Direct naar artikelinhoud
DiversiteitsbeleidScouts

Jan Van Reusel (Scouts en Gidsen Vlaanderen): ‘Leiding geven met beperking? Moet kunnen’

Deze jonge scouts kunnen evengoed leiding krijgen van iemand in een rolstoel, vinden ze daar.Beeld JO DE CONINCK

Scouts en Gidsen Vlaanderen wil meer jongeren met een beperking betrekken in de leidingsploeg, bevestigt woordvoerder Jan Van Reusel. In hun animatorcursus voor nieuwe leiding gaven ze deze week speciale aandacht aan inclusie. 

Als jongere met een beperking leiding geven aan kinderen, hoe makkelijk is dat?

Jan Van Reusel: “Een beperking is in scouting geen grens. Vanuit een rolstoel kan je perfect leiding geven. Maar voor mentale beperkingen willen we evengoed aftoetsen hoever we kunnen gaan. Die jongeren hebben ook interessante talenten en vaardigheden en ze kunnen zeker een betekenisvolle rol spelen in de begeleiding van groepen jongeren. Alleen moeten we natuurlijk per beperking afwegen wat mogelijk is. Dat proberen we nu aan te voelen via onze cursus voor nieuwe leiding, die nog tot woensdag loopt. Er doen veertig jongeren mee, en twee van hen hebben een beperking.”

Is de Akabe (scoutsgroepen voor kinderen met een beperking) al niet langer aan het werken aan inclusieve scouting?

“Onze dertig Akabe-groepen kunnen met succes de leden enthousiasmeren. Daar alleen al hebben we vandaag zo’n 1.750 leden, en dan hebben we nog een twintigtal gemengde groepen. Dat zijn scoutsgroepen met een Akabe-tak. Er zijn zeker scoutsgroepen waar die personen al helpen in de leidingsploeg en daar horen wij positieve verhalen over.”

“Echte inclusie betekent wel dat we die jongeren in de reguliere scoutsgroepen betrekken. We merken dat de doorgroei naar leiding dikwijls nog moeilijk verloopt voor jongeren met een beperking.”

Waarom is dat zo moeilijk?

“Dat moet een keuze zijn van de groep als geheel. Als jonge mensen met een beperking zich willen engageren voor een rol binnen de leidingsploeg, moeten we hen ook voldoende ondersteuning en vertrouwen bieden in dat proces. Dan bedoel ik ook dat we de persoonlijke grenzen van de jongeren moeten respecteren. We gaan hen geen toezichtsaansprakelijkheid geven die zij niet aankunnen.” 

“In sommige groepen is het misschien nog de reflex om te denken dat deze jongeren nooit leiding zouden kunnen geven. Je zou evengoed kunnen zeggen: ‘Sowieso wel.’ Maar dan moet je hen de nodige omkadering bieden. Dat is een grensverleggend gebeuren.”

Moet dit vandaag nog grensverleggend zijn? 

“Grensverleggend bedoel ik niet pejoratief, maar het blijft een kwetsbaar onderwerp. Eigenlijk is het voor ons een evidentie dat die jongeren leiding mogen geven, maar als je kijkt naar concrete zaken wordt het soms minder evident. Mogen zij een brevet van verantwoordelijkheid krijgen? Dat moeten we per geval op alle vlakken wikken en wegen. Een beperking valt niet te veralgemenen.”

Wat kunnen reguliere scoutsgroepen doen om die jongeren in de leidingsgroep te betrekken?

“Het lijkt me belangrijk om de hele groep te vragen of zij zich klaar voelen om een jongere met een beperking in de leidingsploeg te betrekken. En als de groep ervoor openstaat, moeten ze dat ook goed communiceren naar de ouders toe.”

“Ik ben er wel van overtuigd dat die jongeren het draagvlak van de jeugdgroep kunnen versterken. Dikwijls betekenen ze een meerwaarde voor de kinderen. Een meisje in een rolstoel zei tijdens de cursus dat ze het net leuk vond om vanop ooghoogte met de kinderen te communiceren.”

En de andere jeugdbewegingen?

“Die zijn er ook mee bezig. Het idee voor onze vormingsreeks was al langer aan het sudderen en hebben we samen uitgewerkt. We delen dezelfde zorg en overtuiging.”