen liggen doorgaans dan ook een stuk hoger dan die van de echt piepjonge starters, die van nul moeten beginnen. Niet het minst omdat die wat oudere starters ook gedreven worden door een soort van trots, de wil om te bewijzen dat ze echt goed zijn in wat ze doen."

Geert Van Hootegem, professor arbeidsorganisatie aan de KU Leuven, wijst ook op de evolutie van de arbeidsmarkt zelf als triggerende factor. "De dertigers of veertigers van vandaag hebben een fundamenteel ander loopbaanperspectief dan pakweg tien jaar terug. Waar we in België ooit zowat de kortste loopbaan ter wereld hadden, liggen de kaarten nu heel anders en is de kans groot dat vrijwel iedereen tot 65 of 70 aan de slag zal moeten blijven. Mensen gaan dus anders nadenken over die loopbaan, vragen zich dan ook almaar vaker af: moet ik dit echt nog twintig jaar of langer volhouden? Zeker als je in een omgeving werkt waar je weinig zelfstandigheid geniet, of waar je het gevoel krijgt dat er te weinig beroep wordt gedaan op je competenties en expertise, kan een eigen bedrijf plots een aantrekkelijk perspectief worden. Tegelijk willen werknemers ook almaar meer controle over hun leven en verwachten ze dat werk meer af te kunnen stemmen op hun privéleven. In heel wat bedrijven blijft dat toch heel moeilijk liggen. Meer geld verdienen, winstbejag zeg maar, is zelden de belangrijkste insteek."

Ook de Gentse universiteit is de voorbije jaren resoluut op de start-uptrein gesprongen. In 2012 zag Student Ghentrepreneur er het levenslicht, een project in samenwerking met enkele ondernemerscentra en het technologieplatform iMinds. Student Ghentrepreneur wil studenten die al tijdens hun studies een eigen bedrijfje willen opstarten alle kansen bieden, en riep daartoe zelfs het statuut van student-ondernemer in het leven. Die student-ondernemer geniet zowat dezelfde faciliteiten als een topsporter, met flexibele lessen en gratis business-coaching. En met Durf Ondernemen beschikt de UGent zelfs over een eigen expertisecentrum, dat jonge student-ondernemers begeleidt en hen een klankbord biedt.

Die Gentse universiteit staat daarmee al lang niet meer alleen, weet Frederik Anseel, professor arbeidspsychologie aan de Gentse universiteit. "Eenzelfde fenomeen stel je vandaag ook vast op gereputeerde businessscholen zoals Vlerick of Insead. Daar waar die traditioneel gefocust waren op high potentials uit het bedrijfsleven, die als voornaamste ambitie hadden om daar zo snel mogelijk op te klimmen, richten zij zich vandaag almaar nadrukkelijker op toptalenten die zelf willen ondernemen."

Individualisering

Iedereen zelfstandig dan maar, of zitten we gewoon midden in een gemediatiseerde hype? Dat nu ook weer niet, maar Anseel nuanceert wel. "We moeten daar niet flauw over doen: de dertigers of veertigers die het werknemersstatuut vaarwel zwaaien, dat zijn doorgaans hoogopgeleide mensen die voldoende competenties en expertise hebben opgebouwd en zich heel goed bewust zijn van hun eigen marktwaarde. Ik vermoed dat een stevige meerderheid van de bevolking vandaag nog altijd vragende partij blijft voor een vaste baan in werknemersverband.

"Tegelijk stel ik samen met u vast dat almaar meer werknemers in het bedrijfsleven zich vragen beginnen te stellen over hun toekomst. Waarbij ze dan soms tot de vaststelling komen dat een vaste loopbaan binnen het vaak heel gestructureerde kader van een bedrijf niet langer overeenstemt met dat toekomstbeeld. Al te veel beperkende regeltjes, collega's met meer anciënniteit of een hogere positie die bepaalde ambities in de weg staan, noem maar op. Wie sterk genoeg in zijn schoenen meent te staan, pikt dat niet langer en probeert zijn marktwaarde elders of anders te verzilveren.

"Vroeger kon een groot bedrijf die toppers vaak nog lijmen met een dure bedrijfswagen en stevig loon, vandaag lukt dit almaar minder. Zij gaan immers niet zozeer op zoek naar een hoger inkomen, als wel naar een andere omgeving om te werken en om zich te ontplooien."

Anseel legt daarvoor ook de link met een breder maatschappelijk fenomeen, dat al jaren opgang maakt: de sterk toegenomen individualisering. "We nemen ons lot en onze toekomst voortaan liever zelf in handen, dat uit zich ook op tal van andere vlakken. Ook het bedrijfsleven ontsnapt niet aan die trend en een aantal bedrijven zijn zichzelf dan ook volop aan het heruitvinden, in functie van dat nieuwe model en verwachtingspatroon. Moderne bedrijven worden almaar meer netwerkorganisties. Ze stoten alles en iedereen af wat of wie niet essentieel is voor dat bedrijf. In plaats daarvan gaan ze losse samenwerkingsverbanden aan met zelfstandigen of kleine bedrijfjes die hen diensten op maat aanleveren."

"De hamvraag is dus of die opvallende stijging van de starters ook zal aanhouden als de economie aantrekt", geeft Geert Van Hootegem aan. "Ik acht die kans zeker niet onwaarschijnlijk. En dan belanden we echt wel in een nieuwe situatie, waarbij grote bedrijven een stevige switch zullen moeten maken om hun grootste talenten aan boord te kunnen houden."

