Direct naar artikelinhoud
InterviewVragen van Proust

Phaedra Hoste: ‘Racistische gevoelens? Af en toe, maar wel terecht’

Phaedra Hoste: ‘Soms ben ik te empathisch.’Beeld Stefaan Temmerman

Schrijver Marcel Proust beantwoordde ze ooit in een vriendenboekje, nu geeft De Morgen er een eigenzinnige draai aan. Vijfentwintig directe vragen, evenveel openhartige antwoorden. Vandaag: Phaedra Hoste (47). Wie is zij in het diepst van haar gedachten?

en

1. Hoe oud voelt u zich?

“De ene dag voel ik mij jong, iemand van dik in de twintig, de andere dag voel ik me mijn leeftijd, die ik nu efkes vergeten ben. Maar in het algemeen voel ik me nog een kind. In de sector waarin ik zit, is het soms gepast om een kind te zijn en soms niet. Is dat een goeie eigenschap, ik weet het niet, maar als ik mijn vader bekijk, da’s ook nog altijd een rebels kind. Ook mijn broer en mijn mama hebben nog altijd dat speelse, een bepaalde naïviteit. Dus hoe voel ik mij? Als een kind dat af en toe wat moe rondloopt. Waarom ben ik zo moe, vraag ik mij soms af. Dan zeggen mensen: ‘Phaedra, je bent nog maar 13 uur aan het werk’. (lacht


“Veertig worden vond ik raar. Maar zodra je die drempel over bent, merk je dat er niets veranderd is. Ik voel me nu zelfs een stuk rustiger. Met ouder worden leer je nog meer relativeren. Ik doe extreem mijn best, maar mijn best is goed genoeg, vind ik. Waarom zou ik de lat dan nog altijd hoger en hoger moeten leggen? Je leert de zaken op een andere manier bekijken. Dat maakt het leven een stuk aangenamer.”

• geboren op 28 augustus 1971 in Brugge

• voormalig fotomodel (tot 2008), tv-presentatrice

• vegetariër, dierenliefhebber

• bekend van tv-programma’s als De juiste prijs, De mediamadammen (met Tanja Dexters en Deborah Ostrega), Splash! (‘Phaedra bij de mannen’) en Wie wordt de man van Phaedra?

• zat van 2000-2002 voor CD&V in de Brugse gemeenteraad; stond in 2012 op de Open Vld-lijst in Antwerpen (niet verkozen)

• onderging zeer onlangs een hartoperatie  

2. Wat vindt u een belangrijke eigenschap van uzelf?

“Ze noemen mij ‘Le penseur’. Hele dagen zit ik zo (imiteert ‘De denker’ van Rodin). Te denken over van alles. Over wat ik gezien en gehoord heb. Maatschappelijk, professioneel, privé. Soms ben ik te empathisch. Is dat problematisch? Neen, ik denk dat de wereld wel wat meer empathie zou kunnen gebruiken.

“Daarnaast: mijn doorzettingsvermogen. Ik mag twintig keer vallen, ik sta telkens weer recht. Mijn leuze is: er is maar één weg en die gaat rechtdoor.”

3. Wat is uw passie?

“Het leven zelf. Als de passie voor het leven er niet meer is, wat blijft er dan nog over, dan stelt het toch niet veel voor? Ik voel graag de hartslag van het leven.”

4. Vindt u het leven een cadeau?

“Het leven moet je gewoon leven. Ik zie het niet als een geschenk dat je krijgt, maar als een cadeau dat je telkens weer moet in- en uitpakken. Je moet er zelf iets mee doen, anders is het maar een dode boel.

“Eigenlijk zie ik het leven als een erwtje. (lacht) Als je het veel liefde, warmte en zorg geeft, wordt het een hele plant.”

5. Welke kleine alledaagse gebeurtenis kan u blij maken?

“Daarnet een oud manneke op straat. Ik dacht dat ik hem bijna aangereden had, maar dat was niet zo. Hij kwam langs mijn raam en zei: ‘Geen probleem’ en gaf mij een kusje. Zo lief!

“’s Ochtends opstaan aan de kust, mijn raam openen, het gras ruiken, de dauw op de planten, de vogels horen zingen. De natuur maakt mij rustig en blij.”

