Direct naar artikelinhoud

DANSER op de slappe koord

Binnenlandminister Jan Jambon (N-VA) komt steeds meer onder druk door zijn uitspraken over 'dansende moslims' na de aanslagen in Brussel. Gedocumenteerde feiten blijven schaars, maar Jambon staat nog steeds achter zijn boodschap. 'Dit is significant.'

"Ik heb geen uitspraken gedaan over dansen", stelde Jambon toen hij gisterochtend tv-camera's onder de neus kreeg geduwd. "Ik heb uitspraken gedaan over feiten die mij meegedeeld zijn in de Nationale Veiligheidsraad."

Zo leek hij afstand te doen van het interview in De Standaard, waarin hij had gesteld dat "een significant deel van de moslimgemeenschap heeft gedanst naar aanleiding van de aanslagen". Jambon had eerder in deze krant (DM 29/3) en op een symposium in Den Haag overigens al gelijkaardige uitspraken gedaan. Hij had de dans-uitspraak uit het interview zaterdag ook zelf via Twitter verspreid. "We nemen geen woord terug", verduidelijkte zijn woordvoerder in de loop van de dag.

Door te verwijzen naar de Nationale Veiligheidsraad grijpt Jambon de reddingslijn die premier Charles Michel (MR) hem heeft toegeworpen. Michel bevestigde dat er op de vergadering tussen de top van de regering en de veiligheidsdiensten melding is gemaakt van "verschillende steunbetuigingen aan de daders". Voor Jambon is dat voldoende om niet met concrete aanduidingen van feestende moslims te komen. "Ik verwijs naar de Veiligheidsraad."

Een van de leden nuanceert. "Het was Jambon zelf die over feestende moslims is begonnen. Aanwezige veiligheidsmensen hebben bevestigd dat er enkele incidenten waren, maar benadrukten meteen dat het om marginale incidenten ging."

Vergeleken met Trump

Er waren inderdaad enkele meldingen van steunbetuigingen. De Brusselse politie trad op tegen een zestal jongeren in Neder-Over-Heembeek die slogans zouden hebben gescandeerd. In Brugge werd één man opgepakt die een vreugdedansje maakte, en uit enkele scholen kwam melding van pro-IS-kreten. Of dit het "significante deel van moslims die dansen" is dat Jambon bedoelt, blijft onduidelijk.

"Hij stigmatiseert de hele moslimgemeenschap", oordeelt Open Vld-voorzitter Gwendolyn Rutten. "Benoemen moet, maar dan wel door individuele personen voor hun verantwoordelijkheid te stellen." CD&V-Kamerlid Veli Yüksel vraagt excuses van Jambon als hij zijn uitlatingen niet kan staven met feiten. Hij sluit zich aan bij de eis van Groen-voorzitter Meyrem Almaci. Morgen wordt Jambon ondervraagd in de commissie Binnenlandse Zaken.

Het verhaal krijgt inmiddels internationale weerklank. Op de website van The Wall Street Journal verscheen een artikel waarin Jambon wordt vergeleken met Donald Trump. De Amerikaanse presidentskandidaat stelde verschillende keren dat duizenden mensen aan het juichen waren toen de Twin Towers instortten na de aanslagen van 9/11. Een hardnekkig, maar nooit bewezen gerucht.

Intussen heeft ook Dyab Abou Jahjah een klacht ingediend bij de politie voor het aanzetten tot haat. Unia, het federaal gelijkekansencentrum, overweegt geen gerechtelijke stappen.

Jambon betreurt het dat het bredere plaatje niet wordt gezien. "Het is belangrijk dat de volledige analyse wordt gemaakt. Maar de basis van het beleid tegen terreur is radicaliserende jongeren aanpakken. In die zin zijn die gevallen significant."

► 4