Vakbonden

Niet alleen de bedrijfswereld dreigt op termijn in de klappen te delen. Ook bij de vakbonden staat wellicht niemand te springen om een arbeidsmarkt waar almaar meer werknemers - al dan niet vrijwillig - in een andere rol of statuut belanden.

Frederik Anseel: "Decennialang hebben zij gestreden om bepaalde verworvenheden en statuten voor werknemers uit de brand te slepen en te beschermen. Nu arbeid almaar meer geïndividualiseerd wordt - een trend waarvan ik overigens een overtuigd voorstander ben - dreigt het belang van die collectieve verworvenheden en van het werknemerscollectief zelf langzaam maar zeker te worden uitgehold. Je ziet vandaag al heel duidelijk hoe die vakbonden dan in een heel conservatieve kramp schieten, en eigenlijk amper weten hoe ze daarop moeten reageren. Wat niet belet dat we inderdaad moeten opletten voor een arbeidsmarkt op twee snelheden: voor werknemers met een iets minder uitgesproken hoog profiel, of minder ondernemingsdrang, dreigt op termijn zeker het gevaar dat werkgevers ook hen in een zelfstandig statuut zouden willen duwen."

Geert Van Hootegem zit min of meer op dezelfde lijn. "Ik denk niet dat de vakbonden nu meteen moeten beginnen panikeren, maar ze zouden er wel goed aan doen zich ernstig te bezinnen over hoe ze kunnen omgaan met een almaar grotere diversiteit aan statuten op de arbeidsmarkt. In bepaalde sectoren neemt het aantal zelfstandigen of freelancers immers wél spectaculair toe, al dan niet onder invloed van de crisis. Hun arbeidsvoorwaarden zijn vaak ondermaats. Idem dito voor het aandeel van de uitzendarbeid, dat ook almaar groter wordt. Tot nog toe hebben de vakbonden zich niet bepaald uitgesloofd voor wie in dat soort statuten belandde, vooral uit angst om ze nog verder te 'officialiseren' of populairder te maken. In hun ogen zouden ze daarmee zelf de verdedigingsgordel ondergraven die zal al decennialang hebben opgebouwd rond het klassieke werknemersstatuut. In mijn ogen is dit nochtans een echt achterhoedegevecht: de vakbonden en Unizo voeren vaker eenzelfde strijd dan bijvoorbeeld Unizo en de grote multinationals."

Top-down

Sommige bedrijven zien de bui wél al een tijdlang hangen en proberen zelf in te spelen op die grotere drang naar vrijheid en ondernemingszin van hun werknemers Bijvoorbeeld door mensen met een welomlijnd zakenidee of businessconcept aan te moedigen om dit in een soort van zelfstandig statuut binnen de bedrijfsmuren te ontwikkelen. Soms gaat een bedrijf zelfs zo ver om mee te investeren in een nieuwe vennootschap van een eigen werknemer, die dan kan uitgroeien tot een nieuwe start-up waarvan het moederbedrijf dan aandeelhouder wordt. Noem het maar een glijmiddel voor innovatie, waarbij sommige bedrijven dus evolueren in de richting van een soort coöperatie van een hele rist innovatieve kleine bedrijfjes. Vanuit het besef dat kleine start-ups doorgaans veel flexibeler zijn als groeiomgeving voor innovatie.

"Neem nu Securex, dat wellicht niet geheel toevallig zelf ook hr-diensten en -consultancy aanbiedt. Vorig jaar pakte het bedrijf voor het eerst uit met een brainstorm-marathon, waarbij een honderdtal eigen werknemers de kans kregen innovatieve ideeën en projecten voor te stellen en te verdedigen. "Een dertigtal projecten werd uiteindelijk weerhouden voor verdere uitwerking, onder begeleiding van professionals die ook met bestaande start-ups werken", vertelt chief people officer David Ducheyne. "Vandaag zijn enkele werknemers zelfs min of meer vrijgesteld van hun normale job en krijgen zij de kans om verder te werken rond hun project, in een poging dat echt ook marktrijp te maken."

Nogal wat Securex-werknemers houden er vandaag ook al een eigen project in bijberoep op na. Ze kunnen daarbij ook een beroep doen op het ondernemersloket en de startersdiensten van Securex, en worden zo meteen ook klant van hun eigen werkgever. Ducheyne: "We doen er alles aan om mensen met eigen ideeën hier de kans te geven daarmee ook effectief aan de slag te gaan. Dat verklaart wellicht ook waarom we hier een bijzonder laag personeelsverloop hebben, maar die mensen die het echt beu zijn om in een groot bedrijf te werken, die kunnen we natuurlijk niet aan boord houden."

Volgens Ducheyne speelt de bedrijfscultuur - lees dus het management - in deze hoe dan ook een doorslaggevende rol. "Werknemers hebben anno 2016 gewoon nood aan meer vrijheid en ontvoogding. Een puur hiërarchische top-downaanpak is bijzonder nefast, ook voor het bedrijf zelf. Als je je werknemers de kans biedt om vrijwel autonoom en heel mobiel te functioneren binnen het bedrijf, desnoods zelfs in kleine, aparte businessunits, dan zullen ze niet alleen veel minder snel geneigd zijn om te vertrekken. Dit soort bedrijfscultuur zal er ook voor zorgen dat werknemers op termijn veel sneller met nieuwe ideeën op de proppen komen. Doorgaans wordt ook het bedrijf zelf daar dus beter van. En als er dan af en toe toch eens iemand besluit om te vertrekken en zelf een nieuw idee of project te commercialiseren, dan is dat maar zo. Dat risico moeten we dan ook maar durven te nemen."