Hoste: ‘Racisme werkt in twee richtingen.’Beeld Stefaan Temmerman

6. Wat is uw zwakte?

“Wat bedoel je? (lacht) Wacht, ik zal even denken. Ik ben redelijk ongeduldig. Alles moet nu gebeuren, niet straks, nú! Waarom uitstellen tot morgen als het nu kan, dat is mijn idee. Het moet vooruitgaan. Rustig, Phaedra, denk ik dan, rustig! (lacht)

7. Waar hebt u spijt van?

“Ik weet niet of ik zoveel spijt heb. Ik beschouw het meer als levenslessen, groeiprocessen waar je door moet om te worden wie je vandaag bent. Je moet jezelf ook voor een stuk kunnen vergeven, vind ik. Constant met spijt leven moet verschrikkelijk zijn. Ik denk dat het belangrijk is om er met anderen over te praten, om die spijt een plaats te kunnen geven. Met schuldgevoelens kun je niet verder.”

8. Wat is uw grootste angst?

“Ik heb net een hartingreep ondergaan en dat was toch even doodsangsten uitstaan. Daarnaast heb ik vliegangst. Bij turbulentie ga ik telkens een beetje dood, misschien omdat ik een controlefreak ben.”

9. Wanneer hebt u het laatst gehuild?

“O. Ik ga me niet vergelijken met sommige televisiefiguren die heel vaak huilen, maar ik zit er toch niet ver af. Ik ben heel snel geëmotioneerd omdat ik hoogsensitief ben. Als mensen met een groot verdriet zitten, neem ik het over. Maar ik vind huilen geen zwakte, integendeel. Voor je verdriet durven uitkomen, vind ik zelfs een sterkte. Die overgevoeligheid heeft wellicht te maken met een teveel aan empathie. Voor dieren ben ik extreem gevoelig, bij het minste komen de traantjes naar boven.”

10. Bent u ooit door het lint gegaan?

“Als dieren leed wordt aangedaan, treed ik bijna uit mezelf van woede. Dan vlieg ik ernaartoe. Maar is dat door het lint gaan? Dat is gewoon de zaken even rechtzetten.”

11. Welk kunstwerk heeft u gevormd?

“Muziek in het algemeen. Stel je een wereld zonder muziek voor, dat is toch ondenkbaar? Soms vraag ik me af wat ik ga missen als ik naar de hemel verhuis. In de eerste plaats muziek.

“Ook fotografie vind ik ontzettend belangrijk. Stel je voor dat er geen fotografie bestond, dan hadden we ook geen familiefoto’s, geen herinneringen van vroeger. Zien waar je vandaan komt, vormt je ook op een bepaalde manier.”

12. Hebt u ooit een religieuze ervaring gehad?

“A ja! Ik ben heel spiritueel. Van kinds af aan voelde ik al bepaalde energieën die moeilijk uit te leggen zijn. Voor mensen die nog nooit een spirituele ervaring hebben gehad, klinkt dat misschien zweverig, maar voor mij is dat een normaliteit. Blijkbaar ben ik dus hoogsensitief. Nu wordt daar een label op geplakt – dertig, veertig jaar geleden was je een aansteller.

“Ik voel heel veel aan. Als er in een huis een negatieve energie hangt, bijvoorbeeld, vraag ik of er iets gebeurd is. Dan blijkt dat er pas iemand is gestorven. Ik heb ook heel vaak voorgevoelens die achteraf blijken uit te komen. Zo heb ik de dood van mijn oma voorvoeld toen ik op een elf uur durende vlucht zat. De vrouw voor mij lag zo roerloos te slapen dat ik plots in een flits mijn oma zag. Een paar uur later bleek dat ze die nacht aan een hartinfarct was gestorven. Mijn marrainetje betekende zo veel voor mij dat ik haar nooit volledig heb kunnen loslaten. Nog altijd heb ik haar foto bij me en praat ik met haar. En soms voel ik letterlijk haar aanwezigheid.

