In een gelijkaardig dossier ontdekten speurders dubieuze chatgesprekken tussen hun verdachte en een onbekende man. Via zijn e-mailadres werd W.D. snel geïdentificeerd. Bij een huiszoeking op 22 oktober 2017 werd een USB-stick met 223 kinderpornografische items aangetroffen. Het ging onder andere om video’s van seksuele handelingen met jonge kinderen, zelfs peuters en kleuters. Ook op gsm-toestellen werd kinderporno ontdekt. De beklaagde bekende onmiddellijk de feiten en besefte dat zijn gedrag niet door de beugel kon. Sindsdien volgt hij een begeleiding voor zijn probleem.

De Oostendenaar moest zich ook verantwoorden voor voyeurisme, omdat hij in juni 2016 in Plopsaland De Panne foto’s maakte van de slipjes van minderjarige meisjes op de glijbaan. In oktober 2017 maakt hij op de kermis in Oostende foto’s van een minderjarig meisje met een korte jeansrok. De rechter stelde echter vast dat van voyeurisme in beide gevallen geen sprake kon zijn, want op de afbeeldingen was geen naakt of een expliciete seksuele daad te zien.

Voor bezit en verspreiding van kinderporno werd W.D. wel schuldig bevonden. De rechter omschreef het beeldmateriaal als uiterst verwerpelijk. “Er worden vaak zeer jonge kinderen afgebeeld die gedwongen worden tot vernederende seksuele handelingen, soms met perversiteiten of bestialiteiten”, klonk het in het vonnis. De rechter hield rekening met het blanco strafblad en het schuldbesef van de Oostendenaar.

De beklaagde werd uiteindelijk veroordeeld tot twee jaar gevangenisstraf met uitstel, gekoppeld aan voorwaarden. Zo zal hij de komende vijf jaar therapie moeten blijven volgen. D. kreeg ook een boete opgelegd van 4.000 euro, waarvan 800 euro effectief.