“Maar negatieve energie zal ik nooit oproepen. Toen ik nog maar drie maanden in mijn kantoor zat, haalden ze op het terrein naast ons vijfenveertig skeletten boven van een oude begraafplaats. Vanuit mijn raam zag ik de zakken met beenderen staan. Vijfenveertig doden hadden ze wakker gemaakt! Dat is een hele bus hè! Dan ga ik automatisch wat wierook en kaarsen aansteken om de rust te behouden.

“Ik geloof wel in een God, ja. Ik heb daar eigenlijk wel nood aan. Ik betrap mezelf erop dat ik God soms om hulp vraag. Ik praat tegen hem of haar, ik brand kaarsen, ik zit ook graag in een kerk. De architectuur, de sfeer, de geur, het gezang van de broeders kunnen mij onmiddellijk tot rust brengen. Dan voel ik mij opnieuw aarden. Als ik onderweg ben en ik zie een kerk, stop ik altijd.”

‘Ik vraag God soms om hulp.’Beeld Stefaan Temmerman

13. Hoe voelt u zich in uw lichaam?

“Eigenlijk wel goed. Als ik in de spiegel kijk zie ik natuurlijk dat het verandert, dat is een aanvaardingsproces. Heb ik het daar moeilijk mee? Soms wel, ja.

“Rond je dertigste zit je op de piek van je schoonheid, wat natuurlijk prettig is, maar tegelijk voel je dat sommigen je bekijken als een lustobject. Naarmate je ouder wordt, moeten ze met je omgaan als persoon, moeten ze een inspanning doen om in je ziel te kijken. Als mensen nu zeggen dat ze mij leuk vinden, hoor ik dat liever. Schoonheid is alleen de verpakking.

“Hebben mannen mij lastiggevallen? Heb ik #MeToo-verhalen? Tientallen, en nog veel extremer dan de verhalen die we te horen krijgen. Maar vind ik het nodig om nu al die mannen met de vinger te wijzen? Jaren na datum? Nee, ik zou mezelf een zwak ding vinden. Als vrouw moet je sterk staan. We zijn geëvolueerd, we zijn geëmancipeerd, we willen op dezelfde hoogte staan als mannen, dan moeten we ook kunnen reageren als zij. Als ze mij willen domineren, zeg ik: ‘Kom maar af, we zullen eens zien!’

“En dan al die excuses. Ze konden niet anders, want ze zaten in een onderdanige positie. Er zijn vast en zeker uitzonderingen, maar je gaat toch niet jarenlang voor een baas werken die je seksueel intimideert? Waar is je zelfrespect dan? Of je pakt het onmiddellijk aan of je eindigt in mijn ogen in een soort van luxeprostitutie. Toen ik als model met zo iemand te maken kreeg, pakte ik mijn koffers en stapte ik naar mijn agency. Ik trok mijn mond open en sprak voor alle meisjes die bepoteld en betast waren. Het agentschap haalde iedereen terug en hup, het was gedaan!

“Je laat je toch niet aanraken om je job te kunnen behouden? En om het twintig jaar later dan eens naar boven te brengen? Dat doe je niet, ook niet naar de personen in kwestie toe. Die mensen staan intussen verder, hebben misschien ingezien dat ze dommigheden hebben gedaan. En als ze nooit zijn terechtgewezen, kunnen ze er ook niets uit geleerd hebben. Maar er zijn er natuurlijk ook die het nooit zullen inzien en aangepakt moeten worden, begrijp me niet verkeerd. Laten we gewoon sterke vrouwen zijn. We willen toch niet in een slachtofferrol zitten? We willen toch niet weer alleen de was en de plas doen en in de keuken in de potten staan roeren? Nee, toch? Laat het gewoon niet gebeuren! Punt. In plaats van in groep te staan klagen. (met seutenstem) ‘Hij heeft mij een pikante sms gestuurd.’ Waar gaat dat naartoe? Antwoord die mannen toch meteen, lach ze uit, draai de rollen om! Dan worden ze bang en denken ze: ‘Amai, da’s een franke muil’. (lacht)

14. Wat vindt u erotisch?

“Een man met mooie schouders en een mooie brede rug.”

15. Wat is uw goorste fantasie?

“Ik denk dat fantasieën er zijn om uitgevoerd te worden en niet om ermee te blijven zitten. Als je in een gezonde relatie zit moet je over je fantasieën kunnen spreken. En wat moest gebeuren, is ondertussen gebeurd. Wat dat precies is, ga ik voor mezelf houden.”

16. Welk dier zou u willen zijn?

“Een van mijn honden, denk ik. Ik heb er drie, drie kleine monsterkes. Die hebben een fantastisch leven. (lacht) Goed eten, op schootje liggen, overal mee naartoe. Ik zou me er wel in kunnen vinden.

“Een vogel zou ik niet willen zijn. Daar in weer en wind hangen vind ik maar niets. En zeker niet in een stad.”

17. Hoe was de band met uw ouders?

“Ik kom van herenboeren, zo noemen ze dat in het schoon West-Vlaams (lacht), uit een extreem grote familie. Ik was een natuurkind. Mijn eerste vriendjes waren dieren. Ik heb mooie herinneringen aan mijn kindertijd. De scheiding van mijn ouders was natuurlijk een mindere periode. Ik was pas zeven en was op school het eerste kindje met gescheiden ouders. In die tijd was scheiden een taboe, het betekende dat je gefaald had. Ik bleef bij mijn mama wonen, zag mijn vader af en toe en bracht veel tijd door bij mijn grootouders, want dat was neutraal terrein.

“De impact van de scheiding is pas echt doorgedrongen toen ik dik in de dertig was. In relaties merkte ik dat ik toch wel een vaderfiguur gemist had. Ik denk persoonlijk dat kindjes twee polen nodig hebben, of het nu mama-papa is of mama-mama of papa-papa, om goed te functioneren en in balans te zijn. Pas door er veel over te praten heb ik de scheiding voor mezelf een plaats kunnen geven en ben ik mijn ouders gaan begrijpen.

‘Mijn oma is altijd bij me.’Beeld Stefaan Temmerman

“Of ze nog leven? Ja, alstublieft! Het idee dat ik hen zou moeten loslaten! Het zijn nog jonge mensen. Mijn mama was negentien, mijn papa twintig toen ik geboren ben. Zij waren zelf nog kinderen. Vandaar dat wij zo’n speelse relatie hebben.

“Of ik zelf ooit zou willen trouwen? Ja, ik zou dat zeker willen beleven. Ik vind trouwen iets moois, als je de juiste persoon gevonden hebt. Ik ben veel alleen geweest in mijn leven, ik heb vaak alleen gereisd, alleen op hotelkamers gezeten. Relaties opbouwen was moeilijk met zo’n drukke job. Vond ik dat erg? Op het moment zelf dacht ik (gespeeld triest): ik wil iemand naast mij. Als ik een romantische film zag, dacht ik (gespeeld huilend): waarom iedereen wel en ik niet? Dát. (lacht) Maar daar ben ik dan ook maar van afgestapt. Als ik de verhalen hoorde van mijn vriendinnen over hun relaties, dat was ook niet alles. Eigenlijk had ik het nog niet zo slecht, gezellig in mijn eentje, met de afstandsbediening en mijn honden rond mij.

“Het mooie aan mijn huidige relatie is dat we al verder in het leven staan. We weten perfect waar we allebei voor gaan. Het is niet meer zoals twintigers die nog moeten uitzoeken wat ze willen. Laten we zeggen dat we het gevoel hebben thuis te komen bij elkaar.”

18. Hoe zou u liefde definiëren?

“Amai. Heeft iemand dat al ooit kunnen definiëren? Wat betekent dat voor mij? Zonder veel woorden elkaar verstaan, geborgenheid, een

gevoel van thuiskomen, dezelfde humor hebben. Want ik kan behoorlijk sarcastisch uit de hoek komen, en daar moet je mee om kunnen. (lacht)”

19. Bent u een goede vriend?

“Ik denk momenteel niet echt. Langs deze weg wil ik me dan ook verontschuldigen bij al mijn vrienden: het is niets persoonlijks, gewoon werkdruk.

“Ik zou graag eens een dag niet werken en met mijn vrienden besteden, maar dat lukt niet. Erg hè. Maar mocht er iets ernstigs gebeuren, dan stap ik meteen in mijn auto, dat wel.

“Als ik zelf problemen heb, zal ik ze niet meteen bij mijn vrienden op tafel gooien. Ik zal eerst nadenken en zien hoe ik eruit raak. Ik wil mensen niet zomaar lastigvallen met kommer en kwel. Ik zal eerst even aftoetsen en als de situatie zich daartoe leent, zal ik het misschien ter sprake brengen. Maar ik ben niet het type dat huilend aan de telefoon hangt.”

20. Hoe zou u willen sterven?

“Gewoon in mijn slaap, wanneer ik een jaar of negentig ben. Zonder eerst al te veel af te takelen of erge ziektes op te lopen. Op het moment dat ik denk: voilà, nu het is genoeg geweest, ik heb het hier allemaal gezien en meegemaakt, ik ben klaar voor de volgende rit. Want ja, wat komt er hierna? Dat weten we niet hè. Voor hetzelfde geld is het nog leuker hierna. Misschien daarom dat niemand terugkeert. (lacht)

“Wat ik zou wensen als laatste avondmaal? Dat hangt ervan af in welke bui ik ben. Ik eet zotgraag sushi en ik eet zotgraag frieten. Een rare combinatie maar aangezien het mijn laatste avondmaal is, mag alles door elkaar. Een tafel vol. Volledig losgaan met een paar goede glazen champagne. En dan is het goed geweest.”

21. Wat is voor u de hel op aarde?

“Files. Ik haat stilstaan. Mijn bijnaam was vroeger Mustang. Remmingen, belemmeringen, daar kan ik niet mee om.”

22. Hebt u zichzelf ooit betrapt op racistische gevoelens?

“Af en toe wel, maar dan ook wel terecht, denk ik. Ik heb heel de wereld rondgereisd, ik heb overal gewoond, ook in New York, waar alle rassen en alle vormen van geloof naast elkaar bestaan. Ik heb daar nooit problemen mee gehad, maar sinds ik in Antwerpen woon is dat veranderd. Ik heb al veel opmerkingen naar mijn hoofd gekregen. Omdat ik een blanke vrouw ben. Wij worden evengoed racistisch bejegend. Dat werkt in twee richtingen. Ik ben benieuwd naar andere culturen, maar als mensen mij in een hokje steken zal ik me blijven verzetten.”

23. Wat betekent geld voor u?

“Ik zou hypocriet zijn mocht ik beweren dat het niets betekent. Het betekent een bepaalde vorm van vrijheid, een goede vorm van leven. Het is ook een middel om je naasten te helpen. Stel dat mijn mama of mijn papa of mijn broer heel erg ziek worden, dan wil ik niet machteloos staan toekijken.”

24. Wat is uw vreselijkste vakantieherinnering?

“Ik laat het nooit zover komen. Als ik ergens aankom en het hotel of de plek staat me niet aan, dan ben ik direct weer weg en zoek ik een oplossing. Waarom zou je blijven zitten en zeggen (met seutenstem): ‘Goh, we gaan er maar het beste van maken’. Verschrikkelijk zeg! Alstublieft! Het leven is veel te kort daarvoor. Echt niet. Voor mijn kop niet!”

25. Wie zou u eens uw gedacht willen zeggen?

“Al diegenen die kinderen en dieren mishandelen, die eerst, omdat wij verantwoordelijk zijn voor hen. Kinderen en dieren kunnen zich niet verdedigen, zijn volledig afhankelijk van onze welwillendheid. Hoe kun je machteloze wezens onheus behandelen? Ik ga zwijgen, anders word ik kwaad!

“Wat antwoorden anderen hierop? Trump? Ah, pff! Dat haantjesgedrag, wellicht heeft hij thuis weinig te zeggen, zoals veel van die autoritaire mannen. Daar heb ik niets tegen te vertellen. Theo Francken? Wat is daar nu mis mee? Daar zou ik graag eens een glas mee drinken, dat lijkt me zo’n toffe gast!

“Dat was het? Amai, zijn we er al door? Moh, dat was geestig!” 

Phaedra Hoste is nu uitgever van haar eigen interieur-, design- en kunstmagazine: Imagicasa